12 MEI 2024. - Koninklijk besluit tot oprichting van een Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen
Art. 1-11
Artikel 1. Bij de minister bevoegd voor Economie wordt een Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen opgericht.
Art.2. De Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen heeft als opdracht:
1° haar niet-bindend, met redenen omkleed advies te geven, overeenkomstig artikel V.13, eerste lid, van het Wetboek van economisch recht;
2° op de vraag van de minister bevoegd voor Economie haar advies te geven over elk vraagstuk met betrekking tot de prijs van geneesmiddelen en gelijkgestelden.
Art.3. § 1. De Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen bestaat uit:
1° vijf leden die de industrie vertegenwoordigen;
2° één lid dat de groothandelaars-verdelers vertegenwoordigt;
3° twee leden die de apothekers in een voor het publiek opengestelde apotheek vertegenwoordigen;
4° een lid dat de ziekenhuisapothekers vertegenwoordigt;
5° een lid dat de audiciens en audiologen vertegenwoordigt;
6° drie leden die de verzekeringsorganismen vertegenwoordigen;
7° drie leden die de vakbonden vertegenwoordigen;
8° een lid dat de consumentenorganisaties vertegenwoordigt;
9° een lid economist met een academisch mandaat aan Belgische universiteiten;
10° twee leden van het RIZIV;
11° twee leden van het FAGG.
De Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen telt evenveel plaatsvervangende als effectieve leden.
§ 2. De leden van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen worden door de minister bevoegd voor Economie benoemd.
De Commissie wordt voorgezeten door een lid van de dienst bevoegd inzake prijzen, ingesteld binnen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
§ 3. De leden van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen worden benoemd voor een hernieuwbare periode van zes jaar.
Het effectieve lid dat zijn mandaat beëindigt of verliest, wordt voor de duur van dat mandaat vervangen door zijn plaatsvervanger. De plaatsvervanger wordt onmiddellijk vervangen voor de duur van dit mandaat.
§ 4. Indien de voorzitter verhinderd is, wordt deze vervangen door een lid van het secretariaat.
§ 5. De Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen kan worden onderverdeeld in afdelingen.
De leden van de afdelingen worden aangeduid door de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen in het huishoudelijk reglement.
Art.4. Het secretariaat van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen wordt waargenomen door de dienst bevoegd inzake prijzen, ingesteld binnen de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.
Het secretariaat bereidt de dagorde van de vergaderingen voor, stelt na de vergadering per dossier een document op van de verschillende adviezen die de leden van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen hebben uitgebracht en verstuurt per dossier dit document aan de minister bevoegd voor Economie. Het secretariaat zorgt bovendien voor de verspreiding van informatie, verzekert de werking van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen, het contact met de personen buiten de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen en ziet toe op de naleving van de haar opgelegde termijnen.
Art.5. De Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen stelt, op voorstel van het secretariaat, een huishoudelijk reglement op. Dit reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd van de minister bevoegd voor Economie.
Art.6. Zowel de voorzitter als het secretariaat kunnen tijdens de vergaderingen van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen beroep doen op bevoegde deskundigen om hen te horen over specifieke vragen. Deze deskundigen zijn geen leden van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen.
Art.7. De leden van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen en de deskundigen zijn geheimhouding verschuldigd wat betreft de vertrouwelijke documenten en informatie en de inhoud van de debatten waarvan zij kennis genomen hebben. Dit geldt voor alle informatie waarvan zij kennis krijgen in het kader van de uitoefening van hun opdracht.
Art.8. De leden van de Prijzencommissie voor de Geneesmiddelen die niet het statuut van rijksambtenaar hebben in de zin van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, ontvangen een presentiegeld van 15 euro per vergadering.
De leden die hun hoofdactiviteit buiten de Brusselse agglomeratie uitoefenen, worden vergoed voor de reiskosten die zij werkelijk gemaakt hebben.
Art.9. Opgeheven worden:
1° het koninklijk besluit van 3 juni 1969 houdende oprichting van een Commissie tot regeling der prijzen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 mei 2009;
2° het koninklijk besluit van 13 augustus 1971 betreffende de modaliteiten voor de raadpleging van de Commissie tot Regeling der Prijzen;
3° het koninklijk besluit van 8 augustus 1975 tot oprichting van een Prijzencommissie voor de Farmaceutische Specialiteiten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 januari 1990 en 20 mei 2009;
4° het koninklijk besluit van 20 mei 2009 houdende diverse wijzigingen betreffende de werking van de Commissie tot regeling der prijzen en van de Prijzencommissie voor de Farmaceutische Specialiteiten.
Art.10. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2024.
Art. 11. De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.