21 JUNI 2024. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de numerieke waarde van de elementen die gebruikt worden voor de berekening van de minimumvergoeding voor pakjesbezorgers
Art. 1-2
Artikel 1. § 1. Het minimale uurloon bedoeld in artikel 10/1, § 1, tweede lid, 1°, van de wet van 26 januari 2018 betreffende de postdiensten bedraagt 25,5072 euro.
§ 2. Voor de berekening van de vervoerskosten voor dienstverleners met een fiets, is het aantal gepresteerde uren per semester vastgesteld op 878,64 uren en de gereden afstand per semester vastgesteld op 8.786,4 kilometers.
Voor de berekening van de vervoerskosten voor dienstverleners met een gemotoriseerd voertuigen, is het aantal gepresteerde uren per semester vastgesteld op 1.170 uren en de gereden afstand per semester vastgesteld op 11.700 kilometers.
§ 3. De vervoerkosten van een dienstverlener met een fiets bedragen:
a) de afschrijving: 152,78 euro per maand;
b) het onderhoud: 125 euro per maand;
c) de verzekering: 9 euro per maand;
d) de gemiddeld energiekost in de voorgaande zes maanden: 0,0113 euro per uur;
e) de algemene kosten: 2,40 euro per uur.
§ 4. De vervoerkosten van een dienstverlener met een gemotoriseerd voertuig bedragen:
a) de afschrijving: 426,29 euro per maand;
b) het onderhoud: 93,33 euro per maand;
c) de verzekering: 180 euro per maand;
d) de bandenkost: 28,99 euro per maand;
e) de kostprijs van de keuring: 5,57 euro per maand;
f) de verkeersbelasting: 13,58 euro per maand;
g) de gemiddelde brandstofkost per liter in de voorgaande zes maanden: 1,90 euro per uur;
h) de algemene kosten: 1,80 euro per uur.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2024.