5 APRIL 2024. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van 24 april 2014 tot uitvoering van het decreet van 21 november 2013 betreffende de culturele centra
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Art. 1-18
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 19-20
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingsbepalingen
Artikel 1. In artikel 6 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 24 april 2014 tot uitvoering van het decreet van 21 november 2013 betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur, in het eerste en tweede lid, worden de woorden "Commissie voor de culturele centra" telkens vervangen door het woord "Adviescommissie".
Art.2. In artikel 8 van hetzelfde besluit wordt 4° vervangen als volgt :
" 4° de verbintenissen van het (de) geassocieerde lokale bestuur(en) bijvoegen overeenkomstig artikel 42 ; ".
Art.3. In artikel 15, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden "de bevoegde sectorale adviesinstantie" vervangen door de woorden "de bevoegde sectorale adviescommissie".
Art.4. In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt 1° vervangen als volgt :
" 1° de duur van de proefperiode van twee jaar zonder de mogelijkheid om deze te hernieuwen; ".
Art.5. In artikel 23 van hetzelfde besluit, in het eerste en tweede lid, worden de woorden " Commissie voor de culturele centra " telkens vervangen door het woord " Adviescommissie ".
Art.6. In artikel 27, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " Commissie voor de culturele centra " vervangen door het woord " Adviescommissie ".
In § 2 van hetzelfde artikel worden de woorden " Commissie voor de culturele centra " vervangen door het woord " Adviescommissie ".
Art.7. Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 29. De beroepen bedoeld in de artikelen 23, § 5, 43 en 48 van het decreet worden uitgeoefend onder de voorwaarden en volgens de nadere regels voorzien in artikel 96 van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur. ".
Art.8. Artikel 30 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 30. Wanneer het dossier voor de Adviescommissie wordt terugverwezen, hebben deze Commissie en de Inspectie vijfenveertig dagen vanaf de datum van het advies van de Kamer van Beroep om respectievelijk een nieuw advies en een nieuw verslag te geven.
De Administratie dient onverwijld een voorstel in bij de minister, samen met het advies van de Kamer van Beroep en, in voorkomend geval, het advies van de Commissie en het verslag van de Inspectie.
De minister beschikt over een termijn van vijftien dagen vanaf de datum van het advies van de Kamer van beroep of, in voorkomend geval, van het nieuwe advies van de Commissie om zijn beslissing te nemen.
De Administratie brengt de operator op de hoogte van de beslissing binnen tien dagen na de beslissing van de minister. ".
Art.9. Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met drie leden, luidend als volgt :
"Daartoe stellen de geassocieerde overheidsbesturen jaarlijks een afrekening op van de bijdragen, financieel en in de vorm van diensten, die tijdens het afgelopen jaar aan het cultureel centrum worden toegekend. Deze afrekening wordt gevoegd bij de bewijsstukken bedoeld in artikel 62 van het decreet.
Een bijdrage kan alleen in aanmerking worden genomen als deze daadwerkelijk bijdraagt aan het verbeteren van de voorwaarden voor de uitvoering van het culturele actieproject van het cultureel centrum.
Bijdragen die deel uitmaken van de globale overeenkomsten afgesloten door het geassocieerde overheidsbestuur worden meegerekend tot het deel dat daadwerkelijk en uitsluitend aan het cultuurcentrum wordt toegewezen. "
Art.10. Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 42. Bij het afsluiten van de programmaovereenkomst worden in aanmerking genomen en opgenomen in de betrokken overeenkomst de volgende structurele en niet-eenmalige bijdragen :
1° de structurele en niet-eenmalige subsidies die rechtstreeks toegekend worden door het (de) geassocieerde overheidsbestuur(en) aan het cultureel centrum;
2° de tenlasteneming door het (de) geassocieerd(e) overheidsbestuur(en), ten gunste van het cultureel centrum, van de volgende structurele en niet-eenmalige uitgaven :
a) de leningskosten, huurgelden betaald aan een derde eigenaar, de afschrijvingen op investeringen in werken, en uitrusting, de onderhoudskosten, de verzekeringspremies en kosten voor de energievoorziening van het gebouw dat ter beschikking gesteld wordt van het cultureel centrum, naar rata van de ruimte en de duur van het gebruik van deze laatste;
b) de loonkosten van het personeel dat ter beschikking wordt gesteld van het cultureel centrum, naar rata van de werktijd die effectief ter beschikking wordt gesteld en op voorlegging van een overeenkomst die voorziet in een delegatie van de overheid naar de directie van het cultureel centrum;
c) de kosten van de gewone benodigdheden die nuttig of noodzakelijk zijn voor de activiteiten van het cultureel centrum, met inbegrip van de kosten van papierfabricage, drukkerij en reprografie, de post- en boodschapskosten, alsook de werkelijke kosten van brandstof;
d) de overeenkomsten van de prestaties van diensten betreffende de lopende uitgaven die nuttig of noodzakelijk zijn voor de activiteiten van het cultureel centrum, met inbegrip van de prestaties van de preventieadviseur, van erkende instellingen voor de controle op de gelijkvorming, de arbeidsgeneeskunde en het sociaal secretariaat, de leasingovereenkomsten van het voertuig of het materieel, alsook de verzekeringsovereenkomsten die wettelijk ten laste vallen van de huurder of die gebonden zijn aan de activiteit van het cultureel centrum ;
3° de structurele en niet-eenmalige subsidies die rechtstreeks toegekend worden door het (de) geassocieerde overheidsbestuur(en) aan het cultureel centrum;
a) de diensten verleend door het werklieden- en bestuurspersoneel van het geassocieerde overheidsbestuur, op basis van het uurloon van de verschillende ambten alsook van de vervoerkosten;
b) de terbeschikkingstelling van het materieel dat tot het geassocieerde overheidsbestuur behoort, naar rata van het tarief gefactureerd door het overheidsbestuur aan derde gebruikers;
c) de prestaties van het hulppersoneel;
d) de opleidingen ingevoerd door de geassocieerde besturen voor teams van culturele centra. ".
Art.11. Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt :
" Art. 43. In afwijking hiervan, wanneer uitzonderlijke omstandigheden een geassocieerd bestuur ervan weerhouden alle verbintenissen die opgenomen zijn in de programmaovereenkomst krachtens artikel 42 na te leven, kan laatstegenoemde in ondergeschikte orde de volgende punctuele bijdragen waarderen :
1° de punctuele subsidies voor projecten die geïntegreerd zijn in het programma van het cultureel centrum en samen met dit laatste zijn gerealiseerd.
2° de tenlasteneming van artistieke lonen voor projecten die zijn geïntegreerd in het programma van het cultureel centrum en samen met dit laatste zijn gerealiseerd;
3° de punctuele terbeschikkingstelling van extra lokalen ;
4° de gerichte diensten die tot de categorieën bedoeld in artikel 42, 3° behoren. ".
Art.12. In artikel 45, § 1, van hetzelfde besluit wordt 1° vervangen als volgt :
" 1° de beschrijving van de opdracht toevertrouwd overeenkomstig artikel 100 van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur ; ".
Art.13. In artikel 46, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden " de directeur " vervangen door de woorden " de directie ".
In § 2 van hetzelfde artikel wordt het woord " directeur " vervangen door het woord " directie " .
Art.14. In artikel 52 van hetzelfde besluit, in het eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
1° de woorden " Commissie voor de culturele centra " worden vervangen door het woord " Adviescommissie ".
2° de woorden "de bevoegde sectorale adviesinstantie" worden vervangen door de woorden "de bevoegde sectorale adviescommissie".
Art.15. In artikel 56, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden " aan het cultureel centrum " vervangen door de woorden " aan de representatieve organisatie ".
Art.16. In artikel 57 van hetzelfde besluit, in het eerste en tweede lid, worden de woorden " Commissie voor de culturele centra " telkens vervangen door het woord " Adviescommissie ".
Art.17. In artikel 61 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt :
"Het cultureel centrum met het oog op de samenwerking of de representatieve organisatie hebben, tegen de beslissingen bedoeld in de artikelen 52, 57, 59 en 60, een recht van beroep dat moet worden uitgeoefend onder de voorwaarden en volgens de nadere regels bepaald in artikel 96 van het decreet van 28 maart 2019 betreffende het nieuwe beheerkader inzake cultuur. ".
Art.18. In hetzelfde besluit wordt artikel 63 opgeheven.
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art.19. Dit besluit treedt in werking op 6 april 2024.
De wijzigingen uit de artikelen 9 tot 11 zijn van toepassing op lopende en toekomstige programmaovereenkomsten vanaf het begrotingsjaar 2024.
Het jaarlijkse afrekening bedoeld in artikel 9 moet voor de eerste keer tegen 30 juni 2025 ingediend worden.
Art. 20. De Minister die bevoegd is voor de culturele centra, is belast met de uitvoering van dit besluit.