Details





Titel:

16 SEPTEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 85/1, § 4, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de opzegging van stilzwijgend verlengbare verzekeringsovereenkomsten bedoeld in artikel 85/1, § 3, van de wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen.

Art.2. Met het oog op de toepassing van artikel 85/1, § 3, van dezelfde wet, deelt de verzekeringnemer aan de nieuwe verzekeraar of, in voorkomend geval, de verzekeringstussenpersoon minstens, binnen de grenzen van de categorieën van gegevens zoals vastgesteld in de artikelen 85/1 en 85/2, van dezelfde wet, volgende informatie mee:
  1° de naam, voornaam en het postadres van de verzekeringnemer;
  2° de identificatie van de huidige verzekeraar of van de verzekeringstussenpersoon die, als lasthebber van één of meer verzekeringsondernemingen, het recht heeft om in naam en voor rekening van die verzekeringsonderneming de verzekeringsovereenkomst te beheren, met inbegrip van het ondernemingsnummer;
  3° het polisnummer van de op te zeggen overeenkomst en de respectievelijke waarborgen;
  4° de datum van aanvang van de verzekeringsovereenkomst, en de datum van de jaarlijkse vervaldatum van de op te zeggen overeenkomst.

Art.3. Het verzoek van de verzekeringnemer om voor zijn rekening de nodige formele stappen te zetten om het opzeggingsrecht bedoeld in artikel 85/1, § 3, van dezelfde wet uit te oefenen, wordt door de verzekeringnemer gedaan aan de nieuwe verzekeraar of, in voorkomend geval, een verzekeringstussenpersoon, op een ondertekende duurzame gegevensdrager waarmee de ondertekenaar zich identificeert en zijn wil om de huidige verzekeringsovereenkomst op te zeggen en een nieuwe verzekeringsovereenkomst af te sluiten kenbaar maakt.

Art.4. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2024.

Art. 5. De minister bevoegd voor Verzekeringen, de minister bevoegd voor Justitie en de minister bevoegd voor Consumentenbescherming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.