13 SEPTEMBER 2024. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de basistaken van de kinderverzorgers en kinderverzorgsters
Art. 1-6
Artikel 1. De taken van de kinderverzorger of kinderverzorgster zijn voornamelijk gericht op leerlingen jonger dan drie jaar en negen maanden en leerlingen in het kleuteronderwijs die speciale behoeften hebben. Hun hoofdzakelijke taken zijn, zonder hiërarchische volgorde:
1. zorgen voor het verband tussen de gezinsomgeving en de schoolomgeving;
2. de leerlingen begeleiden:
a) in een globale benadering die rekening houdt met zowel al hun fysieke, psychologische, cognitieve, emotionele, sociale en taalbehoeften, als hun interacties met hun omgeving;
b) met inachtneming voor hun collectieve en individuele bioritme en behoeften om het leren en de formatieve beoordeling aan te moedigen.
3. bijdragen tot de organisatie en het beheer van het leven van de klas, rekening houdend met de fysiologische behoeften van de leerlingen;
4. eventuele stagiairs of leerlingen die naar dezelfde functie streven, begeleiden.
Art.2. In samenwerking en in overleg met de leerkracht kleuteronderwijs, onder het toezicht van de directie, zal de kinderverzorger of kinderverzorgster:
- nadenken over ideeën tot verbetering van het tijdbeheer, voornamelijk gebaseerd op de fysiologische behoeften en de bioritmen van de leerlingen;
- de klaslokalen organiseren om de opvang te optimaliseren en de veranderingen van locaties en volwassenen-referenten zoveel mogelijk te beperken;
- desgevallend, een leerling of een groep leerlingen overnemen in het kader van een leeractiviteit.
Art.3. Buiten de lestijden kan de kinderverzorger of kinderverzorgster belast worden met de opvang, de animatie, de hulpverlening bij de maaltijden en het oppassen van de leerlingen jonger dan drie jaar en negen maanden en de leerlingen in het kleuteronderwijs die speciale behoeften hebben. Hij of zij neemt deel aan het gezamenlijk werk en aan alle vergaderingen over de situatie van de kleuterleerlingen.
Art.4. In zijn/haar hoedanigheid van lid van het onderwijsteam neemt de kinderverzorger of kinderverzorgster deel aan de verschillende georganiseerde opleidingen en inzonderheid aan de voortgezette beroepsopleiding bedoeld in artikel 6.1.3-1. van het Wetboek voor het basis- en secundair onderwijs.
Art.5. Dit besluit treedt in werking op de datum van inwerkingtreding van het decreet van 4 april 2024 inzake aanvullende steun in het onderwijs dat gewestelijke subsidies geniet, tot opheffing van verschillende bepalingen inzake basis- en secundair onderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen met betrekking tot kinderverzorgers.
Art. 6. De Minister bevoegd voor het leerplichtonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.