Details





Titel:

19 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg en het totale aantal subsidiabele uren schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp voor de diensten voor gezinszorg voor het jaar 2024, en tot bepaling van de criteria voor de verdeling van de extra uren gezinszorg voor de personen met een handicap, en tot invoering van een extra subsidie voor 2024 als compensatie voor de hogere brandstofkosten van de diensten voor gezinszorg, en tot wijziging van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg en het totale aantal subsidiabele uren schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp voor de diensten voor gezinszorg voor het jaar 2024
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Bepaling van de criteria voor de verdeling van de extra uren gezinszorg voor de personen met een handicap in prioriteitengroep 3 over de diensten voor gezinszorg
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Invoering van een extra subsidie voor 2024 als compensatie voor de hogere brandstofkosten van de diensten voor gezinszorg
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers
Art. 6-14
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 15-16



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2019042384 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Vaststelling van het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg en het totale aantal subsidiabele uren schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp voor de diensten voor gezinszorg voor het jaar 2024
Artikel 1. Ter uitvoering van artikel 49, tweede lid, van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers wordt het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg voor de diensten voor gezinszorg voor het jaar 2024 vastgesteld op 19.187.849 uren, waarvan maximaal 32.265 uren DOP-uren zijn.

Art.2. Ter uitvoering van artikel 70 van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers wordt het totale aantal subsidiabele uren schoonmaakhulp, karweihulp of oppashulp voor de diensten voor gezinszorg voor het jaar 2024 vastgesteld op 3.979.218,23 uren.

HOOFDSTUK 2. - Bepaling van de criteria voor de verdeling van de extra uren gezinszorg voor de personen met een handicap in prioriteitengroep 3 over de diensten voor gezinszorg
Art.3. Vanaf 1 juli 2024 worden 24.776 uren gezinszorg toegekend aan de diensten voor gezinszorg voor de personen met een handicap in prioriteitengroep 3.
  De uren, vermeld in het eerste lid, zijn onderdeel van het totale aantal subsidiabele uren gezinszorg, vermeld in artikel 1.

Art.4. Diensten voor gezinszorg die zich bij de administratie melden om de uren, vermeld in artikel 3, te realiseren met het oog op hulp aan personen met een handicap, komen in aanmerking voor die uren. Alleen de diensten voor gezinszorg die minstens 80% van hun subsidiabele urencontingent gezinszorg van 2021 of 2022 hebben gerealiseerd, kunnen zich melden.
  De uren, vermeld in artikel 3, worden evenredig verdeeld tussen de diensten voor gezinszorg, vermeld in het eerste lid, op basis van het toegewezen subsidiabele urencontingent gezinszorg van 2023.

HOOFDSTUK 3. - Invoering van een extra subsidie voor 2024 als compensatie voor de hogere brandstofkosten van de diensten voor gezinszorg
Art.5. De diensten voor gezinszorg ontvangen voor de periode van 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024 een extra subsidie van 0,0738 euro voor elke kilometer die het verzorgend personeel, het logistieke personeel of de doelgroepwerknemer in 2023 voor de dienst heeft afgelegd met een privéwagen.
  De diensten voor gezinszorg ontvangen voor de periode van 1 juli 2024 tot en met 31 december 2024 een extra subsidie, die het verschil is tussen het bedrag voor die periode dat is bepaald conform artikel 13 van het Koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, en 0,3542 euro, voor elke kilometer die het verzorgend personeel, het logistieke personeel of de doelgroepwerknemer in 2023 voor de dienst heeft afgelegd met een privéwagen.
  In het eerste lid en tweede lid wordt verstaan onder het aantal afgelegde kilometers: het aantal kilometers dat de diensten voor gezinszorg in 2024 gemeld hebben aan de administratie conform artikel 60, § 3, eerste lid, van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers.
  De subsidie die berekend wordt conform het eerste en tweede lid, wordt aan de diensten toegekend samen met het saldo, vermeld in artikel 66, eerste lid, van bijlage 2 bij het voormelde besluit.

HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers
Art.6. In artikel 53/1, § 1, van bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 juni 2019 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen voor mantelzorgers en gebruikers, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 mei 2023 en 15 september 2023, wordt het bedrag "790.217,48 euro" vervangen door het bedrag "795.907,05 euro".

Art.7. In artikel 58, § 1, van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, wordt het bedrag "8.722.908,68 euro" vervangen door het bedrag "8.740.109,70 euro".

Art.8. In artikel 59 van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022, 12 mei 2023 en 15 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt het bedrag "169.327,62 euro" vervangen door het bedrag "170.195,54 euro";
  2° in paragraaf 4, eerste lid, wordt het bedrag "36.300,88 euro" vervangen door het bedrag "36.482,27euro".

Art.9. In artikel 61, § 1, van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, wordt het bedrag "9.712.905,66 euro" vervangen door het bedrag "9.782.838,58 euro".

Art.10. In artikel 62, § 1, van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, wordt het bedrag "37.256.748,29 euro" vervangen door het bedrag "37.524.996,88 euro".

Art.11. In artikel 63, § 1, van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 2023, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt het bedrag "8.058.544,44 euro" vervangen door het bedrag "8.108.437,15 euro";
  2° in het tweede lid wordt het percentage "8,28%" vervangen door het percentage "8,23%" en wordt het percentage "83,41%" vervangen door het percentage "83,49%".

Art.12. In artikel 77, § 1, van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering 15 september 2023, wordt het bedrag "2.411.893,75 euro" vervangen door het bedrag "2.394.183,22 euro".

Art.13. In artikel 78, § 1, van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering 15 september 2023, wordt het bedrag "2.314.000,25 euro" vervangen door het bedrag "2.297.008,59 euro".

Art.14. In artikel 78/1, § 1, van bijlage 2 bij hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering 15 september 2023, wordt het bedrag "778.428,84 euro" vervangen door het bedrag "774.101,35 euro".

HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art.15. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.

Art. 16. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, is belast met de uitvoering van dit besluit.