Details





Titel:

25 MEI 2024. - Koninklijk besluit betreffende de transactie bij inbreuken op de wet van 31 mei 2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid van aannemers, architecten en andere dienstverleners in de bouwsector van werken in onroerende staat en tot wijziging van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect



Inhoudstafel:


Art. 1-5



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De processen-verbaal houdende vaststelling van inbreuken bedoeld in de artikelen 5 en 12, § 1, eerste lid, 2° van de wet van 31 mei 2017 betreffende de verplichte verzekering van de tienjarige burgerlijke aansprakelijkheid van aannemers, architecten en andere dienstverleners in de bouwsector van werken in onroerende staat en tot wijziging van de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van de titel en van het beroep van architect, hierna te noemen de wet van wet van 31 mei 2017, opgemaakt door de ambtenaren bedoeld in artikel 16, § 1 van de wet van 31 mei 2017, worden overgezonden aan de directeur-generaal van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie wanneer overeenkomstig artikel 18/1 van de wet van 31 mei 2017 gekozen is voor de transactieprocedure.

Art.2. Elk voorstel tot betaling wordt, binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van het proces-verbaal, aan de overtreder toegezonden bij aangetekende zending.
  Het voorstel vermeldt de termijn waarbinnen de betaling moet worden gedaan, het rekeningnummer waarop de betaling dient te gebeuren, de houder van die rekening en de betalingsreferentie. De betalingstermijn bedraagt niet meer dan drie maanden, tenzij in uitzonderlijke omstandigheden en na een gemotiveerde aanvraag een langere betalingstermijn wordt toegestaan, zonder dat die meer dan zes maanden mag bedragen.

Art.3. Indien geen voorstel tot betaling wordt gedaan binnen de termijn bepaald in artikel 2, eerste lid, wordt het proces-verbaal overgezonden aan de procureur des Konings.

Art.4. Bij niet-betaling binnen de termijn vermeld in het voorstel tot betaling, wordt het proces-verbaal overgezonden aan de procureur des Konings.

Art. 5. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.