21 MAART 2024. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van de administratieve toestand en de bezoldigingsregeling van het personeel van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn
Art. 1-8
Artikel 1. In artikel 15 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren en stagiairs van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt de zin "Deze bestaat uit de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar en de directeurs." vervangen als volgt:
"Deze bestaat uit de leidend ambtenaar, de adjunct-leidend ambtenaar, de directeurs en de directeur van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn.".
Art.2. In artikel 3 van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 tot vaststelling van de administratieve toestand en de individuele geldelijke rechten van de contractuele personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in 1°, wordt a) vervangen als volgt:
"a) directeur van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn (rang A3), bedoeld in artikel 5 van het besluit houdende het statuut;";
2° in de plaats van 1°, b), opgeheven bij artikel 1, 2°, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 8 december 2016 tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 tot vaststelling van de administratieve toestand en de individuele geldelijke rechten van de contractuele personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad wordt het als volgt luidende 1°, b) ingevoegd:
"b) wetenschappelijk coördinator (rang A2) bij het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn, bedoeld in artikel 5 van het besluit houdende het statuut;".
Art.3. Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Art. 9. De directeur van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn wordt betaald volgens weddeschaal A 300, zoals voorzien in de bijlagen van het besluit houdende het statuut.
De weddeschaal A 310, zoals voorzien in de bijlagen van het besluit houdende het statuut, wordt toegekend zodra hij over zes jaar graadanciënniteit beschikt en over een evaluatie van ten minste "gunstig" beschikt.".
Art.4. In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 10, opgeheven bij artikel 5, van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 8 december 2016 tot wijziging van het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 5 juni 2008 tot vaststelling van de administratieve toestand en de individuele geldelijke rechten van de contractuele personeelsleden van de Diensten van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad, het als volgt luidende artikel 10 ingevoegd:
"Art. 10. De wetenschappelijk coördinator van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn wordt betaald volgens weddeschaal A 200, zoals voorzien in de bijlagen van het besluit houdende het statuut.
De weddeschaal A 210, zoals voorzien in de bijlagen van het besluit houdende het statuut, wordt toegekend zodra hij over zes jaar graadanciënniteit beschikt en over een evaluatie van ten minste "gunstig" beschikt.
De weddeschaal A 220, zoals voorzien in de bijlagen van het besluit houdende het statuut, wordt toegekend zodra hij over twaalf jaar graadanciënniteit beschikt en over een evaluatie van ten minste "gunstig" beschikt.".
Art.5. In hetzelfde besluit wordt de bijlage N opgeheven.
Art.6. De graadanciënniteit in rang A3 van de directeur van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn begint ten vroegste te lopen de dag volgend op de inwerkingtreding van dit besluit.
De graadanciënniteit in rang A2 van de wetenschappelijk coördinator van het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn begint ten vroegste te lopen de dag volgend op de inwerkingtreding van dit besluit.
Art.7. De Leden van het Verenigd College bevoegd voor het Openbaar Ambt worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2024.