Details





Titel:

16 MEI 2024. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de incentives ter ondersteuning van Waalse ondernemingen voor opvangplaatsen voor baby's en peuters in Wallonië



Inhoudstafel:


Art. 1-18



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
  1° de Minister: de Minister bevoegd voor Economie;
  2° onderneming: een micro-, kleine of middelgrote onderneming zoals gedefinieerd in :
  a) de artikelen 2 en 3 van bijlage 1 bij Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard;
  b) artikel I.1, lid 1, 1°, a) of b) van het Wetboek van economisch recht, met uitzondering van verenigingen en stichtingen zoals omschreven in het Wetboek van vennootschappen en verenigingen
  3° personeelslid: de loontrekkende die krachtens een arbeidsovereenkomst tewerkgesteld is bij de onderneming bedoeld in 2° ;
  4° opvangplaats: elke natuurlijke of rechtspersoon, vergund door "ONE" voor het beheer van een niet door "ONE" gesubsidieerde kinderopvangplaats of die enkel de basissubsidie ontvangt in de zin van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders;
  5° opvangplaats: elke eerder vrijgekomen plaats in een opvangmilieu binnen de grenzen van de reeds door het Office de la Naissance et de l'Enfance toegestane capaciteit;
  6° de partnerschapsovereenkomst: de overeenkomst tussen het opvangmilieu en de onderneming, die de voorwaarden vastlegt voor de bezetting via inschrijving op prioritaire basis door het personeelslid van de opvangplaats;
  7° overeenkomst voor kinderopvang: de overeenkomst bedoeld in artikel 11 van het besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 2 mei 2019 houdende de vergunnings- en subsidieregeling voor kinderdagverblijven, diensten voor kinderopvang en zelfstandige (mede)onthaalouders;
  8° de Administratie: de Waalse Overheidsdienst Economie, Werk en Onderzoek, DirectieTewerkstellingsbevordering van het Departement Tewerkstelling en Beroepsopleiding;
  9° "O.N.E." het "Office de la Naissance et de l'Enfance";
  10° Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).

Art.2. § 1. Dit besluit strekt ertoe om, binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten, een forfaitaire premie van 4 000 euro toe te kennen aan de ondernemingen die een bedrag van 8 000 euro per interventie hebben betaald aan het opvangmilieu, om bij te dragen aan de financiering van het behoud van de kinderopvangplaatsen in het opvangmilieu, de werkingskosten en de prioritaire toegang voor de kinderen van de personeelsleden van de ondernemingen die de premie ontvangen.
  De ondernemingen die actief zijn in de kinderopvang kunnen geen aanspraak maken op het voordeel van de premie voor een interventie in hun eigen bedrijf.
  § 2. De interventie in het opvangmilieu gelegen in het Waalse Gewest garandeert volgens de modaliteiten bepaald in een partnerschapsovereenkomst een prioritaire inschrijving van een kind van een personeelslid van de onderneming gedurende twee jaar en negen maanden te rekenen van de ondertekening van de partnerschapsovereenkomst.
  De partnerschapsovereenkomst en de tussenkomst bedoeld in lid 1 zijn slechts geldig in het kader van dit besluit.
  § 3. Premieaanvragen worden verwerkt in de chronologische volgorde waarin ze bij de administratie zijn ingediend.

Art.3. Om in aanmerking te komen voor een forfaitaire premie van 4.000 EUR moet de onderneming aan de volgende voorwaarden voldoen:
  1° een onderneming zijn in de zin van dit besluit;
  2° een vestigingsseenheid hebben die gelegen is in het Waalse Gewest;
  3° een actief RSZ-nummer hebben ;
  4° in orde zijn met de fiscale en sociale wet- en regelgeving;
  5° de som van 8.000 euro per interventie betalen aan het opvangmilieu gelegen in het Waalse Gewest.
  Betreffende lid 1, 5°, garandeert de interventie volgens de modaliteiten bepaald in een partnerschapsovereenkomst een prioritaire inschrijving van een kind van een personeelslid van de onderneming gedurende twee jaar en negen maanden te rekenen van de ondertekening van de partnerschapsovereenkomst.

Art.4. Het aantal financiële interventies wordt beperkt tot maximaal :
  1° twee voor micro-ondernemingen ;
  2° zes voor kleine ondernemingen ;
  3° vijftien voor middelgrote ondernemingen.

Art.5. De onderneming dient de premieaanvraag uiterlijk op 31 oktober 2024 elektronisch in bij de Administratie.
  De premieaanvraag bevat de volgende gegevens en stukken:
  1° de contactgegevens van de onderneming;
  2° de contactgegevens van het opvangmilieu;
  3° het ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen van bedoelde onderneming;
  4° het "ONE"-registratienummer en het ondernemingsnummer in de Kruispuntbank van Ondernemingen van het opvangmilieu;
  5° het adres van de vestigingseenheid van de onderneming;
  6° het adres van de vestigingseenheid van het opvangmilieu;
  7° een afschrift van de ondertekende partnerschapsovereenkomst bedoeld in artikel 1, eerste lid, 6° ;
  8° een afschrift van de overeenkomst voor kinderopvang dat voorrang geeft aan de inschrijving van kinderen van personeelsleden van de onderneming gedurende twee jaar en negen maanden;
  9° een factuur, waaruit de verbintenis van de in artikel 3, eerste lid, 5° bedoelde onderneming blijkt, afgeleverd vanaf 1 januari 2024;
  10° een verklaring op erewoord van de verantwoordelijke van de onderneming die aantoont dat ze aan de fiscale en sociale wetgevingen en reglementeringen voldoet;
  11° een KMO-test waarvan het model en de inhoud bepaald worden door de Administratie.
  Na de in lid 1 genoemde termijn worden de aanvragen zonder verdere gevolg gesloten.
  Enkel de Minister of diens afgevaardigde kan de uitsluiting van de onderneming ongedaan maken als de vertraging het gevolg is van uitzonderlijke omstandigheden.

Art.6. Binnen de vijf dagen te rekenen van de ontvangst van de aanvraag richt de Administratie het volgende aan de onderneming, ofwel :
  1° een bericht van ontvangst met de melding dat het dossier volledig is;
  2° een bericht waarmee de onderneming verzocht wordt het dossier binnen de zevendagen na ontvangst van dat bericht verder aan te vullen.
  Als het dossier na afloop van de termijn bedoeld in lid 1, 2°, niet volledig is, wordt de aanvraag zonder gevolg gesloten door de Administratie, die de onderneming daarover inlicht.

Art.7. § 1. Wanneer de aanvraag volledig is, gaat de administratie na of ze ontvankelijk is.
  Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag voldoen aan de toekenningsvoorwaarden bedoeld in de artikelen 2, § 1, 3 en 4 en worden toegekend binnen de grenzen van de beschikbare begrotingskredieten.
  Indien de aanvraag niet ontvankelijk is, verwittigt de administratie de onderneming binnen een termijn van tien dagen te rekenen van de ontvangst van de volledige aanvraag en geeft zij geen gevolg aan de aanvraag.
  Wanneer de aanvraag ontvankelijk wordt verklaard, behandelt de Administratie de aanvraag en maakt zij het volledige dossier alsook een voorstel van beslissing aan de Minister of diens gemachtigde over binnen de tien dagen na ontvangst van de volledige aanvraag bij de Administratie.
  § 2. De Minister of diens gemachtigde neemt een beslissing tot toekenning of weigering binnen de vijf dagen volgend op de ontvangst van het volledige dossier overgemaakt door de Administratie.
  De Administratie zal het bedrijf binnen vijf dagen na ontvangst van de ministeriële beslissing elektronisch op de hoogte brengen van de beslissing om de vergunning toe te kennen of te weigeren.

Art.8. In het geval van een toekenningsbesluit zal de administratie de premie in één keer uitbetalen.
  De onderneming zendt volgende stuken uiterlijk op 29 november 2024 elektronisch naar de Administratie:
  1° het bewijs van betaling van het bedrag van 8.000 euro per interventie door onderneming aan het opvangmilieu vermeld in de partnerschapsovereenkomst;
  2° een schuldvordering waarvan het model en de inhoud bepaald worden door de Administratie.
  Als het dossier na afloop van de termijn van 29 november 2024 nog niet volledig is, wordt de aanvraag tot vereffening zonder gevolg gerangschikt door de Administratie, die de onderneming daarover inlicht.
  Enkel de Minister of diens afgevaardigde kan de uitsluiting van de onderneming ongedaan maken als de vertraging het gevolg is van uitzonderlijke omstandigheden.

Art.9. Vanaf de datum van kennisgeving van de toekenning van de premie en tot 31 december van het jaar volgend op het verstrijken van de verplichtingen van de onderneming ten aanzien van het Waals Gewest, kan de Administratie nagaan of de onderneming de verplichtingen van artikel 3 in acht neemt.
  Voor de juiste toepassing van dit artikel moet de onderneming de administratie op de hoogte stellen van elke verandering in de partnerschapsovereenkomst, namelijk een verandering in de identiteit van een van de partijen bij de overeenkomst of een voortijdige beëindiging van de overeenkomst.

Art.10. De controle en het toezicht op de toepassing van dit besluit wordt uitgeoefend overeenkomstig of krachtens de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.

Art.11. De termijnen in het kader van dit besluit worden in volle dagen berekend.
  De dag van de akte, waarop de termijn ingaat, wordt niet meegerekend.
  De vervaldag wordt meegerekend in de termijn.
  Indien die dag evenwel een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag uitgesteld tot de eerstkomende werkdag.

Art.12. De Waalse overheidsdienst Economie, Werkgelegenheid en Onderzoek is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens in de zin van artikel 4, 7), van Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 die noodzakelijk zijn voor de analyse en verwerking van aanvragen voor de toekenning en uitbetaling van premies.

Art.13. De categorieën van persoonsgegevens die verband houden met het toekennen van incentives om Waalse ondernemingen te ondersteunen bij het voorzien van kinderopvang in Wallonië zijn persoonlijke identificatiegegevens, waaronder het identificatienummer in het Rijksregister, indien het gaat om een natuurlijke persoon die is ingeschreven in het Rijksregister, of het identificatienummer van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, indien de persoon niet is ingeschreven in het Rijksregister, evenals financiële identificatiegegevens, meer bepaald het bankrekeningnummer en het attest identificatie rekening.
  Het bedrijf verstrekte beoogde gegevens aan de Waalse overheidsdienst Economie, Werkgelegenheid, Onderzoek. Laatstgenoemde kan ook authentieke gegevensbronnen gebruiken.

Art.14. Binnen de grenzen van wat noodzakelijk is met betrekking tot de respectieve doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, worden de persoonsgegevens die relevant zijn voor het certificeren van de naleving van de toekenningsvoorwaarden meegedeeld aan de ambtenaren die door de Regering zijn aangewezen in overeenstemming met het besluit van 28 februari 2019 betreffende het toezicht op de wet- en regelgeving inzake economisch beleid, werkgelegenheidsbeleid en wetenschappelijk onderzoek en de invoering van administratieve boetes die van toepassing zijn in geval van overtreding van dergelijke wet- en regelgeving.

Art.15. Onverminderd de bewijslast van het juiste gebruik van de premie en onverminderd de bewaring noodzakelijk voor de verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden bedoeld in artikel 89 van voornoemde Verordening (EU) 2016/679, en overeenkomstig artikel 5.1, e), van voornoemde Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016, worden de persoonsgegevens bedoeld in artikel 13, met het oog op het toezicht op de naleving van de wettelijke voorwaarden tot toekenning en storting van de premie, gedurende een periode van tien jaar vanaf 1 januari van het jaar volgend op dat van de definitieve afsluiting van de partnerschapsovereenkomst, door de verantwoordelijke van de verwerking bedoeld in artikel 12 bewaard.
  De in lid 1 bedoelde bewaringstermijn wordt in geval van een gerechtelijke of administratieve procedure opgeschort totdat een beslissing waartegen geen beroep mogelijk is, volledig en onherroepelijk is uitgevoerd.

Art.16. § 1. Door zijn aanvraag in te dienen, machtigt de onderneming de diensten van de Regering om na te gaan of aan de voorwaarden voor erkenning en subsidies is voldaan.
  De controle bedoeld in het eerste lid wordt uitgevoerd overeenkomstig het besluit en wordt uitgeoefend overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 28 februari 2019 betreffende de controle van de wetgevingen en reglementeringen inzake het economisch beleid, het tewerkstellingsbeleid en het wetenschappelijk onderzoek alsook de invoering van administratieve geldboeten toepasselijk in geval van inbreuk op deze wetgevingen en reglementeringen.
  § 2. Behoudens overmacht of uitzonderlijke omstandigheden leidt elke weigering om een controle uit te voeren of elke belemmering van een dergelijke controle door de onderneming van rechtswege tot het verlies van de premie in overeenstemming met artikel 61, 5°, c), van het decreet van 15 december 2011 houdende de organisatie van de begroting, de boekhouding en de verslaggeving van de Waalse openbare bestuurseenheid.
  Indien na controle blijkt dat bedragen onverschuldigd zijn betaald of dat de voorwaarden van dit besluit niet zijn nageleefd, vordert de door de Regering aangewezen dienst deze bedragen terug, eventueel door middel van compensatie.

Art.17. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2024.

Art. 18. De Minister bevoegd voor economie is belast met de uitvoering van dit besluit.