Details





Titel:

30 JANUARI 2025. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 38ter, derde tot vijfde lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1-7



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° de informatie: de informatie bedoeld in artikel 38ter, tweede lid, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis;
  2° het slachtoffer: de benadeelde persoon of de burgerlijke partij van een misdaad of wanbedrijf waarbij de fysieke en/of psychische integriteit van henzelf of deze van een derde die ze vertegenwoordigen, werd bedreigd of aangetast;
  3° de bevoegde dienst van de gemeenschappen: de door de gemeenschappen aangeduide dienst die instaat voor de algemene en specifieke informatieverstrekking en voor de ondersteuning van en de bijstand aan slachtoffers in gerechtelijke procedures;
  4° de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis":
  - de identificatiegegevens van het slachtoffer en, in voorkomend geval, van zijn wettelijke vertegenwoordiger (naam, voornamen, evenals het Rijksregisternummer, of bij gebreke daaraan hun geboorteplaats en - datum) en de contactgegevens van het slachtoffer of van zijn wettelijke vertegenwoordiger, zijnde een e-mailadres, dat ingeval het slachtoffer of zijn wettelijke vertegenwoordiger geen e-mailadres heeft, het e-mailadres van een door het slachtoffer aangeduide contactpersoon kan zijn, evenals het adres van het slachtoffer op dewelke het de informatie per brief ontvangt indien een e-mail wordt verstuurd aan de door het slachtoffer aangeduide contactpersoon of indien het slachtoffer geen contactpersoon wenst aan te duiden;
  - de aanduiding dat het slachtoffer verzoekt dat een afschrift van de informatie wordt bezorgd aan zijn advocaat, en in dat geval de identificatiegegevens van de advocaat (naam en voornamen) en zijn contactgegevens, zijnde een e-mailadres of bij gebreke daarvan zijn adres;
  - indien mogelijk, de naam en voornaam van de verdachte, zijn geboortedatum en zijn mogelijke band met het slachtoffer;
  - in voorkomend geval, de aanduiding dat het slachtoffer de informatie niet wil ontvangen;
  - in voorkomend geval, de aanduiding dat het slachtoffer verzoekt de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" en de informatie mee te delen aan de bevoegde dienst van de gemeenschappen.

Art.2. § 1. Wanneer een slachtoffer klacht neerlegt, noteert de politiedienst de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis".
  De politiedienst deelt de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" via het snelst mogelijke communicatiemiddel mee aan het openbaar ministerie of de onderzoeksrechter, naar gelang de stand van de procedure.
  Ingeval de zaak tijdens het gerechtelijk onderzoek aanhangig is bij het onderzoeksgerecht deelt de griffier van de onderzoeksrechter de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" via het snelst mogelijke communicatiemiddel mee aan de griffie van dat onderzoeksgerecht.
  § 2. Het slachtoffer kan ook op een ander moment dan de klachtneerlegging beslissen dat het de informatie wenst te ontvangen. In dat geval deelt het slachtoffer dit schriftelijk of op elektronische wijze mee aan de griffie van het onderzoeksgerecht of van het vonnisgerecht.

Art.3. Behoudens indien het slachtoffer heeft aangegeven dat het de informatie niet wil ontvangen, deelt de griffier van de onderzoeksrechter of de griffie van het onderzoeksgerecht of van het vonnisgerecht, naargelang van de stand van de procedure en de instantie die de beslissing neemt, de informatie onverwijld mee aan het slachtoffer via het communicatiemiddel zoals aangegeven door het slachtoffer overeenkomstig artikel 1, 4°, eerste streepje.
  In de mededeling van de informatie wordt eveneens vermeld dat het slachtoffer zich voor bijkomende informatie, ondersteuning en bijstand kan richten tot de bevoegde dienst van de gemeenschappen.
  Indien het slachtoffer hierom heeft verzocht, deelt de griffier van de onderzoeksrechter of de griffie van het onderzoeksgerecht of van het vonnisgerecht, naargelang de stand van de procedure en de instantie die de beslissing neemt, de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" en de informatie eveneens onverwijld langs elektronische weg mee aan de bevoegde dienst van de gemeenschappen.

Art.4. De griffier van de onderzoeksrechter of de griffie van het onderzoeksgerecht of van het vonnisgerecht, naargelang de stand van de procedure en de instantie die de beslissing neemt, deelt onverwijld een afschrift van de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" en de informatie mee aan de advocaat van het slachtoffer indien het slachtoffer dit heeft verzocht.

Art.5. Het slachtoffer kan op elk moment de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" aanpassen of aangeven dat het de informatie niet meer wil ontvangen op de griffie van het onderzoeksgerecht of van het vonnisgerecht. Het slachtoffer kan ook terugkomen op zijn beslissing om de informatie niet te ontvangen en meldt dit op de griffie van het onderzoeksgerecht of van het vonnisgerecht.

Art.6. De slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" worden apart bewaard. Ze mogen niet worden meegedeeld aan de verdachte of zijn advocaat. De nodige technische en organisatorische maatregelen worden hiertoe genomen, met inbegrip van het apart bewaren van deze gegevens. De griffie waakt er over dat, wanneer de verdachte een afschrift van het dossier vraagt of telkens wanneer het dossier voor inzage ter beschikking wordt gesteld van de verdachte en zijn advocaat, de slachtoffergegevens "voorlopige hechtenis" zich niet in het dossier bevinden.

Art. 7. De minister, bevoegd voor Justitie, is belast met de uitvoering van dit besluit.