7 FEBRUARI 2025. - Besluit van de Vlaamse Regering over de verdeling van de middelen van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor het jaar 2025
Art. 1-5
Artikel 1. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap;
2° meerderjarige: een meerderjarige als vermeld in artikel 2.5°, van het decreet van 25 april 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg en de ondersteuning voor personen met een handicap
3° prioriteitengroep: een prioriteitengroep als vermeld in hoofdstuk 2, afdeling 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016 over de toekenning van prioriteitengroepen en de rangschikking binnen prioriteitengroepen.
Art.2. Om de bijkomende middelen te verdelen die voor 2025 in de begroting van het agentschap zijn ingeschreven, met uitzondering van een bedrag van 64.127.000 euro aan vastleggingskrediet, overeenstemmend met 52.400.000 euro in vereffeningskrediet dat is bestemd voor de terbeschikkingstellingen van de budgetten aan de personen met een handicap, vermeld in artikel 37 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat budget, en de terbeschikkingstellingen van de budgetten aan personen met een handicap uit prioriteitengroep 1, geldt de volgende verhouding:
1° 44,0% voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning van meerderjarige personen met een handicap;
2° 56,0% voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning van minderjarige personen met een handicap.
Onder minderjarige, vermeld in het eerste lid, wordt verstaan: elke natuurlijke persoon die jonger dan achttien jaar is of die meerderjarig is en die een voortzetting van de jeugdhulpverlening heeft gevraagd als vermeld in artikel 18, § 3, van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp.
Art.3. De middelen die vastgesteld zijn op de begroting van het agentschap voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning van meerderjarige personen met een handicap, vermeld in artikel 2, eerste lid, worden in het jaar 2025 besteed voor de terbeschikkingstelling van budgetten aan personen met een handicap uit prioriteitengroep 2.
Art.4. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2025.
Art. 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor de personen met een beperking, is belast met de uitvoering van dit besluit.