2 MEI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende wijziging van Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de invoering van een certificeringssysteem voor installateurs HE voor kleine installaties en van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit en energie uit hernieuwbare bronnen
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de invoering van een certificeringssysteem voor installateurs HE voor kleine installaties
Art. 1-8
HOOFDSTUK 2. - Wijziging het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit en energie uit hernieuwbare bronnen
Art. 9
HOOFDSTUK 3. - Overgangs-, opheffings- en eindbepalingen
Art. 10-13
HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de invoering van een certificeringssysteem voor installateurs HE voor kleine installaties
Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 april 2014 houdende de invoering van een certificeringssysteem voor installateurs HE voor kleine installaties worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "artikel 14.3 van Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009" worden vervangen door de woorden "artikel 18.3 (en bijlage IV) van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018";
2° de woorden "en Richtlijn 2003/30/EG" worden vervangen door de woorden ", Richtlijn 2003/30/EG en Richtlijn 2009/28/EG".
Art.2. In artikel 3, § 1 van hetzelfde besluit worden de woorden "en een certificaat van beroepsbekwaamheid als aspirant " opgeheven.
Art.3. In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
a) het punt 2° is opgeheven;
b) het punt 3° wordt vervangen als volgt: "3° minimaal één maand relevante beroepservaring aantonen in de beroepsactiviteit waarvoor het certificaat wordt aangevraagd;";
c) in punt 4° worden de woorden "of van het certificaat van beroepsbekwaamheid als aspirant" opgeheven;
2° de paragraaf 2 is opgeheven;
3° in paragraaf 3 wordt het woord "zes" vervangen door het woord "twaalf";
4° de paragraaf 4 wordt vervangen als volgt : " § 4. Het certificaat van beroepsbekwaamheid wordt toegekend voor een periode van zeven jaar, ongeacht de beroepscategorie. Het wordt van rechtswege met periodes van zeven jaar verlengd, mits naleving van de in artikel 7 voorziene voorwaarden.";
5° de paragraaf 5 is opgeheven;
6° de paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt: "De Minister kan de in punt 3° van paragraaf 1 bedoelde relevante beroepservaring bepalen. ".
Art.4. In artikelen 5, 5° en 7 van hetzelfde besluit worden de woorden "het jaar dat voorafgaat" vervangen door de woorden "de vierentwintig maanden die voorafgaan".
Art.5. In artikel 8, § 2 van hetzelfde besluit worden de woorden "het Instituut" vervangen door de woorden "de certificeringsautoriteit".
Art.6. In artikel 13, § 1 van hetzelfde besluit wordt het punt 3° vervangen als volgt:
"3° De opleiding wordt gegeven door lesgevers die aan de volgende voorwaarden voldoen :
a) Ze tonen pedagogische vaardigheden aan;
b) Ze beschikken over ofwel minimaal drie jaar beroepservaring in de gegeven leerstof, ofwel een geldig leerresultaatgetuigschrift voor de beroepsactiviteit die overeenstemt met de gegeven leerstof;
c) Ze beschikken over een getuigschrift van succesvolle voltooiing voor de beroepsactiviteit die overeenkomt met het vak waarin ze onderwijzen, afgeleverd door een externe opleidingsorganisatie. ".
Art.7. In de Franse versie van artikel 15, § 4, tweede lid van hetzelfde besluit worden de woorden " contenant rappel " vervangen door de woorden " contenant le rappel ".
Art.8. In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 2 wordt het woord "vijf" vervangen door het woord "zeven";
2° in paragraaf 4 worden de woorden "De Minister" vervangen door de woorden "De certificeringsautoriteit".
HOOFDSTUK 2. - Wijziging het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit en energie uit hernieuwbare bronnen
Art.9. Paragraaf 2 van artikel 5 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit en energie uit hernieuwbare bronnen wordt aangevuld met een punt 10° dat luidt als volgt: "10° Voor vanaf 1 januari 2026 geplaatste fotovoltaïsche installaties met een maximaal vermogen van 5 kWp, een kopie van het certificaat dat aantoont dat de installateur een gecertificeerd installateur is overeenkomstig het certificeringssysteem van de HEB-installateurs voor de kleinschalige installaties bedoeld in artikel 2.5.6 van het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing.".
HOOFDSTUK 3. - Overgangs-, opheffings- en eindbepalingen
Art.10. § 1. De certificaten van beroepsbekwaamheid die tussen 17 februari 2023 en de inwerkingtreding van hoofdstuk 1 van dit besluit worden toegekend, worden geacht voor een periode van zeven jaar te zijn toegekend.
§ 2. Een certificaat van vakbekwaamheid als aspirant dat geldig is op het moment van inwerkingtreding van hoofdstuk 1 van dit besluit, wordt beschouwd als een certificaat van beroepsvakbekwaamheid dat voor een periode van zeven jaar is toegekend.
Art.11. Artikelen 9, 2°, c) en 46, 1° van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 december 2022 tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 17 december 2015 betreffende de promotie van groene elektriciteit worden opgeheven.
Art.12. Hoofdstukken 1 en 3 van dit besluit treden in werking op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een termijn van tien dagen die ingaat op de dag na de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.
Hoofdstuk 2.van dit besluit treedt in werking op 1 januari 2026.
Art. 13. De Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.