29 JANUARI 2025. - Koninklijk besluit tot opvolging door het Bestuur van de medische expertise van ambtenaren in tijdelijke arbeidsongeschiktheid gesteld
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen die van toepassing zijn op ambtenaren die door het Medisch expertisecentrum in tijdelijke arbeidsongeschiktheid zijn gesteld
Art. 3
HOOFDSTUK 4. - De herevaluatie
Afdeling 1. - De evaluatievragenlijst
Art. 4-9
Afdeling 2. - Evaluatie van het dossier
Art. 10-11
Afdeling 3. - De medische evaluatie
Art. 12
Afdeling 4. - Aanvraag van een medische evaluatie
Art. 13
Afdeling 5. - Afwezigheid zonder geldige reden bij een medisch onderzoek
Art. 14
HOOFDSTUK 5. - De socioprofessionele re-integratie
Afdeling 1. - De "Terug Naar Werk-coördinator"
Art. 15-16
Afdeling 2. - Het "Terug Naar Werk-traject"
Art. 17-19
Afdeling 3. - Het re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie
Art. 20-23
Afdeling 4. - Het "Terug Naar Werk-dossier"
Art. 24
HOOFDSTUK 6. - De beslissingen
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art. 25-29
Afdeling 2. - De definitieve stopzetting van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid
Art. 30-31
HOOFDSTUK 7. - De kennisgevingen
Art. 32
HOOFDSTUK 8. - De begeleiding
Art. 33
HOOFDSTUK 9. - Verwerking van persoonsgegevens
Art. 34
HOOFDSTUK 10. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 35-37
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op elke ambtenaar die in tijdelijke arbeidsongeschiktheid werd gesteld door de medische instanties bedoeld in artikel 117, § 2, eerste lid, van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel.
HOOFDSTUK 2. - Definities
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder:
1° ambtenaar: persoon dewelke onderworpen is aan een publiekrechtelijk statuut;
2° arts-expert: een arts van het Bestuur van de medische expertise, een arts aangewezen door de bevoegde diplomatieke ambtenaar of de scheidsrechterlijke arts-expert;
3° ondersteunend team: de paramedische en administratieve ondersteuning bedoeld in artikel 1, § 5 van het koninklijk besluit van 1 december 2013 houdende regeling van het Bestuur van de medische expertise;
4° Medisch expertisecentrum: Medisch expertisecentrum arbeidsgeschiktheid van het Bestuur van de medische expertise van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu;
5° bevoegd departement: overheid die belast is met de indiening van de aanvragen voor medisch onderzoek bedoeld in het koninklijk besluit van 18 oktober 2024 tot regeling van de procedure voor de medische evaluatie van de arbeidsgeschiktheid van de ambtenaren van sommige overheidsdiensten door het Bestuur van de medische expertise en de uitvoering van de beslissing van het Medisch expertisecentrum;
6° wet: de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel;
7° medische instantie: medische instanties bedoeld in artikel 117, § 2, eerste lid, van de wet, met uitzondering van het Medisch expertisecentrum.
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen die van toepassing zijn op ambtenaren die door het Medisch expertisecentrum in tijdelijke arbeidsongeschiktheid zijn gesteld
Art.3. De beslissing van het Medisch Expertisecentrum in het kader van het koninklijk besluit van 18 oktober 2024 tot regeling van de procedure voor de medische evaluatie van de arbeidsgeschiktheid van de ambtenaren van sommige overheidsdiensten door het Bestuur van de medische expertise kan bestaan uit een plaatsing in tijdelijke arbeidsongeschiktheid. De arts-expert:
1° specificeert de herevaluatieperiode, overeenkomstig artikel 117, § 1, vierde lid, van de wet;
2° specificeert de aanwezigheid van de restcapaciteiten;
3° evalueert de zware handicap van de ambtenaar die opgelopen werd tijdens de loopbaan en die heeft geleid tot zijn uitsluiting van de dienst, overeenkomstig artikel 134, § 1 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen.
HOOFDSTUK 4. - De herevaluatie
Afdeling 1. - De evaluatievragenlijst
Art.4. Ten laatste een maand vóór het einde van de herevaluatieperiode bedoeld in artikelen 3, 1°, en 26, 1° wordt het dossier van de ambtenaar opnieuw beoordeeld, overeenkomstig artikel 117, § 1, vierde lid, van de wet.
Art.5. Voor de toepassing van artikel 117, § 1, vierde lid van de wet, bezorgt de medische instantie, uiterlijk vijftien weken voor het einde van de herevaluatietermijn van de ambtenaren waarvan de plaatsing in tijdelijke arbeidsongeschiktheid werd beslist, aan het Medische expertisecentrum de beslissing tot plaatsing in tijdelijke arbeidsongeschiktheid, de medische stukken, het functieprofiel, alsook de stukken op grond waarvan de medische instantie heeft vastgesteld dat de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert de nodige inspanningen heeft geleverd om de werkpost aan te passen of de ambtenaar weder tewerk te stellen, overeenkomstig artikel 117, § 1, tweede lid van de wet.
Art.6. Het Medisch expertisecentrum stuurt twaalf weken voor het verstrijken van de termijn bedoeld in artikelen 3 en 5 van dit besluit een vragenlijst op naar de ambtenaar op grond waarvan wordt nagegaan welke persoons- en omgevingsgerelateerde factoren, naargelang het geval, een werkhervatting bij de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert of een tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt kunnen bevorderen of verhinderen.
Art.7. De ambtenaar dient deze vragenlijst binnen een termijn van dertig dagen behoorlijk ingevuld naar het Medisch expertisecentrum terug te sturen. Recente en bewijskrachtige medische verslagen kunnen worden toegevoegd aan de evaluatievragenlijst.
De ambtenaar kan de "Terug Naar Werk-coördinator" vragen om te helpen bij het invullen van de evaluatievragenlijst.
Art.8. Als het Medisch expertisecentrum de vragenlijst niet binnen de in artikel 7 genoemde termijn heeft ontvangen, stuurt het een herinnering met een nieuwe termijn van dertig dagen.
Art.9. Van de in het artikel 6 bedoelde verplichting om een vragenlijst op te sturen, kan het Medisch expertisecentrum om gegronde medische redenen afwijken.
Afdeling 2. - Evaluatie van het dossier
Art.10. Na ontvangst van de evaluatievragenlijst bedoeld in artikel 6 of wanneer in het artikel 9 bedoelde afwijking van toepassing is, kan het Medisch expertisecentrum:
1° het tijdstip van het medisch onderzoek vastleggen in een in artikel 1, § 4, 2° van het koninklijk besluit van 1 december 2013 houdende regeling van het Bestuur van de medische expertise bedoeld regionaal medisch centrum;
2° een onderzoek vastleggen bij de ambtenaar thuis, in zijn woon- of verblijfplaats;
3° een onderzoek vastleggen door een door de bevoegde diplomatieke ambtenaar aangewezen arts indien de ambtenaar in het buitenland verblijft;
4° een onderzoek via videoconferentie vastleggen, na uitdrukkelijke toestemming van de ambtenaar;
5° het dossier toewijzen aan een arts van het Bestuur van de medische expertise, die een inschatting maakt op basis van het medisch dossier.
Art.11. Het Medisch expertisecentrum bepaalt het tijdstip en de plaats van het medisch onderzoek wanneer de ambtenaar:
1° nalaat de medische vragenlijst, na de herinnering bedoeld in artikel 8, in te dienen bij het Medisch expertisecentrum;
2° zonder gegronde reden niet ingaat op de uitnodigingen voor het eerste contactmoment bedoeld in artikel 19, derde lid, van dit besluit;
3° niet meewerkt aan het re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie.
Afdeling 3. - De medische evaluatie
Art.12. § 1. Indien de gezondheid van de ambtenaar hem verhindert om de medische onderzoeken bedoeld in dit besluit, bij te wonen voor een periode van ten minste één maand, moet er een door de behandelend arts gemotiveerd medisch attest worden verstrekt aan het Medisch expertisecentrum, dat kan overgaan tot:
1° een onderzoek bij de ambtenaar thuis, in zijn woon- of verblijfplaats;
2° een onderzoek door een door de bevoegde diplomatieke ambtenaar aangewezen arts indien de ambtenaar in het buitenland verblijft;
3° een onderzoek via videoconferentie, na uitdrukkelijke toestemming van de ambtenaar;
4° een inschatting op basis van het medisch dossier, indien voldoende informatie beschikbaar is om een beslissing te nemen. De arts-expert kan contact opnemen met de behandelend arts die het gemotiveerd medisch attest verstrekt.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 stelt het Medisch expertisecentrum, indien de verhindering minder dan een maand bedraagt, een nieuw medisch onderzoek in.
Als de ambtenaar zich niet op twee nieuwe opeenvolgende medische onderzoeken, zoals bedoeld in het eerste lid, aanbiedt zal het Medisch Expertisecentrum:
1° een omstandig medisch verslag vragen aan de ambtenaar, voor de onderzoeken in eerste aanleg om te voorzien een onderzoek overeenkomstig de in paragraaf 1 bedoelde modaliteiten. Indien de ambtenaar zonder geldige reden binnen 30 dagen geen omstandig medisch verslag bezorgt, voert het Medisch Expertisecentrum de in artikel 14 van dit besluit bedoelde procedure uit;
2° een beslissing nemen op basis van het medisch dossier voor de medische onderzoeken die zijn uitgevoerd voor de beroepsprocedure.
§ 3. Indien de onmogelijkheid om zich te verplaatsen het gevolg is van overmacht, plant het Medisch expertisecentrum een nieuw medisch onderzoek in.
§ 4. Paragraaf 1, 2°, is niet van toepassing op de medische onderzoeken die zijn uitgevoerd voor de beroepsprocedure.
Afdeling 4. - Aanvraag van een medische evaluatie
Art.13. De bepalingen van de artikelen 12 en 14 zijn niet van toepassing wanneer de ambtenaar zelf een medisch onderzoek aanvraagt bij een arts van het Bestuur van de medische expertise bedoeld in het artikel 117, § 1, vijfde lid, van de wet, tenzij de aanvraag gebeurt in toepassing van artikel 14, § 1, tweede lid.
Behoudens wanneer een onderzoek vastgelegd is of een beroepsprocedure ingeleid is, kan de aanvraag om een medisch onderzoek bedoeld in het eerste lid op elk ogenblik tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid worden ingediend.
Afdeling 5. - Afwezigheid zonder geldige reden bij een medisch onderzoek
Art.14. § 1. Wanneer de ambtenaar zich zonder geldige reden niet aanbiedt op een medisch onderzoek als bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk, wordt deze voor een nieuw onderzoek per aangetekend schrijven opgeroepen. Wanneer de ambtenaar zich zonder geldige reden niet aanbiedt op dit laatste onderzoek of geen omstandig medisch verslag indient als bedoeld in artikel 12, § 2, 1°, verzoekt het Medisch expertisecentrum de ambtenaar om binnen een termijn van dertig dagen de redenen hiervoor mee te delen.
Als de ambtenaar niet reageert op dit verzoek om uitleg, geen geldige reden kan geven of geen nieuw onderzoek aanvraagt, deelt het Medisch expertisecentrum zijn beslissing mee over de tijdelijke schorsing van de betaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren, overeenkomstig artikel 117, § 1/6 van de wet. De tijdelijke schorsing gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de beslissing.
§ 2. Elk ambtenaar die de hem meegedeelde beslissing niet kan aanvaarden, kan binnen de dertig dagen na de kennisgeving van de in het eerste lid bedoelde beslissing beroep aantekenen bij het Medisch expertisecentrum.
In het kader van het beroep kan de ambtenaar vragen te worden gehoord door de leidend ambtenaar van het Bestuur van de medische expertise of zijn afgevaardigde, vergezeld van een technisch en/of medische deskundige van het Medisch expertisecentrum. Het horen van de ambtenaar, op diens verzoek, is niet onverenigbaar met het gebruik van nieuwe communicatietechnologieën. De toestemming van de ambtenaar is daarvoor vereist.
Het Medisch expertisecentrum deelt zijn beslissing naar aanleiding van het beroep mee binnen vijftien dagen na ontvangst van het beroepschrift of van de hoorzitting bedoeld in het tweede lid. Het Medisch expertisecentrum kan de in de paragraaf 1 bedoelde tijdelijke schorsing opheffen of bevestigen.
§ 3. Indien de ambtenaar zich omwille van voldoende gemotiveerde redenen na de in paragraaf 2 genoemde beroepstermijn aanmeldt, dient hij schriftelijk de redenen voor de laattijdige melding en de redenen voor zijn afwezigheid bij het medisch onderzoek mee te delen.
De ambtenaar kan tijdens dezelfde periode van schorsing één keer zijn aanvraag bedoeld in het eerste lid indienen.
Het Medisch expertisecentrum deelt zijn beslissing om de tijdelijke schorsing op te heffen of om de ingeroepen reden te weigeren mee.
In geval van beroep is paragraaf 2 van toepassing.
§ 4. In afwijking van paragraaf 3 kan de ambtenaar, wanneer de beslissing tot tijdelijke schorsing effectief is, een aanvraag indienen voor een nieuw medisch onderzoek.
De annulering van de tijdelijke schorsing gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de ambtenaar contact opneemt met het Medisch expertisecentrum of de "Terug Naar Werk-coördinator" om een nieuwe datum voor het medisch onderzoek vast te leggen.
Als de ambtenaar dit nieuwe medische onderzoek niet bijwoont zonder geldige reden die overeenkomstig het vorig lid is vastgesteld, stelt het Medisch expertisecentrum de ambtenaar in kennis van zijn besluit van de tijdelijke schorsing van de betaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren.
Als de ambtenaar zich echter in de in het vorig lid bedoelde situatie bevindt, kan hij contact opnemen met het Centrum voor Medische Expertise of de "Terug Naar Werk-coördinator" om een nieuwe datum voor het medisch onderzoek vast te leggen. De annulering van de tijdelijke schorsing wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op de dag voorafgaand aan het medisch onderzoek daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
§ 5. Overeenkomstig artikel 117, § 1/6, tweede lid, van de wet betekent het Medisch expertisecentrum de beslissingen in eerste aanleg en de beslissingen met betrekking tot de beroepsprocedure aan de ambtenaar bedoeld in dit artikel, aan de instelling die belast is met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren en aan het bevoegd departement.
HOOFDSTUK 5. - De socioprofessionele re-integratie
Afdeling 1. - De "Terug Naar Werk-coördinator"
Art.15. De "Terug Naar Werk-coördinator" binnen het Bestuur van de medische expertise, dient de voorwaarden te vervullen zoals bepaald in artikel 215octies, § 2, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Art.16. De "Terug Naar Werk-coördinator" binnen het Bestuur van de medische expertise start in samenspraak met de ambtenaar, die in tijdelijke arbeidsongeschiktheid werd gesteld, en de arts van het Bestuur van de medische expertise een "Terug Naar Werk-traject" op indien een re-integratie kan worden overwogen, gelet op de restcapaciteiten.
Afdeling 2. - Het "Terug Naar Werk-traject"
Art.17. Een "Terug Naar Werk-traject" bedoeld in het artikel 16 betreft elk traject dat tot doel heeft om de ambtenaar in tijdelijke arbeidsongeschiktheid zo snel mogelijk te ondersteunen door een aangepaste begeleiding te voorzien met het oog op de uitoefening van een tewerkstelling die past bij zijn mogelijkheden en noden onder coördinatie van de "Terug Naar Werk-coördinator".
Art.18. Wanneer restcapaciteiten worden vastgesteld overeenkomstig artikelen 3, 2° en 26, 1°, van dit besluit, verwijst het Medisch expertisecentrum de ambtenaar door naar de "Terug Naar Werk-coördinator" met het oog op een eerste contactmoment in het kader van een "Terug Naar Werk-traject".
In afwijking van het eerste lid, kan de "Terug Naar Werk-coördinator" tussenkomen op initiatief van de ambtenaar zelf met het oog op een eerste contactmoment in het kader van een "Terug Naar Werk-traject", op elk ogenblik tijdens de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid. De "Terug Naar Werk-coördinator" brengt het Medisch expertisecentrum op de hoogte van dit verzoek.
Art.19. Ter voorbereiding van dit eerste contactmoment wordt de ambtenaar uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen die nagaat welke persoons- en omgevingsgerelateerde factoren, al naargelang het geval, een werkhervatting bij de werkgever of een tewerkstelling op de reguliere arbeidsmarkt kunnen bevorderen of verhinderen. De ambtenaar dient deze vragenlijst binnen een termijn van dertig dagen behoorlijk ingevuld terug te sturen.
In afwijking van het eerste lid, wordt geen vragenlijst naar de ambtenaar opgestuurd indien deze ambtenaar tijdens de zes laatste maanden al een vragenlijst heeft ingevuld en er geoordeeld wordt dat een actualisatie van de verstrekte antwoorden niet nodig is.
Binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van de door de ambtenaar ingevulde vragenlijst, vindt het eerste contactmoment tussen de "Terug Naar Werk-coördinator" en de ambtenaar in het kader van een "Terug Naar Werk-traject" plaats. Tijdens dit eerste contactmoment licht hij zijn rol inzake de begeleiding en opvolging van het traject toe en gaat hij samen met de ambtenaar de eerste stap van het traject na.
De "Terug Naar Werk-coördinator" verwijst de ambtenaar, met zijn instemming en met de nodige ondersteuning, tijdens het eerste contactmoment naar de preventieadviseur-arbeidsarts met het oog op de aanvraag tot een bezoek voorafgaand aan de werkhervatting bedoeld in het artikel I.4-36 van de codex over het welzijn op het werk of de opstart van een re-integratietraject bedoeld in hoofdstuk VI van boek I, titel 4 van de voormelde codex.
Afdeling 3. - Het re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie
Art.20. Het re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie bedoeld in deze afdeling beoogt in het kader van het "Terug Naar Werk-traject" de socioprofessionele re-integratie van de ambtenaar te bevorderen door hem te begeleiden naar een functie bij zijn werkgever, een andere werkgever of in een andere sector.
Art.21. Bij het eerste contactmoment bedoeld in artikel 19 vraagt de "Terug Naar Werk-coördinator" de ambtenaar om een engagementsverklaring om een re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie op te starten.
Art.22. In het kader van het re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie in de zin van artikel 20 wordt de ambtenaar uitgenodigd voor een opvolggesprek door de "Terug Naar Werk-coördinator" waarin concreet inhoud wordt gegeven aan het re-integratieplan gericht op de socioprofessionele re-integratie.
Het eerste opvolggesprek vindt plaats binnen de maand nadat de "Terug Naar Werk-coördinator" en de ambtenaar het re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie hebben opgestart zoals bedoeld in artikel 21. Indien nodig kan een tweede opvolggesprek worden gepland.
Overeenkomstig de bepalingen van het eerste lid stelt de "Terug Naar Werk-coördinator" in samenspraak met de ambtenaar en de arts van het Bestuur van de medische expertise een re-integratieplan gericht op socioprofessionele re-integratie op. Dit plan bevat minstens de doelstellingen van het plan, het eindresultaat dat wordt nagestreefd, één concrete actie en één concrete afspraak voor een volgend opvolggesprek.
De "Terug Naar Werk-coördinator", de arts-expert en het ondersteunend team kunnen in voorkomend geval en mits de toestemming van de ambtenaar overleggen met andere bij het traject betrokken partijen, meer bepaald de behandelend arts, de therapeutische begeleider, de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert, de begeleider van de diensten en instellingen van de federale Staat, de Gewesten en de Gemeenschappen die deelnemen aan de socioprofessionele re-integratie of andere dienstverleners.
Art.23. De "Terug Naar Werk-coördinator" volgt elke drie maanden het re-integratieplan gericht op socioprofessionele re-integratie op via het "Terug Naar Werk-dossier" van de ambtenaar, tenzij de elementen van het dossier een andere frequentie of timing rechtvaardigen. In voorkomend geval kan zowel de "Terug Naar Werk-coördinator" als de ambtenaar een nieuw opvolggesprek inplannen om de voortgang van het re-integratieplan te bespreken en de inhoud ervan bij te sturen.
Afdeling 4. - Het "Terug Naar Werk-dossier"
Art.24. De "Terug Naar Werk-coördinator" legt het eerste contactmoment, het opvolggesprek zoals bedoeld in artikel 22, de doelstellingen, de acties en de afspraken als onderdeel van het re-integratieplan vast in het "Terug naar Werk-dossier" van de ambtenaar.
De "Terug Naar Werk-coördinator", de arts-expert en het ondersteunend team hebben toegang tot dit "Terug Naar Werk-dossier".
HOOFDSTUK 6. - De beslissingen
Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Art.25. Na de herevaluatie bedoeld in hoofdstuk 4, betekent het Medisch expertisecentrum binnen dertig dagen de evaluatie van de restcapaciteiten.
Art.26. In het kader van het artikel 25 kan de arts-expert beslissen:
1° om de periode van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid te verlengen. De arts-expert zal de termijn voor de herevaluatie bepalen en de aanwezigheid van restcapaciteiten volgens de voorwaarden van artikel 117, § 1, vierde lid van de wet. Hij evalueert ook de zware handicap van de ambtenaar die opgelopen werd tijdens de loopbaan en die heeft geleid tot zijn uitsluiting van de dienst, overeenkomstig artikel 134, § 1 van de wet van 26 juni 1992 houdende sociale en diverse bepalingen;
2° dat de medische arbeidsgeschiktheid van de ambtenaar om op een regelmatige wijze zijn functies opnieuw uit te voeren vastgesteld is overeenkomstig artikel 117, § 1/6, derde lid van de wet.
Art.27. § 1. In toepassing van artikel 117, § 1/5, eerste lid van de wet, dient de ambtenaar voor elke gehele of gedeeltelijke werkhervatting of wedertewerkstelling vooraf de toestemming te vragen aan het Medisch expertisecentrum. De ambtenaar dient de aanvraag ten minste dertig dagen voor het begin van de geplande werkhervatting of wedertewerkstelling in.
De aanvraag bevat :
1° de identiteit van de werkgever bij wie de ambtenaar een gehele of gedeeltelijke werkhervatting of wedertewerkstelling uitoefent;
2° de toelating van de medische dienst die bevoegd is voor de werkgever, als het om een gedeeltelijke werkhervatting of wedertewerkstelling gaat. De toestemming voorleggen is niet vereist wanneer de bevoegde medische dienst het Bestuur van de medische expertise is;
3° de toelating van de werkgever om het werk te hervatten.
De arts van het Bestuur van de medische expertise neemt een standpunt in binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag bedoeld in deze paragraaf. Het Medisch expertisecentrum deelt de beslissing in eerste aanleg en met betrekking tot de beroepsprocedure mee aan de ambtenaar, aan het bevoegd departement en aan de instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren.
De toelating voor elke gehele werkhervatting of een gehele wedertewerkstelling impliceert van rechtswege de definitieve stopzetting van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid, onder de voorwaarden van artikel 117, § 3/1 van de wet.
De instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren stelt het Medisch expertisecentrum in kennis van de datum van uitwerking van de definitieve stopzetting van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid.
Het bevoegd departement, de werkgever of de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert informeert het Medisch expertisecentrum wanneer de ambtenaar tijdens het eerste jaar van een gedeeltelijke werkhervatting of wedertewerkstelling meer dan dertig opeenvolgende dagen arbeidsongeschikt is. Het Medisch expertisecentrum evalueert opnieuw zo snel mogelijk de toelating bedoeld in het derde lid.
Wanneer de arts van het Bestuur van de medische expertise zijn toelating intrekt in het kader van de herevaluatie bedoeld in het zesde lid, neemt hij een beslissing als bedoeld in artikel 26, 1°.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 deelt de ambtenaar de gehele werkhervatting bedoeld in artikel 117, § 1/5, tweede lid van de wet vooraf schriftelijk mee.
Voor de toepassing van artikel 117, § 1/5, derde lid van de wet, deelt de ambtenaar de aard van de functie mee en, indien van toepassing, de identiteit van de werkgever.
Het Medisch expertisecentrum zal de ambtenaar en de instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren zo snel mogelijk op de hoogte stellen van de gehele werkhervatting alsook de definitieve stopzetting van rechtswege van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid, onder de voorwaarden en binnen de termijnen bepaald in artikel 117, § 3/1, vijfde tot zevende lid, van de wet.
De instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren stelt het Medisch expertisecentrum in kennis van de datum van uitwerking van de definitieve stopzetting van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid.
§ 3. Wanneer het Medisch expertisecentrum een beslissing neemt als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de wet van 18 mei 2024 tot invoering van een tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren en als de ambtenaar al een beroepsactiviteit uitoefent, wordt verondersteld dat de beslissing van het Bestuur van de medische expertise betreffende de toelating positief is.
Art.28. Artikel 7 en hoofdstuk 4 van het koninklijk besluit van 18 oktober 2024 tot regeling van de procedure voor de medische evaluatie van de arbeidsgeschiktheid van de ambtenaren van sommige overheidsdiensten door het Bestuur van de medische expertise zijn van toepassing in geval van beroep tegen de beslissingen bedoeld in artikelen 26 en 27, § 1.
Art.29. In afwijking van artikel 28:
1° wanneer de arts-expert een beslissing neemt bedoeld in artikel 26, 1°, betekent het Medisch expertisecentrum de beslissing in eerste aanleg en de beslissingen met betrekking tot de beroepsprocedure aan de ambtenaar en aan het bevoegd departement, met uitzondering van de beslissingen in beroep waarbij een beslissing bedoeld in artikel 26, 2°, wordt herzien, die betekend worden aan de ambtenaar, aan het bevoegd departement en aan de instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren;
2° wanneer de arts-expert een beslissing neemt bedoeld in artikel 26, 2°, zendt het Medisch expertisecentrum de beslissing in eerste aanleg en met betrekking tot de beroepsprocedure aan de ambtenaar, aan het bevoegd departement en aan de instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren, overeenkomstig artikel 117, § 3/1, van de wet.
Afdeling 2. - De definitieve stopzetting van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid
Art.30. § 1. Wanneer de ambtenaar het voorwerp uitmaakt van een beslissing bedoeld in artikel 26, 2°, van dit besluit, gaat de definitieve stopzetting van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid in binnen de termijnen bedoeld in artikel 117, § 3/1, tweede en derde lid, van de wet.
De instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren stelt het Medisch expertisecentrum in kennis van het einde van de in het eerste lid bedoelde periode.
Zodra de in lid 2 bedoelde mededeling is gedaan, stelt het Medisch expertisecentrum het bevoegd departement en de ambtenaar in kennis van het einde van de in het eerste lid bedoelde termijn, de in paragraaf 2 bedoelde communicatie en de in paragraaf 3 bedoelde mogelijkheden om te worden gehoord.
§ 2. Uiterlijk vijftien dagen voor het einde van de periode bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, communiceert het bevoegd departement of, in voorkomend geval, de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert, aan het Medisch expertisecentrum een met redenen omkleed verslag waarin de werkaanbiedingen, indien van toepassing de gemotiveerde weigering van de ambtenaar en het verrichte onderzoek binnen de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert, worden uiteengezet overeenkomstig de bepalingen van het toepasselijke statuut.
De ambtenaar kan slechts één keer een passende functie als bedoeld in paragraaf 4 met opgave van redenen weigeren. Het Medische expertisecentrum beoordeelt de motivering in zijn beslissing, bedoeld in paragraaf 5.
§ 3. De overheid waaronder de ambtenaar ressorteert, het bevoegd departement of de ambtenaar kan vragen gehoord te worden door de leidend ambtenaar van het Bestuur van de medische expertise of zijn afgevaardigde, vergezeld van een technisch en/of medisch deskundige van het Medisch expertisecentrum. De aanvraag wordt uiterlijk dertig dagen voor het einde van de in paragraaf 1 bedoelde periode ingediend.
De hoorzitting, op verzoek en met akkoord van de partijen, is niet onverenigbaar met het gebruik van nieuwe communicatietechnologieën.
Het verhoor van de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert, van het bevoegd departement of van de ambtenaar mag uiterlijk vijftien dagen vóór het einde van de paragraaf 1, eerste lid plaatsvinden.
Van elke hoorzitting worden notulen gemaakt die door alle partijen kunnen worden geraadpleegd.
§ 4. Voor de toepassing van artikel 117, § 3/2 van de wet kan een passende functie overeenkomen met:
1° de vorige functie van de ambtenaar;
2° het niveau of de graad van de ambtenaar, afhankelijk van het toepasselijk statuut;
3° de kwalificaties van de ambtenaar, indien deze gelijk zijn aan het vorige niveau van de ambtenaar, afhankelijk van het toepasselijk statuut;
Het Medisch expertisecentrum gaat ook na of de voorgestelde functie verenigbaar is met de gezondheidstoestand van de ambtenaar en geen substantieel risico vormt voor een regelmatige terugkeer naar het werk.
§ 5. Binnen dertig dagen na ontvangst van het in § 2 bedoelde verslag of uiterlijk binnen de in paragraaf 1 van de wet bedoelde termijn betekent het Medisch expertisecentrum zijn beslissing aan het bevoegd departement en/of de overheid waaronder de ambtenaar ressorteert.
Art.31. Als de ambtenaar onder de voorwaarden van artikel 117, § 3/1, achtste lid van de wet valt, kan hij binnen dertig dagen na de beslissing van lichamelijke ongeschiktheid een schriftelijk verzoek indienen bij het Medisch expertisecentrum. Het verzoek vermeldt de uitgeoefende functie bij de werkgever, het getuigschrift waarop de begin- en de einddatum van de overeenkomst en de aard van de verrichte arbeid worden vermeld, en eventueel de beslissing van lichamelijke ongeschiktheid.
De arts van het Bestuur van de medische expertise neemt een standpunt in binnen de dertig dagen na ontvangst van het verzoek. De arts van het Bestuur van de medische expertise herroept de definitieve stopzetting van de tijdelijke arbeidsongeschiktheid en neemt een beslissing als bedoeld in artikel 26, 1°.
HOOFDSTUK 7. - De kennisgevingen
Art.32. De oproepingen, beslissingen en vragenlijsten bedoeld in dit besluit worden door het Medisch expertisecentrum per post verzonden of per elektronische post via het systeem eBox zoals bepaald in de wet van 27 februari 2019 inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox.
HOOFDSTUK 8. - De begeleiding
Art.33. De ambtenaar die is opgeroepen voor de medische onderzoeken bedoeld in dit besluit of gehoord in het kader van de artikelen 14 en 30 kan zich laten vergezellen door een arts, een advocaat, of een andere niet-medische raadgever.
HOOFDSTUK 9. - Verwerking van persoonsgegevens
Art.34. § 1. De dossiers, vragenlijsten, aanvragen en beroepen bedoeld in de artikelen 5, 6, 12, §§ 1 en 2, 14, §§ 1 tot 4, 19, 27, §§ 1 en 2, 30, § 2, en 31 van dit besluit, omvatten de volgende categorieën van gegevens:
1° de identificatiegegevens van de ambtenaar, zoals rijksregisternummer, achternaam en voornaam;
2° de contactgegevens van de ambtenaar, zoals e-mail en telefoonnummer;
3° de professionele gegevens van de ambtenaar, zoals de contactgegevens van de werkgevende autoriteit of werkgever, de functie, het functieprofiel en elementen met betrekking tot re-integratie;
4° de gezondheidsgegevens van de ambtenaar, zoals de medische verslagen van de ambtenaar, het gemotiveerd medisch attest, het medisch verslag in het kader van het beroep, de beslissingen van de preventieadviseur-arbeidsarts, de beslissingen van de medische instantie, de toelating van de medische dienst die bevoegd is door de werkgever.
Het doel van de gegevensverwerking is om het Bestuur van de medische expertise van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de verantwoordelijke voor de verwerking, in staat te stellen voldoende informatie te verzamelen om:
1° de gegrondheid na te gaan van de medische redenen die worden aangebracht om de afwezigheid op een medisch onderzoek te rechtvaardigen;
2° een standpunt in te nemen over de "passende functie" die door de werkgever werd voorgesteld;
3° de ambtenaar te begeleiden in het kader van het re-integratietraject gericht op de socioprofessionele re-integratie;
4° de schorsing van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren te beheren;
5° de arbeidsgeschiktheid en de restcapaciteiten te beoordelen;
6° de zware handicap van de ambtenaar, die werd opgelopen tijdens de loopbaan en die heeft geleid tot de uitsluiting van de dienst, te beoordelen.
Bepaalde persoonsgegevens kunnen naar het bevoegde departement en de instelling belast met de uitbetaling van de tijdelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voor ambtenaren worden doorgestuurd.
§ 2. Binnen het kader van hun respectieve functies hebben het personeel van het Bestuur van de medische expertise van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en de arts-expert toegang tot de persoonsgegevens en gezondheidsgegevens die geregistreerd zijn in het kader van de procedure die in dit besluit is vastgelegd.
De persoonsgegevens en gezondheidsgegevens die in het kader van de procedure van dit besluit zijn geregistreerd, worden door het Bestuur van de medische expertise gewist na het verstrijken van een termijn van tien jaar na het overlijden van de persoon op wie ze betrekking hebben. Indien een rechtsvordering is ingesteld, wordt deze termijn verlengd tot op het ogenblik waarop een beslissing in kracht van gewijsde omtrent deze vordering werd getroffen.
HOOFDSTUK 10. - Overgangs- en slotbepalingen
Art.35. De begeleiding door de "Terug Naar Werk-coördinator" met het oog op het opstarten van het re-integratietraject gericht op socioprofessionele re-integratie kan worden verstrekt aan elke ambtenaar in tijdelijk pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid tussen 1 januari 2025 en 31 december 2027.
De begeleiding bedoeld in het eerste lid wordt geboden op initiatief van de ambtenaar.
Art.36. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2028.
Art. 37. De minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken en de minister bevoegd voor Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.