30 JANUARI 2025. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van het arbeidshof te Luik en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de politierechtbanken in afdelingen
HOOFDSTUK I. - Zaakverdelingsreglement van het arbeidshof te Luik
Art. 1-3
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de politierechtbanken in afdelingen
Art. 4
HOOFDSTUK III. - Overgangsbepaling
Art. 5
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 6-7
HOOFDSTUK I. - Zaakverdelingsreglement van het arbeidshof te Luik
Artikel 1. Het arbeidshof te Luik bestaat uit drie afdelingen.
De eerste houdt zitting te Luik en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Luik.
De tweede houdt zitting te Neufchâteau en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Luxemburg.
De derde houdt zitting te Namen en oefent rechtsmacht uit over het grondgebied van de provincie Namen.
Art.2. In afwijking van artikel 1 is de afdeling Luik exclusief bevoegd om kennis te nemen:
1° van het hoger beroep tegen de beslissingen van de arbeidsrechtbank in de aangelegenheden bedoeld in:
a) artikel 579, 1° en 3°, van het Gerechtelijk Wetboek wanneer de geschillen die aanleiding hebben geven tot het hoger beroep betrekking hebben op de wetgeving inzake beroepsziekten;
b) artikel 579, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek ;
c) artikel 580, 1° en 2°, van het Gerechtelijk Wetboek wanneer de geschillen die aanleiding hebben gegeven tot het hoger beroep betrekking hebben op de wetgeving inzake de sluiting van ondernemingen, wanneer de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) partij is in de zaak, of wanneer de geschillen die aanleiding hebben gegeven tot het hoger beroep betrekking hebben op de rust- en overlevingspensioenen;
d) artikel 580, 6°, b), van het Gerechtelijk Wetboek;
e) artikel 581 van het Gerechtelijk Wetboek;
f) artikel 583, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek;
g) artikel 138bis van het Gerechtelijk Wetboek;
2° van het hoger beroep tegen de beslissingen van de afdelingen Neufchâteau, Aarlen, Marche-en-Famenne, Verviers, Luik en Hoei van de arbeidsrechtbank te Luik betreffende de geschillen bedoeld in artikel 578, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek wanneer ze betrekking hebben op contractuele werknemers in overheidsdienst;
3° van de geschillen die in de afdeling Neufchâteau het voorwerp hebben uitgemaakt van een mislukte procedure in de kamer voor minnelijke schikking.
Art.3. In afwijking van artikel 1 worden de zittingen in hoger beroep tegen de beslissingen van de arbeidsrechtbank te Eupen gedecentraliseerd naar Eupen.
HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de politierechtbanken in afdelingen
Art.4. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de ondernemingsrechtbanken en de politierechtbanken in afdelingen wordt opgeheven.
HOOFDSTUK III. - Overgangsbepaling
Art.5. Alle zaken die reeds aanhangig zijn gemaakt op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, worden verder afgehandeld in de afdeling waar ze werden aanhangig gemaakt.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2025.
Art. 7. De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.