Details





Titel:

10 APRIL 2025. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten



Inhoudstafel:


Art. 1-2
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen voor het inplanten en onderhouden van parken en tuinen met inbegrip van het onderhouden van de graven van vreemde militairen in België welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
HOOFDSTUK II. - Aanpassing van het toepassingsgebied
Art. 2-21
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 4
TITEL II. - Statuten
HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel
Art. 4-5
HOOFDSTUK II. - Doel
Art. 6
HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 7-12
HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden en voordelen
Art. 13-14
HOOFDSTUK V. - Beheer
Art. 15-20
HOOFDSTUK VI. - Toezicht
Art. 21
HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen
Art. 22-23
HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening
Art. 24



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.

Art.2. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
  Nota
  (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad :
  Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

  Bijlage
  Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf
  Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2023
  Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 15 februari 2024 onder het nummer 186110/CO/145)
Art.2. Gelet op het koninklijk besluit van 22 november 2022 betreffende de aanpassing van het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, wordt het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (koninklijk besluit van 7 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 22 oktober 1976), gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, uitgebreid tot de bedienden.

HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna werklieden genoemd, van de ondernemingen voor het inplanten en onderhouden van parken en tuinen met inbegrip van het onderhouden van de graven van vreemde militairen in België welke ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
HOOFDSTUK II. - Aanpassing van het toepassingsgebied
Art.3. In toepassing van artikel 2 hierboven worden de volgende artikels van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 (registratienummer 3978) als volgt gewijzigd :
  "Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en bedienden zonder onderscheid naar gender, hierna werknemers genoemd, van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en waarvan de hoofdactiviteit bestaat in het inplanten en onderhouden van parken en tuinen.

Art.5. De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Anspachlaan 111, bus 13. Hij kan bij beslissing van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf verplaatst worden.
Art.5. De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te 1000 Brussel, Anspachlaan 111, bus 13. Hij kan bij beslissing van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf verplaatst worden.

Art.6. Het fonds heeft tot doel :
  a) het innen van de bijdragen nodig voor zijn werking;
  b) de financiering, de toekenning en de uitkering te verzekeren van aanvullende sociale voordelen ten voordele van de werknemers zoals bedoeld in artikel 2; deze voordelen warden vastgesteld door afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  c) het verzekeren van de financiering en organisatie van de vakopleiding van de in artikel 2 bedoelde werknemers;
  d) het toekennen van premies aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers bij aanwerving van risicogroepen;
  e) de terugbetaling aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers van bepaalde kosten die zij voor hun werknemers hebben aangegaan door een afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  f) het beheer van het luik solidariteit van het fonds tweede pijler in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2008 tot invoering van een sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; hiertoe kan het fonds al dan niet beroep doen op derden die zij daartoe machtigt.
Art.6. De inkomsten van het fonds bestaan uit bijdragen die worden gestort door de in artikel 2 bedoelde werkgevers.
Art.6. Het fonds heeft tot doel :
  a) het innen van de bijdragen nodig voor zijn werking;
  b) de financiering, de toekenning en de uitkering te verzekeren van aanvullende sociale voordelen ten voordele van de werknemers zoals bedoeld in artikel 2; deze voordelen worden vastgesteld door afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  c) het verzekeren van de financiering en organisatie van de vakopleiding van de in artikel 2 bedoelde werknemers;
  d) het toekennen van premies aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers bij aanwerving van risicogroepen;
  e) de terugbetaling aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers van bepaalde kosten die zij voor hun werknemers hebben aangegaan door een afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  f) het beheer van het luik solidariteit van het fonds tweede pijler in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 februari 2008 tot invoering van een sociaal sectoraal pensioenplan voor de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; hiertoe kan het fonds al dan niet beroep doen op derden die zij daartoe machtigt.

Art.7. De procentuele bijdrage wordt berekend op de brutolonen van de werknemers die in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de socialezekerheidsbijdragen.
  Artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 wordt opgeheven.
Art.7. De inkomsten van het fonds bestaan uit bijdragen die worden gestort door de in artikel 2 bedoelde werkgevers.

Art.10. Deze bijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Art.10. Deze bijdrage wordt vastgesteld door een afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.

Art.11. De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art.11. De bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art.12. De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer, genoemd in artikel 15.
Art.12. De administratiekosten van het fonds worden jaarlijks vastgesteld door de raad van beheer, genoemd in artikel 15.

Art.13. a) De bij artikel 2 bedoelde werknemers hebben recht op aanvullende sociale voordelen waarvan het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten worden vastgesteld door een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf. De uitkering van de aanvullende sociale voordelen mag in geen geval afhankelijk zijn van de storting van de verschuldigde bijdragen door de werkgever;
  b) De bij artikel 2 bedoelde werknemers genieten een vakopleiding overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaard, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  c) Het aanwenden van de werkgeversbijdragen ten voordele van de risicogroepen;
  d) Aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers wordt de bedrijfstoeslag in het kader van SWT, met inbegrip van de bijzondere maandelijkse werkgeversbijdrage, terugbetaald. De modaliteiten van deze terugbetaling met inbegrip van het maximale bedrag van terugbetaling, worden vastgesteld door een afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  e) De in artikel 2 bedoelde werkgevers hebben recht op de terugbetaling van bepaalde kosten die zij voor hun werknemers hebben aangegaan. De praktische modaliteiten worden vastgesteld door een via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
Art.13. a) De bij artikel 2 bedoelde werknemers hebben recht op aanvullende sociale voordelen waarvan het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaard, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf; de uitkering van de aanvullende sociale voordelen mag in geen geval afhankelijk zijn van de storting van de door de werkgever verschuldigde bijdragen;
  b) De bij artikel 2 bedoelde werknemers genieten een vakopleiding overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaard, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  c) Het aanwenden van de werkgeversbijdragen ten voordele van de risicogroepen;
  d) Aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers wordt de bedrijfstoeslag in het kader van SWT, met inbegrip van de bijzondere maandelijkse werkgeversbijdrage, terugbetaald. De modaliteiten van deze terugbetaling met inbegrip van het maximale bedrag van terugbetaling, worden vastgesteld door een afzonderlijke, via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
  e) De in artikel 2 bedoelde werkgevers hebben recht op de terugbetaling van bepaalde kosten die zij voor hun werknemers hebben aangegaan. De praktische modaliteiten worden vastgesteld door een via koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.

Art.15. Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit afgevaardigden van de werkgevers en uit afgevaardigden van de werknemers vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, sector parken en tuinen.
  Deze raad bestaat uit twaalf leden, te weten : zes afgevaardigden van de werkgeversorganisaties en zes afgevaardigden van de werknemersorganisaties. De leden van de raad van beheer worden aangeduid door het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf. De samenstelling van de raad van beheer is opgenomen in bijlage 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
  Het mandaat van een lid van de raad van beheer eindigt :
  - bij overlijden;
  - bij het niet meer zetelen in het paritair comité;
  - bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd.
Art.15. Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit afgevaardigden van de werkgevers en uit afgevaardigden van de werknemers vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, sector parken en tuinen.
  Deze raad bestaat uit twaalf leden, te weten : zes afgevaardigden van de werkgeversorganisaties en zes afgevaardigden van de werknemersorganisaties. De leden van de raad van beheer worden aangeduid door het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf. De samenstelling van de raad van beheer is opgenomen in bijlage 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
  Het mandaat van een lid van de raad van beheer eindigt :
  - bij overlijden;
  - bij het niet meer zetelen in het paritair comité;
  - bij het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd.

Art.21. De raad van beheer, en de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, door het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf aangewezen persoon, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.
  De balans met hogergenoemde schriftelijke verslagen moeten uiterlijk gedurende de maand juni ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf worden voorgelegd.".
Art.21. De raad van beheer, en de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, door het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf aangewezen persoon, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.
  De balans met hogergenoemde schriftelijke verslagen moeten uiterlijk gedurende de maand juni ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf worden voorgelegd.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art.4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en is gesloten voor onbepaalde duur.
  Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2025.
  De Minister van Werk,
  D. CLARINVAL

  Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten
  In toepassing van artikel 15 van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen" heeft het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf als leden van de raad van bestuur benoemd :


Naam/Nom   
Chris Botterman Namens werkgevers
  Pour les employeurs
Effectief lid
  Membre effectif
Jan Vancayzeele Namens werkgevers
  Pour les employeurs
Effectief lid
  Membre effectif
Stefan Hanssens Namens werkgevers
  Pour les employeurs
Effectief lid
  Membre effectif
Jean-Philippe Petit Namens werkgevers
  Pour les employeurs
Effectief lid
  Membre effectif
Patrick Palet Namens werkgevers
  Pour les employeurs
Effectief lid
  Membre effectif
Yves Heirman Namens werkgevers
  Pour les employeurs
Effectief lid
  Membre effectif
Steve Rosseel Namens werknemers
  Pour les travailleurs
Effectief lid
  Membre effectif
Alain Detemmerman Namens werknemers
  Pour les travailleurs
Effectief lid
  Membre effectif
Dominik Roland Namens werknemers
  Pour les travailleurs
Effectief lid
  Membre effectif
Dominiek De Meester Namens werknemers
  Pour les travailleurs
Effectief lid
  Membre effectif
Filip Feusels Namens werknemers
  Pour les travailleurs
Effectief lid
  Membre effectif
Erik Decoo Namens werknemers
  Pour les travailleurs
Effectief lid
  Membre effectif
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2025.
  De Minister van Werk,
  D. CLARINVAL

  Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2023, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten gecoördineerde versie van de statuten zoals vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 en opgenomen onder titel II :
Art.4. Met ingang van 1 januari 1977 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht genaamd : "Sociaal Fonds voor de inplanting en het onderhoud van parken en tuinen", hierna het "fonds" genoemd.

TITEL II. - Statuten
HOOFDSTUK I. - Benaming en maatschappelijke zetel
HOOFDSTUK II. - Doel
HOOFDSTUK III. - Financiering
Art.8. De procentuele bijdrage wordt berekend op de brutolonen van de werknemers die in aanmerking worden genomen bij het berekenen van de socialezekerheidsbijdragen.

Art.9. Opgeheven

HOOFDSTUK IV. - Rechthebbenden en voordelen
Art.14. De toepassingsmodaliteiten van de in uitvoering van artikel 13 hierboven gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, worden vastgesteld door de in hoofdstuk V bedoelde raad van beheer.

HOOFDSTUK V. - Beheer
Art.16. Iedere drie jaar duidt de raad van beheer in zijn midden een voorzitter en een ondervoorzitter aan.

Art.17. De raad van beheer vergadert op uitnodiging van de voorzitter. De voorzitter is gehouden minstens eenmaal per jaar de raad bijeen te roepen en telkens wanneer twee leden van de raad erom verzoeken. De uitnodigingen moeten de agenda bevatten. De notulen worden opgemaakt door de secretaris aangewezen door de raad van beheer en ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten.
  Uittreksels uit deze notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee beheerders.
  De beslissingen worden eenparig genomen. Om geldig te stemmen moeten minstens 6 leden aanwezig zijn, waarvan de helft de werkgeversorganisatie vertegenwoordigt en de andere helft de werknemersorganisaties vertegenwoordigt.
  Er kan slechts gestemd worden over de punten die op de agenda voorkomen.

Art.18. De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking. Hij beschikt over de meest uitgebreide macht voor het beheer en de leiding van het fonds.
  De raad van beheer treedt in al zijn handelingen op en handelt in rechte bij monde van de voorzitter of de daartoe aangestelde afgevaardigde beheerder.
  De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat. Zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan wegens hun beheer, ten opzichte van de verbintenissen van het fonds.

Art.19. De raad van beheer kan zijn macht geheel of ten dele overdragen aan één of meer van zijn leden of zelfs derden.

Art.20. De raad van beheer kan slechts geldig beraadslagen indien minstens 6 van zijn leden aanwezig zijn of worden vertegenwoordigd door een persoon, drager van een schriftelijke volmacht. De beslissingen van de raad van beheer worden genomen bij eenparigheid van stemmen.

HOOFDSTUK VI. - Toezicht
HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen
Art.22. Het dienstjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december van hetzelfde jaar.

Art.23. Elk jaar, op 31 december worden de balans en de rekeningen van het afgelopen dienstjaar afgesloten.
  De balans en de rekeningen moeten op boekhoudkundig gebied duidelijk omschreven zijn.

HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening
Art. 24. De ontbinding van het fonds wordt uitgesproken door het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.
  Dit beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na kwijting van het passief, door aan deze goederen en waarden een bestemming te geven overeenkomstig het doel waartoe het fonds werd opgericht.
  Het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf wijst de in artikel 15 voorziene gewone leden van de raad van beheer, als vereffenaars aan.
  Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 2025.
  De Minister van Werk,
  D. CLARINVAL