16 JUNI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 maart 2013 tot beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
Art. 1-4
Artikel 1. Dit besluit voorziet in de omzetting van gedelegeerde richtlijn (EU) 2024/232 van de Commissie van 25 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een vrijstelling voor cadmium en lood in plastic profielen voor elektrische en elektronische ramen en deuren die teruggewonnen polyvinylchloride bevatten.
Art.2. Bijlage III van het koninklijk besluit van 17 maart 2013 tot beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur wordt aangevuld met regel 46 als volgt:
| 46 | Cadmium en lood in plastic profielen die mengsels bevatten die zijn geproduceerd uit afval van polyvinylchloride (hierna "teruggewonnen hard pvc" genoemd), gebruikt voor elektrische en elektronische ramen en deuren, waarbij de concentratie in het teruggewonnen materiaal van hard pvc niet meer bedraagt dan 0,1 gewichtsprocent cadmium en 1,5 gewichtsprocent lood. Met ingang van 28 mei 2026 mag hard pvc dat uit elektrische en elektronische ramen en deuren wordt teruggewonnen, alleen worden gebruikt voor de productie van nieuwe voorwerpen onder de in vermelding 63, punt 18, a) tot en met d), van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 gespecificeerde categorieën. Leveranciers van pvc-voorwerpen die teruggewonnen hard pvc bevatten met een loodgehalte gelijk aan of groter dan 0,1 gewichtsprocent van het pvc-materiaal, zorgen ervoor dat deze voorwerpen zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar zijn voorzien van de volgende vermelding: "Bevat ≥ 0,1 gewichtsprocent aan lood". Indien de markering wegens de aard van het voorwerp niet op het voorwerp kan worden aangebracht, moet zij op de verpakking van het voorwerp worden aangebracht. Leveranciers van pvc-voorwerpen die teruggewonnen hard pvc bevatten, dienen bij de nationale handhavingsautoriteiten op verzoek bewijsstukken in ter staving van de claims dat het pvc in die voorwerpen van terugwinning afkomstig is. Ter staving van dergelijke claims voor in de Unie geproduceerde pvc-voorwerpen mogen certificaten worden gebruikt die de traceerbaarheid en het gehalte aan gerecycleerd materiaal aantonen, zoals die welke zijn ontwikkeld overeenkomstig EN 15343:2007 of gelijkwaardige erkende normen. Claims dat het pvc in ingevoerde voorwerpen afkomstig is van terugwinning, moeten vergezeld gaan van een door een onafhankelijke derde afgegeven certificaat dat de traceerbaarheid en het gehalte aan gerecycleerd materiaal op gelijkwaardige wijze aantoont. | Geldt voor categorie 11 en vervalt op 28 mei 2028." | 46 | Le cadmium et le plomb dans les profilés en matière plastique contenant des mélanges produits à partir de déchets de polychlorure de vinyle (ci-après dénommé "PVC rigide valorisé"), utilisés dans la fabrication de portes et fenêtres électriques et électroniques, lorsque leur concentration dans le PVC rigide valorisé n'excède pas 0,1 % de cadmium en poids et 1,5 % de plomb en poids. A partir du 28 mai 2026, le PVC rigide valorisé à partir de fenêtres et portes électriques et électroniques n'est utilisé que pour la production d'articles neufs des catégories définies à l'annexe XVII, entrée 63, points 18, a) à d), du règlement (CE) no 1907/2006. Les fournisseurs d'articles en PVC contenant du PVC rigide valorisé dont la concentration en plomb est égale ou supérieure à 0,1 %, en poids, du PVC veillent, avant de mettre ces articles sur le marché, à ce qu'ils portent de manière visible, lisible et indélébile la mention suivante: "Contient ≥ 0,1 % de plomb". Lorsque le marquage ne peut être apposé sur l'article en raison de sa nature, il est apposé sur l'emballage de l'article. Sur demande, les fournisseurs d'articles en PVC contenant du PVC rigide valorisé soumettent aux autorités nationales chargées de la mise en oeuvre de la législation une preuve écrite destinée à étayer leurs affirmations concernant l'origine valorisée du PVC de ces articles. Les certificats délivrés par les systèmes destinés à prouver la traçabilité et l'origine recyclée du contenu, tels que ceux mis en place conformément à la norme EN 15343:2007 ou à des normes reconnues équivalentes, peuvent être utilisés afin d'attester ces affirmations pour les articles en PVC produits au sein de l'Union. Les affirmations concernant l'origine valorisée du PVC des articles importés sont accompagnées d'un certificat, délivré par une tierce partie indépendante, qui constitue une preuve équivalente de la traçabilité et du contenu recyclé. | S'applique à la catégorie 11 et expire le 28 mai 2028. " |