Details





Titel:

14 APRIL 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden en tot aanvulling van artikel 30bis van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, met het oog op de invoeging van een bijlage met het aanvraagformulier voor een veiligheidsattest in de nucleaire en radiologische sectoren



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Bepalingen houdende wijziging van het Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden
Art. 1.-16
HOOFDSTUK II. - Bepalingen houdende wijziging van het Koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen
Art. 17-18
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 19-20
BIJLAGE.
Art. N



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

1999021596  2011205533 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Bepalingen houdende wijziging van het Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden Artikel 1.In het Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden, wordt het opschrift van hoofdstuk 1 vervangen als volgt:   " HOOFDSTUK 1.- Algemene bepalingen ".
Art.2. In artikel 1 van het Koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de veiligheidsattesten voor de nucleaire sector en tot regeling van de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of tot de nucleaire documenten in bepaalde bijzondere omstandigheden, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
  1° ) in paragraaf 1, wordt het tweede lid opgeheven;
  2° ) in paragraaf 2, a), worden de woorden "in artikel 9, § 1, " vervangen door de woorden "in artikelen 6bis, 7bis en 14decies";
  3° ) wordt een paragraaf 2bis ingevoegd, luidende:
  " § 2bis.- De directeur-generaal van het Agentschap kan de bevoegdheden die aan hem worden toegekend krachtens § 1 en § 2 delegeren aan de verantwoordelijke van het departement, of de dienst van het Agentschap bevoegd voor de beveiliging.";
  4° ) in de Franse tekst van paragraaf 3 wordt het woord " pas " ingevoegd tussen de woorden " l'Agence ne peut " en de woorden " délivrer d'attestation ";
  5° ) in paragraaf 5, worden de woorden " geen enkele van de in dit besluit bedoelde personen " vervangen door de woorden "niemand verlenen" ;
  6° ) in paragraaf 5, worden de woorden "aan de persoon voor wie deze toegang wordt aangevraagd" ingevoegd tussen de woorden "nucleaire documenten" en de woorden "-tijdens de duur";
  7° ) in paragraaf 5, 2de streepje, worden de woorden "in artikelen 6bis en 7bis bedoelde" ingevoegd tussen de woorden "duur van de procedure voor de" en de woorden "toegangsvergunning of".

Art.3. In hoofdstuk 1 van hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidende:
  "Voor de toepassing van dit besluit, en behoudens andersluidende bepaling, moet de bevoegde veiligheidsofficier van de nucleaire installatie of van het nucleair vervoerbedrijf, ongeacht of hij al dan niet deel uitmaakt van het personeel van de betrokken vestigingseenheid, deel uitmaken van het personeel van de bij de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde entiteit waartoe de vestigingseenheid behoort ; de term "vestigingseenheid" moet worden begrepen in de zin van artikel I.2.16° ) van het Wetboek van economisch recht van 28 februari 2013 en de term "geregistreerde entiteit" in de zin van artikel I.4.1° ) van hetzelfde Wetboek.
  Onverminderd artikel 5 § 7, indien de geregistreerde entiteit en haar bedrijfseenheden meerdere veiligheidsofficiers hebben, houden deze, voor zover nodig, elkaar systematisch en zo snel mogelijk op de hoogte van de verzoeken tot veiligheidsonderzoeken, veiligheidsverificaties en erkenningen van veiligheidsmachtigingen, uit te voeren in toepassing van dit besluit, alsook van de opvolging ervan.
  Huidige bepaling is enkel van toepassing voor zover de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf wordt geregeld door het Wetboek van economisch recht.".

Art.4. Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 7, luidende:
  " § 7. - De veiligheidsofficier van de kerninstallatie of van het nucleair vervoerbedrijf en de veiligheidsofficier van het bedrijf dat de werken of diensten uitvoert, houden elkaar systematisch en zo snel mogelijk op de hoogte van de stappen die uit hoofde van dit artikel moeten worden ondernomen.".

Art.5. In hoofdstuk VI van hetzelfde besluit wordt een artikel 6bis ingevoegd, luidende:
  " Art. 6bis
  In uitvoering van artikel 8bis, § 4, van de wet van 11 december 1998, kan de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging de toegang vragen tot bepaalde veiligheidszones, tot gecategoriseerd kernmateriaal, of tot gecategoriseerde nucleaire documenten, mits het verkrijgen van een toegangsvergunning voor noodgevallen voor personen die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd zijn, noch houder zijn van een gepast veiligheidsattest afgeleverd overeenkomstig dit besluit en die niet interveniëren als lid van hulp- of politiediensten.
  Een toegangsvergunning voor noodgevallen moet worden aangevraagd overeenkomstig de in dit artikel beschreven modaliteiten. Het Agentschap kan de vormen bepalen volgens welke deze aanvraag wordt ingediend.
  Zo snel mogelijk nadat het noodgeval werd vastgesteld, brengt de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging de directeur-generaal van het Agentschap, of zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke van het departement of de dienst van het Agentschap bevoegd voor de beveiliging op de hoogte van de maatregelen die hij in het kader van het noodgeval wil nemen, in het bijzonder van de dringende en noodzakelijke behoefte aan toegang voor de hierboven bedoelde personen.
  Uiterlijk twaalf uur vóór de geplande toegang brengt de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging de directeur-generaal van het Agentschap, of zijn afgevaardigde op de hoogte van de namen, de kantooradressen en de hoedanigheid van de personen voor wie toegang tot de veiligheidszones wordt gevraagd en informeert hij hem uitvoerig over de aard van de stoornis die zich heeft voorgedaan, de ernst ervan, de onvoorspelbaarheid ervan en de dringende nood aan specifieke toegang voor de betrokken personen. Hij brengt hem tevens op de hoogte van de bijkomende maatregelen die de permanente begeleiding moeten omvatten door een persoon die op het vereiste niveau gemachtigd is en het best in staat is om de aard, de omvang en de techniciteit te begrijpen van de operaties die worden uitgevoerd door de persoon aan wie toegang wordt verleend.
  De directeur-generaal of zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke van het departement of de dienst van het Agentschap bevoegd voor de beveiliging, verleent, weigert of herroept de toegang.
  Wanneer de toegang meer dan één dag moet duren, moet de bevoegde veiligheidsofficier de aanvraag voor een gepast veiligheidsattest, overeenkomstig dit besluit, vóór het einde van de eerste dag van de toegang indienen.".

Art.6. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VII vervangen als volgt:
  "Toegang tot de nucleaire installatie, het nucleair vervoerbedrijf en tot de veiligheidszones voor bezoeken en toegang van autoriteiten".

Art.7. In hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt een artikel 6ter ingevoegd, luidende:
  "Art. 6ter
  § 1.- Elke persoon die een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf wenst te bezoeken, moet daartoe een uitdrukkelijke en gemotiveerde aanvraag indienen bij de exploitant van de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf.
  § 2. - Wanneer de exploitant van de nucleaire installatie of van het nucleair vervoerbedrijf de in § 1 bedoelde aanvraag inwilligt en het bezoek een toegang tot veiligheidszones inhoudt, dient de persoon die het bezoek aanvraagt en die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is, hetzij een veiligheidsattest uit hoofde van artikel 7, hetzij een toegangsvergunning voor een bezoek van protocollaire aard uit hoofde van artikel 7bis te verkrijgen.
  § 3.- In de zin van dit besluit kan een bezoek aan een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf noch plaatsvinden in het kader van werk-, stage- of opleidingssituaties in de nucleaire installatie of nucleair vervoerbedrijf bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4, noch in het kader van een arbeids-, dienst- of leveringsovereenkomst met de exploitant, zoals bedoeld in artikel 5.
  Een bezoek van een persoon die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is, mag geen toegang tot nucleaire documenten of kernmateriaal inhouden.
  § 4.- Een bezoek van protocollaire aard is een bezoek in de zin van § 3 dat wordt uitgevoerd door een persoon met een zeker representatief karakter, in het kader van zijn functies of van een opdracht.
  § 5.- Indien het bezoek een toegang tot veiligheidszones inhoudt, kan de directeur-generaal van het Agentschap, op basis van de risicoanalyse van het bezoek, beslissen om het aantal bezoekers dat toestemming heeft om al dan niet gelijktijdig veiligheidszones te betreden, te beperken en hij kan bepalen welke veiligheidszones voor hen toegankelijk zullen zijn. Hij kan andere bezoeksmodaliteiten voorschrijven.
  Hij brengt de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging op de hoogte van zijn beslissing.
  De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging moet schriftelijk bevestigen dat hij instemt met de door de directeur-generaal bepaalde bezoeksmodaliteiten voordat deze de procedure voor de toekenning of weigering van een veiligheidsattest of toegangsvergunning aanvat.
  Indien het dreigingsniveau dit rechtvaardigt, kan de directeur van het Agentschap weigeren om gevolg te geven aan de bedoelde aanvraag voor een veiligheidsattest of toegangsvergunning.".

Art.8. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° ) paragraaf 1 wordt vervangen als volgt:
  " § 1.- De veiligheidsofficier dient uiterlijk 15 dagen voor de datum van het voorziene bezoek bij de directeur-generaal van het Agentschap een aanvraag in voor een veiligheidsattest voor de in artikel 6ter bedoelde persoon die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is en waarvan het bezoek de toegang tot veiligheidszones inhoudt."
  2° ) paragraaf 4 wordt opgeheven.

Art.9. In hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt een artikel 7bis ingevoegd, luidende:
  " Artikel 7bis
  § 1.- Wanneer de exploitant van de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf ingaat op de aanvraag voor een toegangsvergunning voor een bezoek van protocollaire aard dat een toegang tot veiligheidszones inhoudt, dan informeert de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging de directeur-generaal van het Agentschap, of zijn afgevaardigde, uiterlijk drie weken vóór de datum van het voorziene bezoek, over de aard en de veiligheidsrang van de te bezoeken veiligheidszones, de datum van het bezoek, de hoedanigheid en de precieze titel van de bezoeker, het doel en het verloop van het bezoek van protocollaire aard, de communicatiemiddelen en de uitrusting waarover de betrokkene wenst te beschikken en, wanneer het gaat over een bezoek van protocollaire aard door meerdere personen, de algemene samenstelling van de delegatie.
  § 2.- Indien, in afwijking van artikel 7, de in § 1 bedoelde persoon niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is, dan dient de afgevaardigde voor de fysieke beveiliging bij de directeur-generaal van het Agentschap, of zijn afgevaardigde, uiterlijk drie weken vóór de datum van het voorziene bezoek, een aanvraag in voor een toegangsvergunning voor de betrokken persoon. De afgevaardigde voor de fysieke beveiliging motiveert de aanvraag voor de toegangsvergunning voor een bezoek en deelt tevens de risicoanalyse voor een dergelijke toegang mee, alsook de door hem voorziene specifieke beschermingsmaatregelen.
  Het Agentschap kan de modaliteiten en de vorm van de aanvraag voor de toegangsvergunning bepalen.".

Art.10. In hoofdstuk VII van hetzelfde besluit wordt een artikel 7ter ingevoegd, luidende:
  " Artikel 7ter
  Binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit artikel legt de exploitant van de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf aan de directeur-generaal van het Agentschap een procedure voor de toegang van de vertegenwoordigers van de autoriteiten die krachtens de wet of regelgeving over een toegangsrecht tot de nucleaire installatie of het nucleair vervoerbedrijf beschikken, alsook een procedure voor de toegang van hulp- en veiligheidsdiensten voor oefeningen, in het bijzonder in de context van de door de verschillende noodplannen voorgeschreven voorbereiding, ter goedkeuring voor.
  Deze procedures omvatten op zijn minst de modaliteiten m.b.t. de verificatie van de legitimatiekaart, aanvullende maatregelen en in het bijzonder begeleidende maatregelen, alsook de naleving van de beveiligingsmaatregelen; ze houden rekening met de eventuele onvoorziene aard van de toegang.
  Het Agentschap kan aanbevelingen m.b.t. deze procedure uitvaardigen.".

Art.11. In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VIII vervangen als volgt:
  "HOOFDSTUK VIII. - Toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten, voor personen die houder zijn van een buitenlandse veiligheidsmachtiging en personen die niet, of minder dan vijf jaar, in België verblijven".

Art.12. In hoofdstuk VIII van hetzelfde besluit wordt een artikel 8bis ingevoegd, luidende:
  "Artikel 8bis
  Indien de directeur-generaal van het Agentschap, overeenkomstig artikel 8bis, § 2, laatste lid, van voornoemde wet van 11 december 1998, oordeelt dat het noodzakelijk is om een beter zicht te krijgen op de antecedenten van de persoon die geen houder is van een veiligheidsmachtiging en die geen inwoner is van België of die er sinds minder dan 5 jaar verblijft, die een aanvraag voor een veiligheidsattest heeft ingediend zoals voorzien in toepassing van de artikels 2, 3, 4, 5 § 2a, 5 § 2b, 5 § 2c of 7 naargelang het geval, vraagt hij via de veiligheidsofficier bij wie de aanvraag werd ingediend, dat de documenten bedoeld in artikel 8bis, § 2, laatste lid, van voornoemde wet van 11 december 1998 hem zo spoedig mogelijk worden overgemaakt opdat hij zich kan uitspreken. ".

Art.13. Artikelen 9 tot 14 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art.14. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIIIbis ingevoegd die de artikelen 14bis tot 14septies bevat, luidende:
  "HOOFDSTUK VIIIbis. - Toegang tot toekomstige veiligheidszones
  Artikel 14bis
  De directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle of zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke voor het departement of de dienst bevoegd voor de nucleaire beveiliging, kan uit hoofde van artikel 22bis, 3e lid, 1° ), van de wet van 11 december 1998 een veiligheidsattest verstrekken aan de persoon bedoeld in artikel 14ter voor de toegang tot de in voornoemd artikel 22bis, 3e lid, 1° ), vermelde plaatsen, overeenkomstig de modaliteiten van de artikels 14quater tot 14septies. Om de plaatsen die aan de vereisten van artikel 22bis, 3e lid, 1° ) van bovenvermelde wet beantwoorden, aan te wijzen, baseert de directeur-generaal of zijn afgevaardigde zich op de evaluatie van de mate waarin de werken die worden of zullen worden uitgevoerd, bijdragen of zullen bijdragen aan een wijziging met significante invloed op het fysieke beveiligingssysteem van de nucleaire installatie, in de zin van artikel 8bis van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de fysieke beveiliging van het kernmateriaal en de nucleaire installaties, wijziging bestaande uit een nieuwe veiligheidszone of nieuwe grenzen van een bestaande veiligheidszone. De directeur-generaal of zijn afgevaardigde raadpleegt de exploitant van de betrokken nucleaire installatie evenals, indien nodig, de andere natuurlijke of rechtspersonen die mogelijk betrokken zijn bij het beheer van de werkzaamheden en van de wijziging van deze plaatsen.
  Artikel 14ter
  § 1.- De natuurlijke persoon wiens functie of beroep een regelmatige en niet-occasionele aanwezigheid op een welbepaalde site in toepassing of uit hoofde van artikel 22bis, 3e lid, 1° ), van de wet van 11 december 1998 vereist, of met zich meebrengt, moet een veiligheidsattest verkrijgen om deze te betreden.
  Onder regelmatige en niet-occasionele aanwezigheid moet de aanwezigheid op of het betreden van de site door de betrokken personen gedurende meer dan vijf werkdagen per jaar worden verstaan.
  § 2.- Van het toepassingsgebied van deze bepaling zijn uitgesloten:
  a) de persoon die behoort tot de veiligheids- en hulpdiensten die in geval van nood moeten optreden;
  b) de persoon die houder is van een veiligheidsmachtiging;
  c) de persoon die houder is van een veiligheidsattest dat in een ander kader dan dat van artikel 22bis, 3e lid van de wet van 11 december 1998 werd afgeleverd;
  d) de persoon die reeds houder is van een positief veiligheidsadvies.
  Artikel 14quater
  § 1.- De persoon voor wie de toegang wordt aangevraagd, dient zijn aanvraag voor een veiligheidsattest in bij de veiligheidsofficier van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf waartoe de beoogde plaatsen behoren.
  § 2.- De aanvraag voor een veiligheidsattest moet uiterlijk vijftien dagen vóór de eerste dag van de arbeidsprestaties binnen de betrokken opdracht worden ingediend.
  § 3.- De veiligheidsofficier informeert de directeur-generaal van het Agentschap in het bijzonder over de betrokken plaatsen, de aard van de werken, het doel van het werk en de datum van indiensttreding bij de opdracht.
  Artikel 14quinquies
  § 1.- Het op grond van artikel 14bis verstrekte veiligheidsattest verleent enkel toegang tot de bedoelde plaatsen.
  § 2.- De geldigheidsduur van het op grond van artikel 14bis verstrekte veiligheidsattest verstrijkt op de eerste van de volgende vervaldagen: hetzij binnen de drie jaar na de uitreiking ervan, hetzij bij de kennisgeving van de toekenning van een veiligheidsmachtiging, hetzij bij de beëindiging van het werk of de opdracht waarvoor het attest vereist was.
  Het attest kan worden verlengd.
  Artikel 14sexies
  De directeur-generaal van het Agentschap of zijn afgevaardigde kan op elk ogenblik voordat de betrokken plaatsen als veiligheidszone worden ingericht of in een veiligheidszone worden geïntegreerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 betreffende de fysieke beveiliging, maatregelen voorschrijven met betrekking tot de begeleiding en de identificatie van personen die niet bedoeld worden in artikel 14ter, § 1, noch houder zijn van de in artikel 14ter, § 2, punten a) tot d) bedoelde certificaten.
  Artikel 14septies
  De in artikel 14ter bedoelde personen die reeds op de betrokken plaatsen werkzaam zijn, beschikken over een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van deze bepaling om hun aanvraag voor een veiligheidsattest in te dienen.".

Art.15. In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIIIter ingevoegd die de artikelen 14octies tot 14undecies bevat, luidende:
  "HOOFDSTUK VIIIter.- Toegang tot nucleaire sites in het buitenland
  Artikel 14octies
  De directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle of zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke voor het departement of de dienst die bevoegd is voor de beveiliging, kan aan de persoon bedoeld in artikelen 14decies en 14undecies die daarom verzoekt, een vergunning afleveren om in het buitenland toegang te verkrijgen tot bepaalde nucleaire sites die zijn bepaald in toepassing van artikel 14nonies, op voorwaarde:
  a) enerzijds, dat deze persoon houder is van een veiligheidsadvies of een veiligheidsattest, afgeleverd in toepassing van de wet van 11 december 1998, waarvan de geldigheidsduur de duur van de gevraagde toegang bestrijkt; het veiligheidsattest kan met name het attest zijn dat is afgeleverd in toepassing van artikel 22bis, § 3, 3°, van voornoemde wet, en waarnaar wordt verwezen in artikel 14undecies.
  b) en anderzijds dat met de bevoegde autoriteiten van het betrokken land adhoc-regelingen werden getroffen aangaande artikel 14nonies.
  Indien nodig, kan de directeur-generaal of zijn afgevaardigde andere Belgische autoriteiten raadplegen, in het bijzonder de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
  Artikel 14nonies
  § 1.- Voor de toepassing van dit artikel en de artikelen 14octies, 14decies en 14undecies komen alleen nucleaire sites of delen van dergelijke sites in aanmerking waarvan de toegang door personen onderworpen is aan een vorm van procedure die betrekking heeft op de officiële beoordeling van de betrouwbaarheid van deze laatsten, zonder evenwel voorbehouden te zijn tot de houders van een veiligheidsmachtiging, en die gelegen zijn in een vreemd land met wiens bevoegde autoriteiten de directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle adhocregelingen heeft getroffen met betrekking tot de beoordeling van de betrouwbaarheid van de Belgische staatsburger of inwoner van België voor wie overeengekomen is dat hij voldoet aan de betrokken procedure voor de beoordeling van de betrouwbaarheid indien hij toegang moet hebben tot deze sites en indien het Agentschap hem daartoe machtigt.
  § 2.- De ad-hoc-regelingen bedoeld in § 1 kunnen betrekking hebben op het bepalen van in het bijzonder:
  - de zones van de nucleaire site waartoe toegang kan worden gevraagd;
  - de eventuele aanvullende beveiligingsmaatregelen;
  - de mee te delen gegevens betreffende de persoon voor wie de toegang wordt gevraagd, met name gegevens over elke in België verleende toegang tot veiligheidszones, kernmateriaal of nucleaire documenten, over het relevante toegangsbewijs en over de noodzaak tot het kennisnemen of verkrijgen van de toegang.
  § 3.- De in § 1 bedoelde ad-hoc-regelingen die betrekking hebben op een geheel van toegangen kunnen, in voorkomend geval, betrekking hebben op een reeks voorgenomen of voorzienbare toegangen door dezelfde persoon of andere personen, mits de kenmerken van hun antecedenten of de specifieke kenmerken, behoeften en omstandigheden van de toegangen identiek zijn aan, of in grote lijnen overeenstemmen met, degene die reeds vallen onder de ad-hoc-regelingen.
  § 4.- De minister die de voogdij uitoefent over het Agentschap geeft de directeur-generaal zijn toestemming om onderhandelingen te beginnen over de beoogde ad hocregelingen met de bevoegde autoriteiten van het betrokken land.
  Bij het treffen van deze regelingen houdt de directeur-generaal rekening met de risico's inzake nucleaire non-proliferatie en beveiliging in het licht van het algemene beleid van België.
  Artikel 14decies
  § 1.- Een persoon die de toegang tot een nucleaire site in het buitenland aanvraagt, zoals bepaald overeenkomstig artikel 14nonies, en die houder is van een veiligheidsadvies of veiligheidsattest anders dan het attest bedoeld in artikel 22bis, derde lid, 3° ), en waarvan de geldigheidsduur de duur van de gevraagde toegang bestrijkt, dient zijn aanvraag voor een toegangsvergunning in bij de directeur-generaal van het Agentschap.
  In zijn aanvraag legt de persoon de noodzaak voor van de gevraagde toegang in het buitenland en de documenten die de band aantonen die hij mogelijk onderhoudt met de nucleaire sector in België. Hij bezorgt alle relevante informatie over bovenvermeld veiligheidsadvies of veiligheidsattest. Hij informeert de directeur-generaal over de site in kwestie, de aard van de werkzaamheden, het doel van zijn bezigheden en de datum en duur van de gevraagde toegang.
  Hij dient de vergunningsaanvraag uiterlijk vijftien dagen voor de eerste dag van de gevraagde toegang in.
  § 2.- De directeur-generaal van het Agentschap vergunt de persoon die de toegang aanvraagt op grond van § 1 van dit artikel.
  § 3.- De afgifte van het in artikel 14undecies bedoelde veiligheidsattest geldt als vergunning.
  § 4.- De vergunning wordt afgeleverd voor een periode van maximaal 5 jaar.
  De vergunning vervalt zodra de toegang niet langer vereist is of de functie niet langer wordt uitgeoefend.
  De vergunning kan worden vernieuwd.
  § 5.- Het Agentschap kan een technische reglement opstellen betreffende de vorm waarin de vergunningsaanvraag moet worden ingediend.
  Artikel 14undecies
  § 1.- Een persoon die de toegang tot een nucleaire site in het buitenland aanvraagt, zoals bepaald overeenkomstig artikel 14nonies, en die geen houder is van een veiligheidsadvies of een veiligheidsattest waarvan de geldigheidsduur de duur van de gevraagde toegang bestrijkt, dient zijn aanvraag voor een toegangsvergunning in bij de directeur-generaal van het Agentschap.
  § 2.- De directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle of zijn afgevaardigde, de verantwoordelijke voor het departement of de dienst die bevoegd is voor de beveiliging, kan aan de persoon bedoeld in § 1 een veiligheidsattest afleveren volgens de modaliteiten van het huidige artikel.
  § 3.- De persoon voor wie het veiligheidsattest wordt aangevraagd, dient zijn aanvraag voor een veiligheidsattest in bij de veiligheidsofficier bepaald overeenkomstig het volgende lid; hij legt hem de noodzaak voor van de gevraagde toegang in het buitenland en de documenten waaruit de band blijkt die hij mogelijk heeft met de nucleaire sector in België.
  Indien de persoon voor wie de toegang wordt gevraagd binnen 5 jaar voorafgaand aan de datum van zijn aanvraag in België een toegangsbewijs heeft verkregen voor een nucleaire installatie, een nucleair vervoerbedrijf of tot nucleaire documenten die door een publiek- of privaatrechtelijke natuurlijke of rechtspersoon worden bewaard of behandeld buiten een nucleaire installatie of een nucleair vervoerbedrijf in toepassing van artikel 7, § 2, van het koninklijk besluit van 17 oktober 2011 houdende de categorisering en de bescherming van de nucleaire documenten, dient hij zijn aanvraag voor een veiligheidsattest in bij de veiligheidsofficier van de installatie, het bedrijf of de persoon bij wie hij het meest recente toegangsbewijs heeft bekomen. Indien de persoon voor wie de toegang wordt gevraagd in de vijf jaar voorafgaand aan de datum van de aanvraag geen dergelijk bewijs verkregen heeft, richt hij of zij de aanvraag tot de veiligheidsofficier van het Agentschap.
  § 4.- De bevoegde veiligheidsofficier dient de aanvraag voor een veiligheidsattest uiterlijk vijftien dagen voor de eerste dag van de gevraagde toegang in. Hij brengt de directeur-generaal van het Agentschap op de hoogte van de informatie die hij heeft ontvangen van de persoon die de toegang vraagt, en in elk geval van de betrokken plaatsen, de aard van de werkzaamheden, het doel van de bezigheden, en de datum en de duur van de gevraagde toegang.
  § 5.- Het in toepassing van dit artikel afgeleverd veiligheidsattest is maximaal 5 jaar geldig.
  Het veiligheidsattest vervalt zodra de toegang niet langer vereist is of de functie niet langer wordt uitgevoerd.
  Het veiligheidsattest kan worden vernieuwd.".

Art.16. In artikel 19 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° ) in paragrafen 1, 3 en 4 worden de woorden "9 tot 13" vervangen door de woorden "6bis";
  2° ) in paragraaf 6, 1ste lid, worden de woorden "7 en 14" vervangen door de woorden "6ter en 7";
  3° ) in paragraaf 6, lid 3, worden de woorden "7, § 4, en artikel 14, § 3," vervangen door de woorden "6ter, § 5".

HOOFDSTUK II. - Bepalingen houdende wijziging van het Koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen

Art.17. Artikel 30bis van het koninklijk besluit van 24 maart 2000 tot uitvoering van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, wordt aangevuld met een lid, luidende:   " In afwijking van het eerste lid wordt de persoon die een veiligheidsverificatie in de zin van artikel 22quater van de wet moet ondergaan, die moet worden afgegeven door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle overeenkomstig artikel 8bis van dezelfde wet of artikel 22bis, lid 3 daarvan, daarvan op de hoogte gebracht door een kennisgeving conform het als bijlage 5 bij dit besluit gevoegde model. De weigering van de persoon om een dergelijke veiligheidsverificatie te ondergaan wordt uitgedrukt overeenkomstig het model in bijlage 5 bij dit besluit.".
Art.18. In hetzelfde besluit wordt een bijlage 5 ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.

HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art.19. Dit besluit treedt in werking op de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art.20. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

BIJLAGE.

Art. N.   (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 14-05-2024, p. 62497)