Details





Titel:

19 JULI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van het maximumaantal kandidaten dat tot de opleiding tot bepaalde bijzondere beroepstitels kan worden toegelaten voor het jaar 2027 en tot intrekking van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot bepaling van het maximumaantal kandidaten dat tot de opleiding tot bepaalde bijzondere beroepstitels kan worden toegelaten voor het jaar 2027



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2024006602 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Gelet op het globale aantal kandidaten, dat conform artikel 92, § 1, 1°, en artikel 92/1, § 2, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, door de Koning is bepaald op 977 en is verhoogd conform artikel 92/3, § 1, van dezelfde wet, is het maximumaantal van die kandidaten dat voor het jaar 2027 kan worden toegelaten tot de opleiding tot de volgende bijzondere beroepstitels, vermeld in artikel 1 tot en met 2bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde:
  1° 57 voor geneesheer-specialist in de anesthesie-reanimatie;
  2° 14 voor geneesheer-specialist in de klinische biologie;
  3° 20 voor geneesheer-specialist in de heelkunde;
  4° 5 voor geneesheer-specialist in de neurochirurgie;
  5° 9 voor geneesheer-specialist in de plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde;
  6° 13 voor geneesheer-specialist in de dermato-venereologie;
  7° 23 voor geneesheer-specialist in de gynaecologie-verloskunde;
  8° 20 voor geneesheer-specialist in de neurologie;
  9° 22 voor geneesheer-specialist in de oftalmologie;
  10° 19 voor geneesheer-specialist in de orthopedische heelkunde;
  11° 16 voor geneesheer-specialist in de otorhinolaryngologie;
  12° 30 voor geneesheer-specialist in de pediatrie;
  13° 13 voor geneesheer-specialist in de fysische geneeskunde en de revalidatie;
  14° 22 voor geneesheer-specialist in de röntgendiagnose;
  15° 4 voor geneesheer-specialist in de radiotherapie-oncologie;
  16° 6 voor geneesheer-specialist in de stomatologie;
  17° 11 voor geneesheer-specialist in de urologie;
  18° 10 voor geneesheer-specialist in de pathologische anatomie;
  19° 5 voor geneesheer-specialist in de nucleaire geneeskunde;
  20° 4 voor arts-specialist in de klinische genetica;
  21° 47 voor geneesheer-specialist in de psychiatrie, meer bepaald in de volwassenpsychiatrie;
  22° 43 voor de groep van beroepstitels die bestaat uit geneesheer-specialist in de acute geneeskunde en geneesheer-specialist in de urgentiegeneeskunde;
  23° 127 voor de groep van beroepstitels die bestaat uit geneesheer-specialist in de cardiologie, geneesheer-specialist in de gastro-enterologie, geneesheer-specialist in de geriatrie, geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde, geneesheer-specialist in medische oncologie, geneesheer-specialist in de pneumologie en geneesheer-specialist in de reumatologie.

Art.2. Gelet op het globale aantal kandidaten, dat conform artikel 92, § 1, 1°, van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, door de Koning is bepaald op 181 en is verhoogd conform artikel 92/3, § 2, van dezelfde wet, is het maximumaantal van die kandidaten dat voor het jaar 2027 kan worden toegelaten tot de opleiding tot de volgende bijzondere beroepstitels, vermeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde:
  1° 12 voor tandarts-specialist in de orthodontie;
  2° 5 voor tandarts-specialist in de parodontologie.

Art.3. Het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2024 tot bepaling van het maximumaantal kandidaten dat tot de opleiding tot bepaalde bijzondere beroepstitels kan worden toegelaten voor het jaar 2027 wordt ingetrokken.

Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor de gezondheids- en woonzorg, en de Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.