Details





Titel:

27 SEPTEMBER 2024. - Ministerieel besluit over de vastlegging van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten en warmte-krachtcertificaten voor projecten met een startdatum vanaf 1 januari 2025



Inhoudstafel:


Art. 1-2



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor groenestroomprojecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap in haar rapport voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, per projectcategorie vastgesteld als volgt:
  1° nieuwe biogasinstallaties met een startdatum vanaf 1 januari 2025 en met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 5 MWe:
  a) voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0,560;
  b) voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en die niet vallen onder 2° a): de bandingfactor bedraagt: 0,560;
  c) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0,560;
  d) voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en die niet vallen onder 2° c): de bandingfactor bedraagt 0,560;
  2° nieuwe biogasinstallaties met een startdatum vanaf 1 januari 2025 en met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe:
  a) voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en waarbij het project voorziet in burgerparticipatie: de bandingfactor bedraagt 0,560;
  b) voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van biogasinstallaties op stortgas; biogasinstallaties met vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib en biogasinstallaties voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie en die niet vallen onder 3° a): de bandingfactor bedraagt 0,560;

Art. 2. Voor WKK-projecten wordt de bandingfactor, door het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap in haar rapport voorgesteld ter uitvoering van het bepaalde in artikel 6.2/1.5, § 2, derde lid, van het Energiebesluit van 19 november 2010, per projectcategorie vastgesteld als volgt:
  1° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas en met een bruto nominaal vermogen groter dan 10 kWe tot en met 5 MWe:
  a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2025:
  1. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van punt 2 en met uitsluiting van kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op stortgas of op biogas, afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,491;
  2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1,00;
  b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2025:
  1. voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van punt 2 en met uitsluiting van kwalitatieve warmtekrachtinstallaties op stortgas of op biogas, afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater of rioolwaterzuiveringsslib: de bandingfactor bedraagt 0,440;
  2. voor GFT-vergisting bij een bestaande composteringsinstallatie: de bandingfactor bedraagt 1,00;
  2° kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op biogas met een bruto nominaal vermogen groter dan 5 MWe tot en met 20 MWe voor de vergisting van mest- en/of land- en tuinbouwgerelateerde stromen of van andere organisch-biologische stoffen of afvalstoffen, met uitsluiting van kwalitatieve warmte-krachtinstallaties op stortgas of biogas, afkomstig van vergisting van afvalwater, afvalwaterzuiveringsslib, rioolwater, rioolwaterzuiveringsslib of GFT-afval:
  a) nieuwe installaties met een startdatum vanaf 1 januari 2025: de bandingfactor bedraagt 0,0691;
  b) ingrijpende wijzigingen met een startdatum vanaf 1 januari 2025: de bandingfactor bedraagt 0,0300;