3 FEBRUARI 2025. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 14 juni 2023 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten die worden gefinancierd via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling wat betreft het toevoegen van het beheerpakket "kruidenrijke akkerrand 15 juli gefaseerd klepelen, de mogelijkheden voor de inzaai van vlinderbloemigen bij het beheerpakket "faunavoedselgewas standaard" en de mogelijkheden voor het uitvoeren van een onkruidsnede bij diverse beheerpakketten
Art. 1-9
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. In artikel 15, tweede lid, van het ministerieel besluit van 14 juni 2023 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten die worden gefinancierd via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 maart 2024, wordt punt 3° vervangen door wat volgt:
"3° in afwijking van punt 2° mag het beheervoorwerp voor 1 mei ook ingezaaid worden met een mengsel met vlinderbloemigen dat de maatschappij heeft goedgekeurd. Bij slechte opkomst mag het beheervoorwerp opnieuw ingezaaid worden voor 15 september met dit mengsel. Het mengsel met vlinderbloemigen mag gemaaid worden vanaf 15 juni en mag pas ondergewerkt worden vóór de nieuwe inzaai van het zaadleverende mengsel of graangewas. De wijze van inzaai wordt op een van de volgende wijzen bepaald in de beheerovereenkomst:
a) het mengsel met vlinderbloemigen wordt maximaal twee jaar behouden;
b) het mengsel met vlinderbloemigen wordt maximaal drie jaar behouden;".
Art.2. In artikel 21, tweede lid, 7°, e), artikel 24, tweede lid, 8°, e), artikel 42, tweede lid, 5°, e), artikel 82, tweede lid, 7°, e), en artikel 85, tweede lid, 8°, e), van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 12 maart 2024, worden de woorden "het uitvoeren van een onkruidsnede in het eerste jaar van de beheerovereenkomst" vervangen door de woorden "de uitvoering van een onkruidsnede in het jaar waarin de beheerovereenkomst wordt ingezaaid of heringezaaid".
Art.3. In artikel 27, tweede lid, 4°, e), artikel 30, tweede lid, 4°, e), artikel 33, tweede lid, 4°, e), en artikel 36, tweede lid, 4°, e), van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het ministerieel besluit van 12 maart 2024, worden de woorden "het uitvoeren van een onkruidsnede op de faunastroken van deel B in het eerste jaar van de beheerovereenkomst" vervangen door de woorden "de uitvoering van een onkruidsnede op de faunastroken van deel B in het jaar waarin de faunastroken worden ingezaaid of heringezaaid".
Art.4. In artikel 39, tweede lid, 2°, b), 1), van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "De inzaai gebeurt in stroken van gemiddeld 15 tot 24 meter breed" vervangen door de zinsnede "De inzaai gebeurt in stroken van gemiddeld 9 tot 24 meter breed".
Art.5. In artikel 79, tweede lid, 2°, en artikel 82, tweede lid, 2°, van hetzelfde besluit wordt het woord "twaalf" vervangen door het woord "achttien".
Art.6. In hoofdstuk 5, afdeling 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 maart 2024, wordt een onderafdeling 5/1, die bestaat uit artikel 86/1, 86/2 en 86/3, ingevoegd, die luidt als volgt:
"Onderafdeling 5/1. Het beheerpakket kruidenrijke akkerrand 15 juli gefaseerd klepelen
Art. 86/1. Het beheerpakket kruidenrijke akkerrand 15 juli gefaseerd klepelen beoogt de bescherming van kwetsbare landschapselementen en kwetsbare natuur als vermeld in bijlage 7, die bij dit besluit is gevoegd, of het verbinden van kwetsbare landschapselementen en kwetsbare natuur, of het creëren van stapstenen, vermeld in artikel 13, eerste lid, 2°, van het besluit van 12 mei 2023, en bijkomend voor faunasoorten die aan het landbouwlandschap verbonden zijn, dekking, foerageermogelijkheden en voedsel aan te bieden door gefaseerd te klepelen vanaf 15 juli.
Art. 86/2. Voor het beheerpakket kruidenrijke akkerrand 15 juli gefaseerd klepelen, vermeld in artikel 86/1 van dit besluit, gelden al de volgende instapvoorwaarden:
1° het perceel ligt in een beheergebied voor de beheerdoelstelling bufferen en verbinden als vermeld in artikel 73 van dit besluit;
2° het perceel wordt in de vijf jaar vóór de startdatum van de beheerovereenkomst uitgebaat als bouwland en wordt als bouwland geregistreerd in de verzamelaanvraag;
3° als het beheervoorwerp niet ligt in het beheergebied voor weidevogelsoorten, akkervogelsoorten of grauwe kiekendief, vermeld in artikel 11, eerste lid, 1°, 2° en 4°, van dit besluit, vormt het beheervoorwerp voor minstens 75% van de lengte ofwel een buffer voor een aangrenzend kwetsbaar element als vermeld in bijlage 7, die bij dit besluit is gevoegd, ofwel de verbinding tussen twee kwetsbare elementen als vermeld in bijlage 7, die bij dit besluit is gevoegd, ofwel een stapsteen als vermeld in artikel 13, eerste lid, 2°, van het besluit van 12 mei 2023.
Voor het beheerpakket kruidenrijke akkerrand 15 juli gefaseerd klepelen, vermeld in artikel 86/1, gelden al de volgende beheervoorwaarden:
1° het beheervoorwerp wordt tot stand gebracht door een bestaande strook te behouden of door een strook voor 1 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst in te zaaien met een meerjarig mengsel dat de maatschappij goedgekeurd heeft. Bij slechte opkomst mag de strook in het eerste jaar van de beheerovereenkomst opnieuw ingezaaid worden voor 15 september met hetzelfde meerjarige mengsel dat de maatschappij heeft goedgekeurd. De factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst. Als het beheervoorwerp de hernieuwing van een afgelopen beheerovereenkomst betreft, kan de inzaai in het eerste jaar van de beheerovereenkomst gebeuren voor 15 september in plaats van 1 mei;
2° het beheervoorwerp heeft een gemiddelde breedte van zes tot achttien meter en is over de volledige lengte minstens drie meter breed;
3° de graskruidenstrook wordt jaarlijks voor de helft van de oppervlakte geklepeld, één keer in de periode vanaf 15 maart tot en met 30 april en een tweede keer in de periode vanaf 15 juli tot en met 31 oktober. Bij de eerste klepelbeurt wordt hetzelfde deel geklepeld als bij de tweede klepelbeurt uit het voorgaande jaar. Bij de tweede klepelbeurt wordt de andere helft geklepeld;
4° in overleg met de maatschappij kan het beheervoorwerp tot stand gebracht worden door naast de graskruidenstrook een bijkomende strook aan te leggen. De bijkomende strook voldoet aan de volgende bepalingen:
a) een bijkomende strook van gemiddeld drie tot zes meter wordt voor 1 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst ingezaaid met een graskruidenmengsel dat de maatschappij goedgekeurd heeft. Bij slechte opkomst mag de bijkomende strook in het eerste jaar van de beheerovereenkomst opnieuw ingezaaid worden voor 15 september met hetzelfde graskruidenmengsel dat de maatschappij heeft goedgekeurd;
b) de bijkomende strook wordt jaarlijks minstens twee keer geklepeld, één keer in de periode van 15 maart tot en met 30 april en één keer in de periode van 15 augustus tot en met 31 oktober. De bijkomende strook wordt tussen die periodes ook geklepeld of gemulcht om de strook kort te houden. Om ongewenste plantensoorten te beheersen, kan de ligging van de bijkomende strook wijzigen door een andere strook te klepelen bij de klepelbeurt in de periode van 15 augustus tot en met 31 oktober;
c) de factuur of het aankoopbewijs en het zaaizaadetiket van de bijkomende strook worden bijgehouden tot drie jaar na afloop van de beheerovereenkomst;
5° de grasvegetatie of de graskruidenvegetatie op het beheervoorwerp wordt gedurende de volledige looptijd van de beheerovereenkomst in stand gehouden en schade wordt meteen hersteld;
6° op het beheervoorwerp worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt;
7° op het beheervoorwerp worden geen meststoffen of bodemverbeteringsmiddelen aangebracht;
8° op het beheervoorwerp wordt geen enkele activiteit uitgevoerd, met uitzondering van:
a) de uitvoering van de beheervoorwaarden;
b) de pleksgewijze mechanische beheersing van de plantensoorten, vermeld in artikel 10, tweede lid;
c) het betreden van de strook voor normaal onderhoud van het aangrenzende kwetsbare element;
d) het herstel van schade;
e) de uitvoering van een onkruidsnede in het jaar waarin de beheerovereenkomst wordt (her)ingezaaid.
Voor het beheerpakket kruidenrijke akkerrand 15 juli gefaseerd klepelen, vermeld in artikel 86/1 van dit besluit, gelden al de volgende basisnormen:
1° het kwetsbare element waarlangs het beheervoorwerp ligt, mag niet beschadigd of vernietigd worden;
2° op het beheervoorwerp wordt het onderhoud uitgevoerd conform artikel 6 van het besluit van 21 april 2023 om opslag van houtige planten en verruiging te beperken.
Art. 86/3. De jaarlijkse beheervergoeding voor het beheerpakket kruidenrijke akkerrand 15 juli gefaseerd klepelen, vermeld in artikel 86/1, bedraagt 1783 euro per hectare.".
Art.7. In artikel 88, tweede lid, 8°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 maart 2024, wordt punt e) vervangen door wat volgt:
"e) de uitvoering van een onkruidsnede in het jaar waarin de beheerovereenkomst wordt (her)ingezaaid met een meerjarig bloemenmengsel of meerjarig functioneel bloemenmengsel.".
Art.8. Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door de bijlage die bij dit besluit gevoegd.
Art.9. Het ministerieel besluit van 14 juni 2023 tot het verlenen van subsidies voor beheerovereenkomsten die worden gefinancierd via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, zoals van kracht vanaf de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, is ook van toepassing op de beheerovereenkomsten die voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit zijn gesloten.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-02-2025, p. 29638)