9 APRIL 2024. - Koninklijk besluit houdende de nadere regels voor de bepaling van de kost voor tussenkomst van leveranciers bij de toekenning van de federale elektriciteits- en gaspremies
Art. 1-6
Artikel 1. § 1. Voor de toepassing van dit besluit zijn de definities van toepassing bedoeld in Hoofdstuk 5 van de wet van 28 februari 2022 houdende diverse bepalingen inzake energie, hierna "de wet van 28 februari 2022" genoemd, in titel 7 van de wet van 30 oktober 2022 houdende tijdelijke ondersteunings- maatregelen ten gevolge van de energiecrisis, hierna "de wet van 30 oktober 2022" genoemd, en de definities bedoeld in de artikelen 2, 3 en 10 van de wet van 19 december 2022 houdende toekenning van een tweede federale elektriciteits- en gaspremie, hierna "de wet van 19 december 2022" genoemd, aangevuld met de volgende definities:
1° verwarmingspremie: de premie zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet van 28 februari 2022;
2° eerste federale elektriciteitspremie: de federale elektriciteitspremie zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van titel 7 van de wet van 30 oktober 2022;
3° tweede federale elektriciteitspremie: de federale elektriciteitspremie zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet van 19 december 2022;
4° Fonds federale elektriciteitspremie en verwarmingspremie: het fonds bedoeld in artikel 21ter, § 1, 5° van de Elektriciteitswet;
5° de eerste federale gaspremie: de federale gaspremie zoals bedoeld in hoofdstuk 3 van titel 7 van de wet van 30 oktober 2022;
6° de tweede federale gaspremie: de federale gaspremie zoals bedoeld in hoofdstuk 4 van de wet van 19 december 2022;
7° Fonds federale gaspremie: het fonds bedoeld in artikel 15/11, § 1ter, eerste lid, 3°, van de Gaswet;
8° de federale elektriciteits- en gaspremies: de premies zoals bedoeld in de bepalingen onder 1°, 2°, 3°, 5° en 6° ;
9° leverancier: elke rechtspersoon of natuurlijke persoon die elektriciteit of aardgas levert aan één of meerdere eindafnemers, met inbegrip van de distributienetbeheerders, zoals bedoeld in artikel 37 of artikel 44 van de wet van 30 oktober 2022 of in artikel 5 of artikel 12 van de wet van 19 december 2022;
10° koninklijk besluit van 11 september 2022: het koninklijk besluit van 11 september 2022 houdende de nadere regels voor de bepaling van de kost voor de elektriciteitsbedrijven van de activiteiten inzake de verwarmingspremie, en van hun tussenkomst voor het ten laste nemen ervan, alsook desgevallend de in acht te nemen procedure voor het bekomen van een vergoeding, met inbegrip van de termijnen, de gevolgen bij overtreding en het bewijs dat dient geleverd te worden aan de commissie om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden om te genieten van de betaling bedoeld in artikel 24, § 2 van de wet van 28 februari 2022 houdende diverse bepalingen inzake energie;
11° koninklijk besluit van 24 januari 2024: het koninklijk besluit van 24 januari 2024 houdende de nadere regels voor de bepaling van de kost voor de elektriciteitsbedrijven en aardgasondernemingen van de activiteiten inzake de federale elektriciteits- en gaspremies, alsook desgevallend de in acht te nemen procedure voor het bekomen van een vergoeding, met inbegrip van de termijnen, de gevolgen bij overtreding en het bewijs dat dient geleverd te worden aan de commissie om aan te tonen dat zij voldoen aan de voorwaarden om te genieten van een terugbetaling;
12° vergoeding voor administratieve kosten: het recht op de terugbetaling van de kosten voor de tussenkomst van leveranciers bij de toekenning van de federale elektriciteits- en gaspremies krachtens artikel 24, § 2 van de wet van 28 februari 2022, artikelen 41, § 2 en 48, § 2 van de wet van 30 oktober 2022 en artikelen 9, § 2 en 16, § 2 van de wet van 19 december 2022.
§ 2. De termijnen bedoeld in dit besluit worden berekend overeenkomstig artikelen 1.5. en 1.7. van het Burgerlijk Wetboek.
Art.2. § 1. Per uitbetaalde federale elektriciteits- en gaspremie zoals door de commissie vastgesteld in het kader van de beslissingen bedoeld in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 11 september 2022 en art. 4, § 3 van het koninklijk besluit van 24 januari 2024, kent de commissie een vergoeding voor administratieve kosten toe per leverancier die een aanvraag tot schuldvordering heeft ingediend overeenkomstig artikel 3 ten belope van maximaal het bedrag vastgesteld overeenkomstig paragraaf 2 of 3.
§ 2. De vergoeding voor administratieve kosten met betrekking tot de verwarmingspremie per leverancier is maximaal het bedrag in euro bekomen op basis van de volgende berekening :
14.500 euro + 0,98 euro per uitbetaalde verwarmingspremie zoals door de commissie vastgesteld in het kader van de beslissingen bedoeld in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 11 september 2022.
§ 3. De vergoeding voor administratieve kosten met betrekking tot de premies bedoeld in artikel 1, § 1, 2°, 3°, 5° en 6° per leverancier is maximaal gelijk aan het bedrag in euro bekomen op basis van volgende berekening:
20.000 euro + 1,00 euro per uitbetaalde premie zoals door de commissie vastgesteld in het kader van de beslissingen bedoeld in artikel 4, § 3 van het Koninklijk besluit van 24 januari 2024.
Art.3. Uiterlijk zestig dagen na de beslissing van de commissie bedoeld in art. 4, § 3 van het koninklijk besluit van 24 januari 2024 dienen de leveranciers bij de commissie per e-mail met ontvangstbewijs een aangifte van schuldvordering in met betrekking de administratieve kosten voor de uitbetaling van de federale elektriciteits- en gaspremies.
De aangifte van schuldvordering die na deze datum wordt ingediend geen recht meer op terugbetaling.
Elke aangifte van schuldvordering bevat de volgende informatie:
1° het jaar en de betreffende federale elektriciteits- en gaspremies waarop de aangifte van schuldvordering betrekking heeft:
a) de verwarmingspremie, of ;
b) de premies bedoeld in artikel 1, § 1, 2°, 3°, 5° en 6°
2° een gemotiveerd voorstel van het bedrag van de administratieve vergoeding voor de uitbetaling van de betreffende premies bedoeld in 1° rekening houdend met het aantal uitbetaalde premies zoals door de commissie vastgesteld in het kader van de beslissingen bedoeld in artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 11 september 2022 of in het kader van de beslissingen bedoeld in artikel 4, § 3 van het koninklijk besluit van 24 januari 2024;
3° de vermelding "Dit document is geen factuur en staat geen aftrek van btw toe ";
4° het rekeningnummer waarop het bedrag desgevallend kan worden betaald;
5° de digitale ondertekening van de persoon/personen die de betrokken leverancier kan/kunnen binden en de naam en de functie van die persoon/personen;
Art.4. § 1. Na ontvangst van de aangifte van schuldvordering bedoeld in artikel 3, eerste lid, voert de commissie een eerste controle uit.
Uiterlijk dertig dagen na het indienen van de aangifte van schuldvordering overeenkomstig artikel 3 maakt de commissie per e-mail met ontvangstbewijs aan de leveranciers haar vraag over tot:
1° correctie van de aangifte van schuldvordering;
2° aanvullende informatie over de aangifte van schuldvordering.
Uiterlijk dertig dagen na de vraag van de commissie maken de leveranciers een gecorrigeerde aangifte van schuldvordering of de gevraagde aanvullende informatie over aan de commissie per e-mail met ontvangstbewijs of op een elektronische drager. Bij ontstentenis hiervan en in afwezigheid van een geldige verantwoording verliest de leverancier definitief zijn recht op de vergoeding voor administratieve kosten inzake de betreffende federale elektriciteits- en gaspremies.
§ 2. Onverminderd de eerste paragraaf heeft de commissie altijd het recht om, tijdens de volledige controleperiode, bijkomende inlichtingen te vragen aan de leveranciers.
Art.5. Uiterlijk negentig dagen na het ontvangen van de aangifte van schuldvordering bedoeld in artikel 3, eerste lid, verifieert de commissie de berekening van het bedrag van de vergoeding voor administratieve kosten met betrekking tot de door de leverancier ingediende aangifte van schuldvordering overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 11 september 2022 of artikel 3 van het Koninklijk besluit van 24 januari 2024, overeenkomstig artikel 2, §§ 2 en 3.
De commissie brengt de leverancier op de hoogte van haar beslissing per e-mail met ontvangstbewijs.
De commissie betaalt de leverancier uiterlijk binnen dertig dagen na de beslissing bedoeld in het eerste lid of van zodra de commissie over voldoende middelen beschikt in desgevallend het Fonds federale elektriciteitspremie of Fonds federale gaspremie.
De commissie betaalt de leverancier overeenkomstig het eerste lid op het rekeningnummer bezorgd overeenkomstig artikel 3, derde lid, 3°.
Art. 6. De minister bevoegd voor Economie en de Minister bevoegd voor Energie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.