2 DECEMBER 2024. - Ministerieel besluit tot uitvoering van artikel 16, § 2, van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, artikel 18, § 2, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en artikel 23, § 2, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen
Art. 1-6
Artikel 1. De bedragen vermeld in artikel 16, § 2, van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden worden aangepast overeenkomstig de volgende formule rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand november 2023:
1. 1.950 x 128,89/127,92 = 1.964,786585 EUR
2. 3.900 x 128,89/127,92 = 3.929,573170 EUR
Art.2. De bedragen vermeld in artikel 18, § 2, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie worden aangepast overeenkomstig de volgende formule rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand november 2023:
1. 1.950 x 128,89/127,92 = 1.964,786585 EUR
2. 3.900 x 128,89/127,92 = 3.929,573170 EUR
Art.3. De bedragen vermeld in artikel 23, § 2, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen worden aangepast overeenkomstig de volgende formule rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand november 2023:
1. 1.950 x 128,89/127,92 = 1.964,786585 EUR
2. 3.900 x 128,89/127,92 = 3.929,573170 EUR
Art.4. De in de artikelen 1, 2 en 3 vermelde bedragen worden als volgt afgerond op de hogere euro:
1. 1.965 EUR
2. 3.930 EUR
Art.5. Krachtens artikel 16, § 2, van de wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, artikel 18, § 2, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en artikel 23, § 2, van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie tussen vrouwen en mannen treden de nieuwe bedragen in werking op 1 januari van het jaar van de aanpassing, namelijk 1 januari 2024.
Art. 6. De Staatssecretaris bevoegd voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit is belast met de uitvoering van dit besluit.