21 NOVEMBER 2024. - Besluit van de Waalse regering tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van buitengewone steun aan schapen- en rundveehouders om de gevolgen van blauwtongepizoötie bij schapen in het Waalse Gewest te ondervangen
Art. 1-8
BIJLAGE.
Art. N
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016 : het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2016 betreffende de toekenning van steun aan de landbouwbedrijven om het hoofd te bieden aan de daling van de prijzen van de landbouwproducten of aan uitzonderlijke gebeurtenissen en een steun voor de verwerking en de afzet van landbouwproducten;
2° besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 : het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
3° begunstigde: de houder van schapen of runderen die correct geïdentificeerd is in Sanitel en verbonden is aan een productie-eenheid, die voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van het besluit van de Waalse regering van 15 december 2016 ;
4° Sanitel: het geautomatiseerde gegevensbestand van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen bedoeld in artikel 2, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 20 mei 2022 betreffende de identificatie en de registratie van bepaalde hoefdieren, pluimvee, konijnen en bepaalde vogels;
Art.2. Binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten wordt de in artikel 5 van het besluit van de Waalse regering van 15 december 2016 bedoelde steun toegekend aan begunstigden die het bewijs leveren dat hun veestapel door blauwtong is aangetast.
De steun wordt verleend in de vorm van een kapitaalsubsidie waarvan het totaalbedrag niet hoger mag zijn dan 15.000 euro per bedrijf overeenkomstig de bepalingen van Verordening nr.1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector.
Het steunbedrag wordt berekend overeenkomstig de voorwaarden in bijlage 1.
Het vastgestelde bedrag wordt bepaald met inachtneming van de de-minimissteun die in het lopende jaar en de twee voorgaande jaren aan de begunstigde is verleend, en mag het maximaal toegestane bedrag van 15 000 euro niet overschrijden.
Art.3. Uiterlijk op 08 november 2024 moet de aanvrager de in lid 2 bedoelde bewijsstukken en de in lid 3 bedoelde verklaring indienen bij het Waalse betaalorgaan. Het indienen van deze gegevens bij het Waalse betaalorgaan geldt als steunaanvraag.
Het in aanmerking komend bewijs omvat:
1° één van de volgende bewijsstukken:
a) de brief van het Federaal Agentschap voor Voedselveiligheid (FAVV) waarin het vermoeden van blauwtong bij de veestapel op het bedrijf wordt bevestigd, of
b) een attest van de bedrijfsdierenarts waaruit blijkt dat de ziekte in de veestapel aanwezig is;
2° de volgende informatie:
a) het aantal dode dieren en hun ringnummer ;
b) het producentnummer en kuddenummer;
c) de naam van het bedrijf in het geval van rechtspersonen.
De aanvrager vult in en ondertekent de minimis-verklaring zoals opgenomen in bijlage 2.
De aanvrager moet de FCO-analyseprotocollen op het bedrijf bewaren.
Art.4. Het Waalse betaalorgaan brengt de aanvrager uiterlijk op 31 december 2024 op de hoogte van zijn beslissing.
Art.5. Naast de voorwaarden die voor de begunstigde zijn vastgesteld in artikel 3 van het besluit van de Waalse regering van 15 december 2016, kan steun worden verleend aan begunstigden die een schapen- of rundveebeslag houden dat ten minste is samengesteld :
1° voor schapen : dertig ooien die op de datum van 1 april 2024 geregistreerd zijn in de geïnformatiseerde toepassing voor dierenregistratie die door de administratie ter beschikking wordt gesteld overeenkomstig artikel 22, § 1, paragraaf 2, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023;
2° voor runderen: tien stuks vleesvee, melkvee of gemengd vee die op 1 april 2024 geregistreerd zijn in de databank van Sanitel.
Voor de toepassing van paragraaf 1er, 1°, zijn de ooien ouder dan zes maanden en worden ze gehouden tijdens de aanhoudperiode vastgelegd in artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, voor het toepassingsjaar 2024.
Voor de toepassing van lid 1, 2°, worden de runderen gehouden gedurende de aanhoudperiode bepaald in artikel 8 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023, voor het toepassingsjaar 2024.
Art.6. In geval van latere vergoedingen, van welke aard ook, voor dezelfde verliezen, informeert de begunstigde het Waalse betaalorgaan binnen zestig dagen na de betaling van de materiële steun en betaalt hij de ontvangen steun terug.
De begunstigde kan nochtans nieuwe stukken bij het Waalse betaalorgaan laten gelden, waarbij wordt bewezen dat alle tot 30 september 2024 geleden schade niet vergoed is. In dit geval behoudt de begunstigde de ontvangen steun.
Indien het eerste lid niet nageleefd wordt, gaat het Waalse betaalorgaan tot de invordering van het geheel van de ontvangen steun krachtens dit besluit over.
Art.7. Het Waalse betaalorgaan betaalt de steun. De verantwoordelijke van het Waalse betaalorgaan is gemachtigd om de steun vast te leggen en uit te betalen.
Art.8. Dit besluit heeft uitwerking op 18 oktober 2024.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 16-12-2024, p. 133815)