Details





Titel:

1 JULI 2024. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de vergoeding en de onkostenvergoeding van de leden en adjunct-deskundigen van de Farmacopeecommissie en van de deskundigen en ad-hocdeskundigen van de Europese Farmacopeecommissie



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Definitie
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Vergoeding en onkostenvergoeding van de leden van de Farmacopeecommissie en van de adjunct-deskundigen
Art. 2-7
HOOFDSTUK 3. - Onkostenvergoeding van de leden van de Europese Farmacopeecommissie
Art. 8
HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Definitie
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder "koninklijk besluit van 5 februari 2024" : het koninklijk besluit van 5 februari 2024 betreffende de Farmacopeecommissie en de Belgische deelname aan de Europese Farmacopeecommissie.

HOOFDSTUK 2. - Vergoeding en onkostenvergoeding van de leden van de Farmacopeecommissie en van de adjunct-deskundigen
Art.2. De leden, de gecoöpteerde leden en de adjunct-deskundigen van de Farmacopeecommissie bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het koninklijk besluit van 5 februari 2024, hebben recht op de volgende vergoeding:
  1° 54 euro per gepresteerd uur voor de leden, de gecoöpteerde leden en de adjunct-deskundigen ;
  2° 94,50 euro per gepresteerd uur voor de voorzitter en ondervoorzitter.
  De gepresteerde uren zoals bedoeld in het eerste lid worden bepaald op basis van het tijdstip van opening en sluiting van de zitting zoals deze werden genotuleerd in het zittingsverslag van de betrokken zitting. Zij worden berekend tot op het aangevangen kwartier.

Art.3. De leden, de gecoöpteerde leden en de adjunct-deskundigen van de Farmacopeecommissie bedoeld in artikel 23 van het koninklijk besluit van 5 februari 2024 ontvangen een onkostenvergoeding ten bedrage van 32,71 euro per dag waarop een of meer zittingen ter plekke dan wel op afstand plaatsvinden.

Art.4. Het totale bedrag per zitting van de vergoeding bedoeld in artikel 2 en van de onkostenvergoeding bedoeld in artikel 3 van de leden, de gecoöpteerde leden en de adjunct-deskundigen van de Farmacopeecommissie bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het koninklijk besluit van 5 februari 2024, is beperkt tot :
  1° 216 euro voor de leden, de gecoöpteerde leden en de adjunct-deskundigen;
  2° 378 euro voor de voorzitter en ondervoorzitter.

Art.5. De leden, de gecoöpteerde leden en de adjunct-deskundigen van de Farmacopeecommissie hebben enkel recht op de vergoeding bedoeld in artikel 2 en/of de onkostenvergoeding bedoeld in artikel 3, voor de betrokken zitting, wanneer zij de aanwezigheidslijst hebben getekend of indien ze zijn opgenomen in de elektronisch gegenereerde lijst in geval van een virtuele vergadering.

Art.6. Elk trimester maakt de administrateur-generaal van het FAGG of zijn vertegenwoordiger het bedrag bekend dat aan elk lid, gecoöpteerd lid en elke adjunct-deskundige van de Farmacopeecommissie verschuldigd is, overeenkomstig de artikelen 2 tot en met 5. Dit bedrag is door het FAGG betaalbaar op de vijftiende dag van de tweede maand die op het betrokken trimester volgt.

Art.7. De bedragen, vermeld in artikelen 2 tot 4, volgen de ontwikkeling van de gezondheidsindex zoals bedoeld in artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. De bedragen worden jaarlijks op 1 januari aangepast. De basisindex is de index die van toepassing is op 1 januari 2015.

HOOFDSTUK 3. - Onkostenvergoeding van de leden van de Europese Farmacopeecommissie
Art.8. De deskundigen en de ad-hocdeskundigen van de Expertengroepen en van de Werkgroepen van de Europese Farmacopeecommissie en die medewerker zijn van een universiteit of een universitair ziekenhuis, hebben voor hun fysieke deelname aan de Expertengroepen en Werkgroepen van de Europese Farmacopeecommissie, recht op:
  1° een vergoeding voor de reiskosten;
  2° een forfaitaire vergoeding voor de verblijfskosten;
  3° een overnachtingsvergoeding.
  De vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, zijn verschuldigd overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 13 juli 2017 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen van de personeelsleden van het federaal openbaar ambt, overeenkomstig het Ministerieel Besluit van 10 januari 2023 houdende vaststelling van verblijfskostenvergoedingen toegekend aan personeelsleden en afgevaardigden van de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking die belast zijn met een dienstopdracht in het buitenland of die in internationale commissies zetelen, en overeenkomstig de richtlijnen van het FAGG.

HOOFDSTUK 4. - Slotbepaling
Art. 9. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 12 april 2024.