Details





Titel:

12 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de presentiegelden en vergoedingen en van het bedrag van de taakvergoeding van de regeringscommissaris en zijn plaatsvervanger in uitvoering van de artikelen 3, § 5, eerste lid, en 5, § 2, derde lid, van de wet van 8 november 1993 tot bescherming van de titel van psycholoog



Inhoudstafel:


Art. 1-6



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de leden van het Bureau van de Vergadering van Vertegenwoordigers van de Psychologencommissie wordt het presentiegeld voor een prestatie van minimum één uur vastgelegd op 110 euro.
  Voor de effectieve leden en de plaatsvervangende leden van de Vergadering van Vertegenwoordigers van de Psychologencommissie, alsook voor alle leden of derden waarop de Psychologencommissie beroep zou doen in het kader van een commissie, een werkgroep of iedere andere opdracht in naam van de Psychologencommissie, wordt het presentiegeld voor een prestatie van minimum één uur vastgelegd op 70 euro.

Art.2. De personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, ontvangen een vergoeding per uur voor hun andere prestaties dan de prestaties waarvoor ze een presentiegeld ontvangen op basis van bewijsstukken die door de Psychologencommissie zijn gevalideerd. Het bedrag van die vergoeding is identiek aan de presentiegelden die zij ontvangen.
  In de zin van dit artikel wordt verstaan onder andere prestaties dan de prestaties waarvoor ze een presentiegeld ontvangen: de tijd nodig om een vergadering voor te bereiden, om deel te nemen aan commissies of werkgroepen of alle andere opdrachten in naam en op vraag van de Psychologencommissie.

Art.3. Voor de personen bedoeld in artikel 1, eerste lid, mag het totale gecumuleerde bedrag van het presentiegeld en, in voorkomend geval, de vergoedingen per uur bedoeld in artikel 2, het equivalent van zes uur per dag en vierenvijftig uur per maand niet overschrijden.

Art.4. De in de artikelen 1 en 2 bedoelde bedragen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari. De indexering zal voor de eerste maal gebeuren op 1 januari van het jaar dat volgt op de inwerkingtreding van dit besluit of, ingeval van aanpassing van de bedragen bedoeld in de artikelen 1 en 2, op 1 januari van het jaar volgend op de inwerkingtreding van het laatste wijzigende koninklijk besluit met als referentie-index het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit of, in voorkomend geval, van het laatste wijzigende koninklijk besluit.

Art.5. Aan de regeringscommissaris bij de Vergadering van Vertegenwoordigers van de Psychologencommissie wordt een taakvergoeding toegekend van 300 euro per kalendermaand.
  De plaatsvervangende regeringscommissaris heeft recht op een taakvergoeding van 150 euro voor elke vergadering van de Vergadering van Vertegenwoordigers waarop hij de regeringscommissaris vervangt in geval deze verhinderd is. Het totaalbedrag van deze taakvergoeding mag echter 300 euro per kalendermaand niet overschrijden.
  De in het eerste en tweede lid vermelde taakvergoedingen zijn gebonden aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens het regime dat op het personeel van de Federale Overheidsdiensten van toepassing is.

Art. 6. De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.