5 NOVEMBER 2024. - Ministerieel besluit houdende gedeeltelijke delegatie van de bevoegdheid op het gebied van wapenvergunningen en goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik aan de Directeur-generaal van de Waalse Overheidsdienst Werk en Onderzoek
Art. 1-4
Artikel 1. In de zin van dit artikel wordt verstaan onder:
1° Minister: de Waalse Minister bevoegd voor de invoer, uitvoer en doorvoer van wapens, munitie, en materieel speciaal bestemd voor militaire doeleinden of voor ordehandhaving en van de desbetreffende technologie alsook van producten en technologieën voor dubbel gebruik;
2° Directeur-generaal: De Directeur-generaal van de Waalse Overheidsdienst Economie, Werk en Onderzoek;
3° Verordening (EU) 2021/821: Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een Unieregeling voor controle op de uitvoer, de tussenhandel, de technische bijstand, de doorvoer en de overbrenging van producten voor tweeërlei gebruik;
4° decreet: het decreet van 21 juni 2012 betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten.
Art.2. Er wordt delegatie verleend aan de Directeur-generaal om toestemming te verlenen of te weigeren voor de volgende soorten aanvragen:
1° de vergunningsaanvragen voor de overdracht van civiele wapens naar een lidstaat van de Europese Unie zoals bedoeld in artikel 4, § 1, lid 1, van het decreet;
2° de vergunningsaanvragen voor de invoer of overdracht van defensiegerelateerde producten of civiele wapens in het Waalse Gewest zoals bedoeld in artikel 4, § 1, lid 3 en lid 15 van het decreet;
3° de aanvragen voor het internationaal invoercertificaat zoals bedoeld in artikel 13 van het decreet;
4° de aanvragen voor een individuele of globale vergunning voor de overdracht van defensiegerelateerde producten naar één of meerdere lidstaten van de Europese Unie zoals bedoeld in de artikelen 7 en 8 van het decreet;
5° de vergunningsaanvragen voor de uitvoer en doorvoer van defensiegerelateerde producten en civiele wapens zoals bedoeld in de artikelen 14 en 16 van het decreet, wanneer het eindgebruik in een van de volgende landen van eindbestemming ligt: het Verenigd Koninkrijk, Australië, Canada, Japan, Liechtenstein, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, IJsland, Verenigde Staten en Zwitserland;
6° de vergunningsaanvragen voor de uitvoer, tijdelijke overdracht of doorvoer met het oog op deelname aan een tentoonstelling of beurs, met uitzondering van privévoorstellingen en demonstraties;
7° de vergunningsaanvragen voor de wederuitvoer wanneer de wederuitvoer naar één van de volgende landen wordt beoogd: het Verenigd Koninkrijk, Australië, Canada, Japan, Liechtenstein, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, IJsland, de Verenigde Staten en Zwitserland;
8° de aanvragen voor een individuele of globale vergunning voor de uitvoer van producten of technologieën voor tweeërlei gebruik zoals bedoeld in Verordening (EU) nr. 2021/821, wanneer het eindgebruik in een van de volgende landen ligt: het Verenigd Koninkrijk, Australië, Canada, Japan, Liechtenstein, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, IJsland, de Verenigde Staten en Zwitserland;
9° de vergunningsaanvragen voor de overdracht van producten voor tweeërlei gebruik zoals bedoeld in bijlage IV van Verordening (EU) nr. 2021/821 naar een lidstaat van de Europese Unie, indien de beslissing van de Directeur-generaal het advies van de Commissie van Advies voor de niet-verspreiding van kernwapens volgt;
10° de kennisgevingen van uitvoering van de bepalingen van artikel 4.1 van Verordening (EU) 2021/821;
11° de certificering van de ondernemingen zoals bedoeld in artikel 10 van het decreet en georganiseerd bij het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2013 tot uitvoering van het decreet van 21 juni 2012 betreffende de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en van defensiegerelateerde producten, wat de voorziene certificeringsmaatregelen betreft.
Art.3. Artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 23 mei 2019 betreffende de overdrachten van bevoegdheden in de Waalse Overheidsdienst is niet van toepassing op de in artikel 2 bedoelde delegatie.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking op de dag van ondertekening ervan.