11 JULI 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de berekening van de vergoeding bepaald in artikel 19 van de wet van 15 mei 2024 tot invoering van een Samenlevingsdienst
Art. 1-8
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° de gecumuleerde inkomsten: de inkomsten en de uitkeringen die de burger in dienst ontvangt als beroepsinkomen, de werkloosheidsuitkering, de inschakelingsuitkering, het leefloon, en/of de inkomens vervangende tegemoetkoming;
2° het GGMMI: het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen zoals vastgesteld door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43.
Art.2. Het Agentschap stort elke maand aan de burger in dienst een vergoeding waarvan het maximumbedrag overeenstemt met het aantal dagen, beperkt tot 20 dagen per maand, besteed aan de Samenlevingsdienst, vermenigvuldigd met een bedrag gelijk aan 1,38 procent van het GGMMI.
Dit bedrag wordt in evenredige mate verminderd voor de burgers in dienst die zich in de situaties bevinden zoals bedoeld in artikel 3 of artikel 4.
Art.3. Wanneer de burger in dienst gecumuleerde inkomsten ontvangt waarvan het bruto totaalbedrag zich situeert tussen het bedrag dat overeenstemt met 46 procent van het GGMMI en het bedrag dat overeenstemt met 66 procent van het GGMMI, wordt het bedrag van de maandelijkse vergoeding berekend door het optellen van twee bedragen:
1° het bedrag dat overeenstemt met 0,41 procent van het GGMMI vermenigvuldigd met het aantal dagen besteed aan de Samenlevingsdienst;
2° het bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen het totaalbedrag van de gecumuleerde inkomsten en het bedrag dat overeenstemt met 66 procent van het GGMMI.
Art.4. Wanneer de burger in dienst gecumuleerde inkomsten ontvangt waarvan het bruto totaalbedrag hoger is dan het bedrag dat overeenstemt met 66 procent van het GGMMI, wordt het bedrag van de maandelijkse vergoeding vastgesteld op een bedrag dat overeenstemt met 0,41 procent van het GGMI vermenigvuldigd met het aantal dagen besteed aan de Samenlevingsdienst.
Art.5. Wanneer de burger in dienst gecumuleerde inkomsten ontvangt waarvan het bruto totaalbedrag hoger is dan of gelijk aan het bedrag dat overeenstemt met het GGMMI, is het bedraag van de maandelijkse vergoeding gelijk aan 0.
Art.6. Om het bedrag van de vergoeding toegekend aan de burgers in dienst, correct te kunnen berekenen, kan het Agentschap toegang hebben tot de gegevens van dezen aangaande de werkloosheidsuitkeringen, de inschakelingsuitkeringen, het leefloon, en/of de inkomens vervangende tegemoetkomingen.
Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 mei 2024.
Art. 8. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.