Details





Titel:

4 JUNI 2024. - Koninklijk besluit tot regeling van de terbeschikkingstelling van een perceel grond, eigendom van de Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, aan de stad Tongeren door het verlenen van een recht van erfpacht



Inhoudstafel:


Art. 1-14
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Het perceel grond, gelegen te Tongeren, Kielenstraat 22/24 kadastraal gekend onder Tongeren 1 AFD sectie C, voor een oppervlakte van zestien are tien centiare (16a 10ca), met gereserveerd perceelnummer C 1031 P P0000, zoals blijkt uit een uittreksel afgeleverd door de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie te Hasselt in het kader van voorafgaandelijke identificatie (PRECAD), met referte MEOW-2023-DD-01296161, eigendom van de Belgische Staat en beheerd door de Regie der Gebouwen, hierna de erfpachtgever genoemd, wordt in erfpacht gegeven aan de stad Tongeren, hierna de erfpachter genoemd.

Art.2. De vestiging van het zakelijk recht van erfpacht geschiedt om reden van openbaar nut, en meer in het bijzonder, om een nieuwe openbare groene zone in het stadscentrum (een `stadstuin') te realiseren door een gedeelte van de gerechtstuin opnieuw aan te leggen en voor het publiek open te stellen.
  De erfpachtgever verleent een recht van erfpacht, onderworpen aan de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, inzonderheid deze opgenomen onder TITEL 7. ERFPACHTRECHT van dit wetboek, behoudens de hierna vermelde afwijkingen, waardoor de erfpachter het volle gebruik en genot zal genieten van het hierna beschreven onroerend goed, waarvan de erfpachtgever de eigenaar is.

Art.3. Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor een periode van negenennegentig (99) jaar. Het recht van erfpacht wordt toegestaan en aanvaard tegen betaling door de erfpachter van een éénmalige canon van zesenzestigduizend euro (66.000,00 EUR).

Art.4. Het erfpachtrecht wordt gevestigd met al zijn lijdende en heersende, voortdurende en niet voortdurende, zicht- en niet zichtbare erfdienstbaarheden, waarmee het goed belast of bevoordeeld zou kunnen zijn en met alle rechten en verplichtingen die voortvloeien uit het bestaan van boven- en ondergrondse leidingen.

Art.5. Ingeval de erfpachter zijn verplichtingen niet nakomt, kan de erfpachtgever, middels een ingebrekestelling bij ter post aangetekende brief, de erfpachtovereenkomst verbreken, zonder hiertoe een of andere vergoeding aan de erfpachter te zijn verschuldigd.
  De overeenkomst kan voortijdig verbroken worden door de erfpachtgever:
  - Indien de erfpachter de canon op de vervaldag niet betaalt en een bevel tot betaling gedurende dertig dagen zonder gevolg is gebleven;
  - Indien de erfpachter geheel of gedeeltelijk verzuimt de bepalingen van onderhavige overeenkomst betreffende de verzekeringen na te leven;
  Bij voortijdige ontbinding van het contract is de canon verschuldigd tot aan de datum van de ontbinding. De door de erfpachter betaalde canon blijft verworven aan de erfpachtgever, die de volle eigendom van het goed terugkrijgt met de hieraan verbonden gevolgen zoals voorzien onder de titel `Einde van de erfpachtovereenkomst'.
  Ingeval van de ontbinding van de overeenkomst ten laste van de erfpachter, zal de erfpachtgever van de erfpachter een vergoeding kunnen eisen en dit onverminderd al de andere vergoedingen welke eventueel door de erfpachter zouden verschuldigd zijn.
  In geval van voortijdige ontbinding van de erfpacht ingevolge een fout van de erfpachter of bij niet naleving van de bepalingen van onderhavige overeenkomst door de erfpachter, komen de bouwwerken en/of beplantingen waarvan de erfpachter ingevolge het accessoir opstalrecht eigenaar is, van rechtswege en in volle eigendom toe aan de erfpachtgever zonder dat deze laatste daarvoor enige schadevergoeding verschuldigd is; dit aanzien zijnde als een forfaitaire en ondeelbare schadevergoeding verschuldigd aan de erfpachtgever.

Art.6. De erfpacht wordt van rechtswege ontbonden wanneer de erfpachter failliet verklaard wordt of onderworpen wordt aan een andere insolventieprocedure zoals een gerechtelijk akkoord of een collectieve schuldenregeling.
  Bij het beëindigen van onderhavige overeenkomst, ongeacht de reden daarvoor en ook al zou die vervroegd plaatsvinden, om welke reden ook, zullen alle bouwwerken en beplantingen die ingevolge het accessoir opstalrecht eigendom waren van de erfpachter, eigendom worden van de erfpachtgever, zonder dat deze gehouden zal zijn tot enige vergoeding van welke aard ook.

Art.7. Als gevolg van het accessoir opstalrecht, dat gepaard gaat met het verleende erfpachtrecht (artikel 3.172 Burgerlijk Wetboek), wordt de erfpachter ook eigenaar van de door hem op te richten bouwwerken en/of beplantingen die zich tijdens de duur van het erfpachtrecht zullen bevinden in het in artikel 1 beschreven onroerend goed.

Art.8. Aan het goed mogen alle met het oog op de exploitatie noodzakelijke bouw- of veranderingswerken worden uitgevoerd voor zover deze werken niet strijdig zijn met de stedenbouwkundige voorschriften. Alle permanente en of tijdelijke constructies kunnen enkel geplaatst worden mits voorafgaand akkoord van de Regie der Gebouwen. De eventueel opgerichte gebouwen en werken blijven eigendom van de erfpachter tijdens de duur van de erfpacht. De erfpachter mag de bouwwerken of beplantingen waartoe hij krachtens deze overeenkomst gehouden is, niet verwijderen.

Art.9. De erfpachter mag het hem verleende recht van erfpacht - evenals de bouwwerken en/of beplantingen waarvan hij ingevolge zijn accessoir opstalrecht eigenaar is - geheel of gedeeltelijk overdragen en/of met zakelijke zekerheden bezwaren, zolang deze het doel van de erfpacht niet wijzigen en mits voorafgaand akkoord van de Regie der Gebouwen. Hij kan de onroerende goederen waarvan hij eigenaar is in het kader van een accessoir opstalrecht slechts vervreemden of met een zakelijk zekerheidsrecht bezwaren door tegelijk, gedeeltelijk of geheel, het erfpachtrecht waarvan hij titularis is te vervreemden of met een zakelijk zekerheidsrecht te bezwaren. De oorspronkelijke erfpachter blijft hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen van de erfpachter jegens de erfpachtgever.

Art.10. De erfpachter zal tijdens de ganse duur van het hem verleende recht het goed op zijn kosten in goede staat moeten onderhouden en alle noodzakelijke herstellingen met inbegrip van de zware herstellingswerken, moeten uitvoeren. Hij zal ervoor zorgen dat het goed, voorwerp van de erfpacht, steeds en tot het einde van de erfpacht in goede staat van onderhoud verkeert.

Art.11. De erfpachter verbindt er zich toe de bestaande en de nog op te richten gebouwen op het goed, op zijn kosten te verzekeren, bij een door de erfpachtgever aanvaarde verzekeringsmaatschappij, tegen brand, ontploffingen en andere risico's, dit voor de volledige duur van de overeenkomst.

Art.12. De modaliteiten van deze erfpacht, zoals bepaald in dit besluit, zullen worden vastgelegd in een notariële akte die door de partijen moet worden verleden.

Art.13. De erfpacht neemt een aanvang op de eerste van de maand na de ondertekening van de notariële akte door beide partijen.

Art.14. De Staatssecretaris bevoegd voor de Regie der Gebouwen is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGE.
Art. N.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 15-07-2024, p. 84304)