9 JULI 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de procedure van de adviesvraag en het openbaar onderzoek bedoeld in artikel 19 van de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen en van de wijze van bekendmaking van de beslissing van de infrastructuurbeheerder
Art. 1-12
Artikel 1. Voor de toepassing van dit koninklijk besluit wordt verstaan onder:
1° "infrastructuurbeheerder": de infrastructuurbeheerder bedoeld in artikel 19 van de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen;
2° "gemeente": de gemeente op het grondgebied waarvan de voorgenomen af te schaffen overweg gelegen is.
Art.2. De infrastructuurbeheerder stuurt per aangetekende zending met ontvangstbewijs een verzoek om advies naar de gemeente dat ten minste de volgende elementen bevat:
1° de gemotiveerde ontwerpbeslissing tot afschaffing van de overweg;
2° de identificatie van de overweg waarop de ontwerpbeslissing betrekking heeft;
3° een situatieplan waarop de overweg is aangeduid;
4° de contactgegevens van de persoon of de dienst waar technische informatie over het dossier kan worden verkregen.
De adviesvraag bedoeld in het eerste lid mag gecombineerd worden met het verzoek voor organisatie van een openbaar onderzoek bedoeld in artikel 4.
Art.3. § 1. Wanneer overeenkomstig de gewestelijke regelgeving voor de werken die gepaard gaan met de afschaffing van een overweg een vergunning of de aanleg, wijziging of opheffing van een gemeenteweg vereist is en hierover een openbaar onderzoek moet worden gehouden, mag de infrastructuurbeheerder ervoor kiezen het openbaar onderzoek over de afschaffing van de overweg te integreren in de procedures van openbaar onderzoek die van toepassing zijn in het kader van de gewestelijke regelgeving, naargelang het geval, voor de aanvraag van een vergunning of de aanleg, wijziging of opheffing van een gemeenteweg.
Wanneer de infrastructuurbeheerder kiest voor de integratie bedoeld in het eerste lid worden de procedures van de van toepassing zijnde gewestelijke regelgeving toegepast.
De infrastructuurbeheerder voegt de gemotiveerde ontwerpbeslissing tot afschaffing van een overweg toe aan het administratief dossier dat in openbaar onderzoek gaat.
§ 2. De procedure van openbaar onderzoek beschreven in de artikels 4, 5, 6 en 7 is enkel van toepassing in de volgende gevallen:
1° wanneer overeenkomstig de gewestelijke regeling voor de werken die gepaard gaan met de afschaffing van een overweg, noch een vergunning, noch de aanleg, wijziging of opheffing van een gemeenteweg vereist is;
2° wanneer overeenkomstig de gewestelijke regelgeving voor de werken die gepaard gaan met de afschaffing van een overweg een vergunning of de aanleg, wijziging of opheffing van een gemeenteweg vereist is en de infrastructuurbeheerder niet kiest voor de integratie bedoeld in paragraaf 1, eerste lid;
3° wanneer overeenkomstig de gewestelijke regelgeving voor de werken die gepaard gaan met de afschaffing van een overweg een vergunning of de aanleg, wijziging of opheffing van een gemeenteweg vereist is en de infrastructuurbeheerder kiest voor de integratie bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, maar deze integratie op grond van de van toepassing zijnde gewestelijke regelgeving niet mogelijk is.
Art.4. De infrastructuurbeheerder stuurt per aangetekende zending met ontvangstbewijs naar de gemeente een verzoek voor de organisatie van een openbaar onderzoek over de afschaffing van een overweg.
Het verzoek bedoeld in het eerste lid bevat dezelfde elementen als de adviesvraag bedoeld in artikel 2.
Art.5. Binnen de tien dagen na ontvangst van het verzoek bedoeld in artikel 4 gaat de gemeente over tot de organisatie van het openbaar onderzoek.
Het openbaar onderzoek wordt de vijfde dag voor het begin van het openbaar onderzoek en voor de duur van het onderzoek aangekondigd met een affiche, één aan elke zijde van de betrokken overweg, ter hoogte van de overweg, en, zo mogelijk, via de internetsite van de gemeente.
Het tweede lid is van toepassing onder voorbehoud van de van toepassing zijnde gewestelijke regelgeving inzake publiciteit langs de openbare weg.
De aankondiging bevat ten minste de volgende elementen:
1° het onderwerp van de aankondiging, zijnde de afschaffing van de overweg;
2° de identificatie van de overweg;
3° de gemeente waar de ontwerpbeslissing ter inzage ligt;
4° de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek;
5° de dagen, uren en plaats waarop het dossier kan geraadpleegd worden alsook de contactgegevens van de persoon of dienst waar buiten deze uren een afspraak kan worden gemaakt of waar uitleg over de inhoud van het dossier kan worden verkregen;
6° de contactgegevens van de persoon of de dienst waar technische informatie over het dossier kan worden verkregen;
7° het fysiek of elektronisch adres waarop de standpunten, opmerkingen en bezwaren dienen toe te komen of kunnen worden afgegeven.
Het openbaar onderzoek duurt dertig dagen.
Art.6. Gedurende het openbaar onderzoek wordt de ontwerpbeslissing bedoeld in artikel 2 ter inzage gelegd in het gemeentehuis en, indien mogelijk, op de internetsite, van de gemeente.
Art.7. Standpunten, opmerkingen en bezwaren met betrekking tot de betrokken ontwerpbeslissing kunnen tot uiterlijk de laatste dag van de voor het openbaar onderzoek vastgestelde termijn aan de gemeente worden meegedeeld.
Art.8. Binnen de vijf dagen te rekenen van de dag die volgt op het einde van het openbaar onderzoek, stuurt de gemeente de infrastructuurbeheerder de bezwaren toe die zij tijdens het openbaar onderzoek heeft ontvangen over de ontwerpbeslissing tot afschaffing van de overweg.
De wijze van overmaking van de bezwaren wordt bepaald in onderling akkoord tussen de gemeente en de infrastructuurbeheerder.
Art.9. De gemeente die overeenkomstig artikel 2 verzocht werd om advies te geven bezorgt haar advies aan de infrastructuurbeheerder tesamen met de resultaten van het openbaar onderzoek of afzonderlijk binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de dag die volgt op het einde van het openbaar onderzoek.
Bij gebreke van een advies afgeleverd binnen de termijn bedoeld in het eerste lid, wordt het advies geacht gunstig te zijn.
Art.10. Binnen een termijn van dertig dagen te rekenen van de dag die volgt op de ontvangst van het advies van de gemeente, stelt de infrastructuurbeheerder een overeenkomstig artikel 19, derde lid, van wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen gemotiveerde definitieve beslissing op die de volgende elementen bevat:
1° de identificatie van de overweg waarop de definitieve beslissing betrekking heeft;
2° een situatieplan waarop de overweg is aangeduid.
Art.11. Binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de dag die volgt op zijn definitieve beslissing:
1° stuurt de infrastructuurbeheerder bij aangetekende zending met ontvangstbewijs een kopie van die beslissing aan het schepencollege van de gemeente;
2° afficheert de infrastructuurbeheerder een kopie van die beslissing bij middel van twee affiches, één aan elke zijde van de betrokken overweg, ter hoogte van de overweg, en, zo mogelijk, via de internetsite van de gemeente.
Het eerste lid, 2°, is van toepassing onder voorbehoud van de van toepassing zijnde gewestelijke regelgeving inzake publiciteit langs de openbare weg.
Art. 12. De minister bevoegd voor het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.