Details





Titel:

25 MEI 2024. - Koninklijk besluit tot toekenning van een financiële tegemoetkoming aan geconventioneerde vroedvrouwen en tot bepaling van de voorwaarden en de nadere regels ervan



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Er wordt overeenkomstig de modaliteiten in dit besluit voorzien in een eenmalige financiële tegemoetkoming voor het jaar 2024 voor de vroedvrouwen in de ambulante sector die zijn toegetreden tot de overeenkomst bedoeld in artikel 42 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, hierna te noemen gecoördineerde wet van 14 juli 1994.
  Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde eenmalige financiële tegemoetkoming bedraagt 975,49 euro per vroedvrouw die voldoet aan de activiteitsdrempel zoals bedoeld in artikel 2.

Art.2. § 1. De principes in deze paragraaf zijn van toepassing bij het bepalen van de activiteitsdrempel voor het jaar 2024.
  De activiteitsdrempel wordt geformuleerd als een minimumbedrag van terugbetalingen van aan de verplichte verzekering aangerekende ambulante verstrekkingen.
  De activiteitsdrempel bedraagt 20% van de mediaan van het totaalbedrag van terugbetalingen van de in het jaar 2023 aangerekende ambulante verstrekkingen per vroedvrouw in de ambulante sector, met de leeftijd vanaf 45 tot en met 54 jaar die minstens twee ambulante verstrekkingen hebben aangerekend tijdens het jaar 2023.
  § 2. In toepassing van dit artikel wordt met ambulante verstrekkingen alle verstrekkingen bedoeld die niet verleend worden in het kader van een klassieke hospitalisatie of een daghospitalisatie.

Art.3. Indien een geconventioneerde vroedvrouw in de ambulante sector die voldoet aan de activiteitsdrempel bedoeld in artikel 2 voor het jaar 2024 ook voldoet aan de analoge voorwaarden voor de financiële tegemoetkoming voor geconventioneerde verpleegkundigen, wordt enkel het hoogste premiebedrag van één van deze beide sectoren toegekend.

Art.4. De in dit besluit bedoelde geconventioneerde vroedvrouwen in de ambulante sector zijn diegene die zijn toegetreden tot de overeenkomst vanaf ten laatste de eerste dag na afloop van de notificatieperiode betreffende de 9de wijzigingsclausule bij de nationale overeenkomst V/96 tussen vroedvrouwen en verzekeringsinstellingen, overeenkomstig artikel 49, § 3, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994, en dit blijven gedurende de volledige resterende looptijd van 2024, en diegene die in de loop van het jaar 2024 een RIZIV-nummer bekomen en daarna voor de rest van 2024 geconventioneerd zijn.

Art.5. Om voor de tegemoetkoming bedoeld in artikel 1 in aanmerking te komen, dient er voor de vroedvrouw op straffe van verval uiterlijk op 31 mei 2025 een rekeningnummer geregistreerd te zijn in de daartoe voorziene webtoepassing van het RIZIV.

Art.6. De aangerekende verstrekkingen bedoeld in dit besluit gelden als onweerlegbaar bewijs.

Art.7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.

Art. 8. De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.