29 APRIL 2024. - Ministerieel besluit betreffende het integriteitsschema, het jaarlijks rapport over de uitvoering van het jaarlijks actieplan integriteitsmanagement door elke organisatie en het jaarlijks verslag over integriteitsmanagement door het Bureau Integriteit, vermeld in artikelen 4, 7°, 12 en 13, van het koninklijk besluit van 18 april 2023 betreffende het integriteitsbeleid en het integriteitsmanagement binnen sommige organisaties van de federale uitvoerende macht en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 2017 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities
Art. 1-2
HOOFDSTUK 2. - Het integriteitschema en de doelen ervan
Art. 3-4
HOOFDSTUK 3. - Het sjabloon van het jaarverslag over het integriteitsmanagement van een federale administratieve overheid
Art. 5
HOOFDSTUK 4. - Het sjabloon voor de jaarverslag van het Bureau Integriteit
Art. 6
HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied en definities
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op de diensten van het federaal administratief openbaar ambt zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken en op de diensten die door de Koning aan het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 18 april 2023 werden toegevoegd overeenkomstig artikel 1, tweede lid, van dit besluit.
Art.2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° De wet van 8 december 2022: de wet van 8 december 2022 betreffende de meldingskanalen en de bescherming van de melders van integriteitsschendingen in de federale overheidsinstanties en bij de geïntegreerde politie;
2° Koninklijk besluit van 18 april 2023: het koninklijk besluit van 18 april 2023 betreffende het integriteitsbeleid en het integriteitsmanagement binnen sommige organisaties van de federale uitvoerende macht en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 2017 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;
3° Koninklijk besluit van 20 oktober 2023: het koninklijk besluit van 20 oktober 2023 betreffende de elementen van de procedures en opvolging van interne meldingen, het doel en de inhoud van de archivering van meldingen en de modaliteiten van openbare raadpleging, vermeld in artikelen 10, § 1, vierde lid, 11, derde lid, 27, § 5, derde lid, en 76, derde lid, van de wet van 8 december 2022;
4° Omzendbrief nr. 706: de omzendbrief nr. 706 van 5 juli 2022 "Hernieuwde aandacht voor het deontologisch kader voor federale ambtenaren";
5° Omzendbrief nr. 718: de omzendbrief nr. 718 van 3 juli 2023 "Aanbevelingen voor de organisatie van de eedaflegging" ;
6° Organisaties: de entiteiten die vallen onder artikel 1 van dit artikel;
7° Integriteitscoördinator: de integriteitscoördinator zoals bepaald in artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 april 2023;
8° Tuchtregeling en tuchtstraf: tuchtregeling en tuchtstraf zoals bepaald in artikel 77 en 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het staat van het rijkspersoneel.
HOOFDSTUK 2. - Het integriteitschema en de doelen ervan
Art.3. Het integriteitsschema, zoals bedoeld in artikel 4, 7°, van het koninklijk besluit van 18 april 2023, opgenomen als bijlage, is een alomvattend overzicht van strategische elementen van het integriteitsbeleid waaraan een organisatie haar doelstellingen over integriteitsbeleid en-management van haar jaarlijks actieplan kan koppelen.
Art.4. De doelen van het integriteitsschema zijn:
1° een organisatie voorzien van strategische elementen voor haar integriteitsbeleid en -management;
2° een organisatie oriënteren naar cruciale aspecten van integriteit door middel van een risicogebaseerde aanpak van haar integriteitsbeleid en -management;
3° bijdragen aan de preventie van integriteitsschendingen in een organisatie door kwetsbaarheden in kaart te brengen en haar weerbaarheid te vergroten;
4° het vergroten van het vertrouwen in een organisatie door systemen te voorzien om haar integriteit en die van haar personeel maximaal te waarborgen.
HOOFDSTUK 3. - Het sjabloon van het jaarverslag over het integriteitsmanagement van een federale administratieve overheid
Art.5. De rapportering over integriteit en het integriteitsbeleid door de organisaties, zoals bedoeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 april 2023, laat het Bureau Integriteit toe de nodige aanpassingen aan het integriteitsbeleid voor te bereiden en ligt mee aan de basis van het jaarlijkse verslag integriteitsmanagement van het Bureau Integriteit zoals bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 april 2023. Het rapport over het jaar N, wordt ten laatste op 30 maart van het jaar N+1 overgemaakt aan de minister bevoegd voor de organisatie, met het Bureau Integriteit in kopie.
Het sjabloon van het jaarlijks rapport over de uitvoering van het jaarlijks actieplan integriteitsmanagement bestaat uit de volgende elementen:
1° het aantal personen dat in de organisatie wordt ingezet in de rol van integriteitscoördinator, hun tijdsbesteding uitgedrukt in VTE, en de dienst waaraan deze personen zijn toegewezen;
2° de datum van de meest recente analyse van integriteitsrisico's in de organisatie en de domeinen met een (hoog) integriteitsrisico die op basis van die analyse werden geïdentificeerd;
3° de doelstellingen en de indicatoren van het integriteitsbeleid en -management in het strategisch plan van de organisatie zoals bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 18 april 2023;
4° de acties, de indicatoren en de resultaten van de uitvoering van het jaarlijks actieplan integriteitsbeleid en -management van de organisatie, zoals bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 18 april 2023, aangevuld met een overzicht van de interne en de externe belanghebbenden die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van het actieplan;
5° een overzicht van de gedragscodes, ethische en/of deontologische codes, andere dan de omzendbrief nummer 706 "Hernieuwde aandacht voor het deontologisch kader voor federale ambtenaren", die van toepassing zijn in de organisatie, aangevuld met de datum van hun laatste bijwerking;
6° een overzicht van de uitvoering in de organisatie van de omzendbrief nr. 718 :
- het aantal ceremonieën die in de loop van het jaar door de organisatie werden georganiseerd;
- het aantal nieuwe rijksambtenaren van de organisatie die tijdens de ceremonieën de eed hebben afgelegd;
- het aantal nieuwe contractuelen die door de organisatie op deze ceremonieën werden uitgenodigd;
7° het aantal vormingen, trainingen en/of opleidingen op het domein van integriteitsbeleid en -management die door de organisatie werden georganiseerd en het aantal personen die er hebben aan deelgenomen;
8° het aantal beslissingen om cumulatie te machtigen of te weigeren;
9° et aantal tuchtprocedures die werden opgestart en het aantal en type tuchtstraffen dat werd uitgesproken door de organisatie en het aantal ingestelde beroepen;
10° het aantal en een overzicht van alle openbare raadplegingen georganiseerd door de organisatie waarbij :
a) actief de inbreng van belanghebbenden wordt verzameld met betrekking tot specifieke beleidskwesties, wetsvoorstellen, projecten of andere relevante onderwerpen en,
b) waarvan de resultaten publiek beschikbaar en raadpleegbaar zijn.
De elementen van het jaarverslag, zoals bedoeld in paragraaf 2 kunnen worden uitgebreid door de organisatie die rapporteert.
HOOFDSTUK 4. - Het sjabloon voor de jaarverslag van het Bureau Integriteit
Art. 6. Het jaarlijks verslag over integriteitsmanagement, zoals bedoeld in artikel 13 van het koninklijk besluit van 18 april 2023, wordt opgesteld door het Bureau Integriteit op basis van de uitvoering van de actieplannen van de organisaties en het eigen driejarenplan. Het verslag voor het jaar N wordt voor 31 mei van het jaar N+1 overgemaakt aan de minister die bevoegd is voor Ambtenarenzaken en de minister die bevoegd is voor Begroting, die dit verslag voorleggen aan de Ministerraad. Daarop wordt dit verslag gepubliceerd op de website van FOD BOSA.
Het sjabloon van het jaarlijks verslag over integriteitsmanagement van het Bureau Integriteit bestaat uit de volgende elementen:
1° het gemiddeld aantal medewerkers van het Bureau Integriteit in het jaar waarover wordt gerapporteerd, met inbegrip van de directeur, uitgedrukt in voltijdsequivalenten (VTE);
2° de voorziene kredieten van het Bureau Integriteit, onderverdeeld in personeelskrediet en werkingskrediet, en hun respectievelijke benuttingsgraad;
3° het van toepassing zijnde driejarenplan van het Bureau Integriteit, de datum waarop het driejarenplan ter advies werd voorgelegd aan de Klantenstuurgroep van FOD BOSA, en de datum waarop het jaaractieplan van het Bureau Integriteit door de directeur-generaal Begroting, Strategische Beheersing en Integriteit werd toegelicht aan het directiecomité van de FOD BOSA;
4° een overzicht van de werkzaamheden/acties van het Bureau Integriteit op het domein van:
a) de beleidsvoorbereiding,
b) de uitbouw van het kenniscentrum,
c) de internationale activiteiten,
d) de ondersteuning van de organisaties,
e) de samenwerking met de gefedereerde entiteiten,
f) de samenwerking met de burgermaatschappij;
5° het aantal organisaties die een integriteitscoördinator hebben aangesteld ten aanzien van het totaal aantal organisaties;
6° de som van de personeelsinzet in VTE voor de rol van integriteitscoördinator in de organisaties;
7° het aantal bijeenkomsten van het federaal netwerk van integriteitscoördinatoren;
8° het aantal organisaties dat een actieplan integriteit voor het kalenderjaar N heeft ingediend ten aanzien van het totaal aantal organisaties;
9° het aantal organisaties dat uiterlijk op 30 maart van het jaar N+1 heeft gerapporteerd over de uitvoering van het jaarlijks actieplan integriteitsbeleid van het kalenderjaar N ten aanzien van het totaal aantal organisaties;
10° de datum van de laatste aanpassing van de omzendbrief nummer 706;
11° het aantal nieuwe personeelsleden in de organisaties die in het jaar N tijdens een ceremonie de eed hebben afgelegd overeenkomstig de omzendbrief nummer 718 en het aantal nieuwe contractuele medewerkers die aan deze ceremonieën hebben deelgenomen;
12° de informatie zoals bedoeld in artikel 5, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 oktober 2023 en desgevallend de informatie zoals bedoeld in artikel 5, § 2, van het van het koninklijk besluit van 20 oktober 2023;
13° het aantal opgestarte tuchtprocedures, het aantal uitgesproken tuchtstraffen binnen de organisaties, en het aantal ingestelde beroepsprocedures;
14° het aantal en een overzicht van alle openbare raadplegingen georganiseerd door de organisaties waarbij :
a) actief de inbreng van belanghebbenden werd verzameld met betrekking tot specifieke beleidskwesties, wetsvoorstellen, projecten of andere relevante onderwerpen en,
b) waarvan de resultaten publiek beschikbaar en raadpleegbaar zijn.
De elementen van het jaarverslag, zoals bedoeld in het eerste en het tweede lid kunnen worden uitgebreid door de directeur van het Bureau Integriteit, na overleg met de directeur-generaal Begroting, Strategische Beheersing en Integriteit, en met respect voor het wettelijk kader en het mandaat van het Bureau Integriteit.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 03-06-2024, p. 69758)