26 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de modaliteiten van het gebruik van de subsidie voor het stimuleren van innovatieve projecten rond veiligheid bij voetbalwedstijden
HOOFDSTUK 1. - Definities
Art. 1
HOOFDSTUK 2. - Projectoproep en subsidie
Art. 2
HOOFDSTUK 3. - Ontvankelijkheid en selectie van de projectvoorstellen
Afdeling 1. - Ontvankelijkheidsvoorwaarden voor de projectvoorstellen
Art. 3-5
Afdeling 2. - Toekenningscriteria van de projectvoorstellen
Art. 6
HOOFDSTUK 4. - Beoordeling van de projectvoorstellen
Art. 7-8
HOOFDSTUK 5. - De subsidie
Afdeling 1. - Betaling van de subsidie
Art. 9
Afdeling 2. - De bestemming van de subsidie en het toezicht
Art. 10-11
HOOFDSTUK 6. - Opvolging en evaluatie
Art. 12-14
HOOFDSTUK 7. Sancties en terugvordering
Art. 15-16
HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling
Art. 17
HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
1° "minister": de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken;
2° "administratie": de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;
3° "de opsteller van het projectvoorstel": een rechtspersoon die alleen deelneemt of meerdere rechtspersonen die samen deelnemen aan de oproep tot projectvoorstellen bedoeld in artikel 2. Deze rechtspersonen zijn in België gevestigd;
4° "de begunstigde": de begunstigde van de subsidie toegekend op basis van dit besluit.;
5° "projectvoorstel": het voorstel van één of meerdere rechtspersonen met betrekking tot de beschrijving en uitwerking van een project dat de veiligheid bij voetbalwedstrijden bevordert in navolging van een projectoproep daartoe van de administratie;
6° "project": een projectvoorstel van één of meerdere rechtspersonen dat per ministerieel besluit een subsidie heeft verkregen op basis van en overeenkomstig dit koninklijk besluit;
7° "subsidie": de financiële toelage die op basis van en overeenkomstig dit koninklijk besluit wordt toegekend aan een project.
HOOFDSTUK 2. - Projectoproep en subsidie
Art.2. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, zoals bepaald in het tweede lid, lanceert de administratie een projectoproep tot het indienen van projectvoorstellen in verband met de veiligheid bij voetbalwedstrijden, waarvoor een subsidie overeenkomstig dit besluit kan worden toegekend.
Het totale beschikbare bedrag voor de toe te kennen subsidie bedoeld in het eerste lid bedraagt 74.000 euro.
Het maximale subsidiebedrag per project is beperkt tot 50.000 euro.
HOOFDSTUK 3. - Ontvankelijkheid en selectie van de projectvoorstellen
Afdeling 1. - Ontvankelijkheidsvoorwaarden voor de projectvoorstellen
Art.3. Op straffe van onontvankelijkheid dient het projectvoorstel aan de volgende voorwaarden te voldoen:
1° Het projectvoorstel is uiterlijk op de datum vermeld in de projectoproep per elektronische zending ingediend bij de administratie op het elektronische adres dat in het formulier "oproep tot innovatieve projectvoorstellen" wordt vermeld. Dit formulier wordt in het Nederlands, Frans en Duits opgesteld en ter beschikking gesteld door de administratie;
2° Het projectvoorstel heeft een duurtijd van maximaal één jaar;
3° Het projectvoorstel is uiterlijk binnen de in artikel 4, tweede lid, bedoelde termijn, vergezeld van de volgende stukken:
a) de statuten van de opsteller van het projectvoorstel;
b) een verklaring op eer van de persoon bevoegd om de rechtspersoon te verbinden dat op de datum van de indiening van het projectvoorstel de rechtspersoon geen betalingsachterstand heeft bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, geen belastingschulden heeft, niet in staat van faillissement is en geen verzoek tot gerechtelijke organisatie heeft ingediend;
c) een nauwkeurige omschrijving van het projectvoorstel met motivering hoe het projectvoorstel bijdraagt in de doelstelling de veiligheid bij voetbalwedstrijden te bevorderen, op voorwaarde dat zij onder de bevoegdheid van de federale overheid vallen als bedoeld in titel II van de Bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en hoe het projectvoorstel concreet beantwoordt aan de toekenningscriteria bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk;
d) een plan van aanpak met beschrijving hoe het project zal worden uitgevoerd, evenals het tijdschema;
e) een budgetvoorstel voor de uitvoering van het project met een cijfermatige berekening over de looptijd van het project, alsook een financieel plan;
f) een bewijs dat de opsteller van het projectvoorstel over een voldoende operationele en organisatorische capaciteit beschikt;
g) een plan van aanpak voor de uitvoering van de evaluatie van het project;
h) een verklaring op eer van de persoon bevoegd om de rechtspersoon te verbinden dat het met de subsidie gesteunde project niet wordt gefinancierd door andere financieringsstromen;
4° Het betreft een activiteit die zich buiten de normale werking van de organisatie situeert. De dagelijkse werking van een organisatie wordt niet beschouwd als een project.
Art.4. Binnen 15 werkdagen na ontvangst van een projectvoorstel stuurt de administratie een ontvangstbevestiging aan de opsteller van het projectvoorstel, waarin wordt verklaard dat het dossier volledig is of waarin de nog in te dienen stukken worden verduidelijkt.
Op straffe van de onontvankelijkheid van het projectvoorstel worden de ontbrekende stukken binnen 10 werkdagen na ontvangst van het verzoek aan de administratie overgemaakt.
Art.5. § 1 Indien de administratie het projectvoorstel ontvankelijk verklaart, wordt het projectvoorstel beoordeeld op basis van de toekenningscriteria bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
§ 2 Indien de administratie het projectvoorstel niet-ontvankelijk verklaart, wordt het projectvoorstel niet beoordeeld op basis van de toekenningscriteria bedoeld in afdeling 2 van dit hoofdstuk.
§ 3 De administratie brengt de opsteller van het projectvoorstel elektronisch op de hoogte over de ontvankelijkheid van het projectvoorstel.
Afdeling 2. - Toekenningscriteria van de projectvoorstellen
Art.6. Om aanspraak te maken op de subsidie bedoeld in artikel 2, worden de ontvankelijke projectvoorstellen beoordeeld aan de hand van de volgende inhoudelijke toekenningscriteria:
1° De bijdrage aan het veiligheidsbeleid in en rond de stadions, uitgaande van het principe van nultolerantie voor inbreuken rond racisme en discriminatie, onrechtmatig gebruik van pyrotechnische voorwerpen, en fysiek geweld, inzonderheid de bijdrage aan de realisatie van één of meerdere van de vijf pijlers van het actieplan "Samen voor Veilig Voetbal";
2° Het innovatief of vooruitstrevend karakter. Met het innovatief karakter wordt bedoeld hoe het project innoveert ten opzichte van de best bestaande technologieën en/of praktijken. Met het vooruitstrevend karakter wordt bedoeld dat het project zich onderscheidt van de bestaande technologie en/of praktijk en hoe het project deze bestaande technologie en/of praktijk verbetert;
3° De kwalitatieve uitwerking van het project, met bijzondere aandacht voor de transparante fasering van de activiteiten en resultaatgerichtheid.
HOOFDSTUK 4. - Beoordeling van de projectvoorstellen
Art.7. § 1 De administratie beoordeelt de ontvankelijke projectvoorstellen in het licht van de inhoudelijke toekenningscriteria vermeld in artikel 6 en kan zich hiervoor laten bijstaan door externe experten.
§ 2 Een rangschikking van de ontvankelijke projectvoorstellen wordt opgesteld, op basis van een behaalde globale score op de toekenningscriteria zoals voorzien in artikel 6. De projectvoorstellen met de hoogste globale score komen overeenkomstig hun rangschikking in aanmerking voor de toekenning van de subsidie zoals bepaald in hoofdstuk 2.
In de berekening van de globale score van de projectvoorstellen wordt de volgende wegingscoëfficiënt toegekend aan de verschillende toekenningscriteria, opgesomd in artikel 6:
1° Toekenningscriterium 1 "De bijdrage aan het veiligheidsbeleid in en rond de stadions, uitgaande van het principe van nultolerantie voor inbreuken rond racisme en discriminatie, onrechtmatig gebruik van pyrotechnische voorwerpen, en fysiek geweld, inzonderheid de bijdrage aan de realisatie van één of meerdere van de vijf pijlers van het actieplan "Samen voor Veilig Voetbal": 50 %;
2° Toekenningscriterium 2 "Het innovatief of vooruitstrevend karakter. Met het innovatief karakter wordt bedoeld hoe het project innoveert ten opzichte van de best bestaande technologieën en/of praktijken. Met het vooruitstrevend karakter wordt bedoeld het project zich onderscheidt van de bestaande technologie en/of praktijk en hoe het project deze bestaande technologie en/of praktijk verbetert of verder ontwikkelt": 30 %;
3° Toekenningscriterium 3 "De kwalitatieve uitwerking van het project, met bijzondere aandacht voor de transparante fasering van de activiteiten en resultaatgerichtheid": 20 %.
In de berekening van de globale score van de projectvoorstellen wordt aan toekenningscriterium 1 "de bijdrage aan het veiligheidsbeleid in en rond de stadions, uitgaande van het principe van nultolerantie voor inbreuken rond racisme en discriminatie, onrechtmatig gebruik van pyrotechnische voorwerpen, en fysiek geweld, inzonderheid de bijdrage aan de realisatie van één of meerdere van de vijf pijlers van het actieplan "Samen voor Veilig Voetbal", meer gewicht toegekend aan de eerste pijler van het actieplan "communicatie met supporters en sensibilisering" om een positieve supportersbeleving te bewerkstelligen.
Art.8. § 1 De administratie bezorgt de rangschikking van de projectvoorstellen die in aanmerking komen voor de toekenning van de subsidie zoals bepaald in hoofdstuk 2 aan de Minister.
§ 2 Bij een ministerieel besluit per individueel project kent de minister de subsidie toe aan de projectvoorstellen die overeenkomstig paragraaf 1 gerangschikt zijn. De subsidies worden in aflopende volgorde toegekend overeenkomstig de rangschikking en hoofdstuk 2.
HOOFDSTUK 5. - De subsidie
Afdeling 1. - Betaling van de subsidie
Art.9. Het bedrag van de subsidie wordt uitgekeerd in twee schijven:
1° een eerste schijf van 40 % wordt uitgekeerd na de ondertekening van het ministerieel besluit tot toekenning van de subsidie;
2° een tweede schijf van 60 % wordt uitgekeerd na controle van de financiële verantwoordingsstukken, bezorgd in het financieel dossier, zoals bedoeld in artikel 10 en bij de oplevering van een gunstige evaluatie van het project, zoals bedoeld in artikel 12, § 1.
Afdeling 2. - De bestemming van de subsidie en het toezicht
Art.10. § 1 Enkel de werkingsuitgaven verbonden aan de uitvoering van het project die binnen de 12 maanden zijn verricht, te rekenen vanaf de datum van ondertekening van het ministerieel besluit dat de subsidie toekent, worden in aanmerking genomen.
§ 2 De begunstigde moet alle uitgaven verbonden aan de uitvoering van het project bundelen in een financieel dossier dat te allen tijde door de administratie kan worden opgevraagd en uiterlijk één maand na afloop van het project wordt bezorgd aan de administratie, volgens de modaliteiten bepaald door de administratie.
Art.11. De begunstigde brengt de administratie onmiddellijk op de hoogte van elke gebeurtenis die een impact heeft of kan hebben op de continuïteit en de goede uitvoering van het project.
HOOFDSTUK 6. - Opvolging en evaluatie
Art.12. § 1 De begunstigde dient een evaluatieverslag op te stellen over de uitvoering van het project aan de hand van de toekenningscriteria bedoeld in artikel 6.
§ 2 De begunstigde dient eveneens een evaluatieverslag op te maken over de concrete impact van het project aan de veiligheid bij voetbalwedstijden.
§ 3 De modellen van deze evaluatieverslagen worden ter beschikking gesteld door de administratie.
Art.13. De evaluatieverslagen, zoals bedoeld in artikel 12, dienen volledig ingevuld, via elektronische weg, bezorgd te worden aan de administratie en dit ten laatste drie maanden na het aflopen van het project.
Art.14. De administratie zal, op basis van de evaluatieverslagen van alle projecten bedoeld in artikel 13, een globaal evaluatierapport opmaken dat kan aangewend worden voor de uitwerking van toekomstige beleidsbeslissingen en dit ten laatste drie maanden na ontvangst van alle evaluatieverslagen van alle projecten bedoeld in artikel 13.
HOOFDSTUK 7. Sancties en terugvordering
Art.15. Bij niet-naleving van de voorwaarden van dit besluit of de beslissing tot toekenning van de subsidie kan de administratie volgende maatregelen nemen:
1° de begunstigde in gebreke stellen om zich te voegen naar de voorwaarden bepaald in dit besluit of de beslissing tot toekenning van de subsidie ;
2° bijkomende voorwaarden opleggen.
Art.16. De minister kan, desgevallend rekening houdend met de maatregelen genomen door de administratie op basis van artikel 15, de gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de subsidie bevelen in de volgende gevallen:
1° de niet-naleving van de voorwaarden voor toekenning van de subsidie ondanks de maatregelen bedoeld in artikel 15, 1° ;
2° de niet-motivering van het gebruik van de subsidie in het licht van de beoogde doelstelling;
3° het gebruik van de subsidie voor andere doeleinden dan die waarvoor zij werd toegekend;
4° het niet-gebruiken van de subsidie of een deel van het bedrag van de subsidie voor het project en de uitvoering ervan.
HOOFDSTUK 8. - Slotbepaling
Art. 17. De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.