Details





Titel:

23 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Fokkerijbesluit van 17 mei 2019



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2015035469  2019014363 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. In artikel 2, 1°, van het Fokkerijbesluit van 17 mei 2019 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° de zinsnede "loopvogel, konijn" wordt vervangen door de woorden "loopvogel en konijn";
  2° de woorden "en hond" worden opgeheven.

Art.2. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2021, wordt hoofdstuk 7, dat bestaat uit artikel 36, opgeheven.

Art.3. Aan artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2021, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "6° een lijst met het aantal weggegooide of vernietigde dosissen sperma, eicellen en embryo's per donor, met vermelding van de datum waarop ze weggegooid of vernietigd zijn.".

Art.4. Aan hoofdstuk 11, afdeling 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2021, wordt een artikel 62/1 toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "Art. 62/1. De subsidies, vermeld in artikel 61 van dit besluit, worden verleend onder de voorwaarden, vermeld in artikel 21, 24, 26, 27, 30 en 38 van verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie L327 van 21 december 2022, blz. 1-81, met inbegrip van de latere wijzigingen.
  De subsidies voldoen aan de volgende voorwaarden en aan alle andere voorwaarden, vermeld in hoofdstuk I en hoofdstuk II van de voormelde verordening:
  1° de steun wordt verstrekt aan kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (kmo's) als vermeld in artikel 1, lid 1, a), van de voormelde verordening;
  2° bedrijven waartegen een bevel tot terugvordering uitstaat als gevolg van een eerder besluit van de Commissie waarin steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard als vermeld in artikel 1, lid 4, van de voormelde verordening, komen niet in aanmerking voor de steun;
  3° bedrijven in moeilijkheden als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde verordening, komen niet in aanmerking voor de steun;
  4° de steun is transparant als vermeld in artikel 5, lid 3, a), van de voormelde verordening, en heeft een stimulerend effect als vermeld in artikel 6 van de voormelde verordening.
  De begunstigden maken conform artikel 38, lid 4, van de voormelde verordening de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten beschikbaar op het internet op het moment van rapportering of vanaf de datum waarop informatie over de resultaten aan leden van specifieke organisaties wordt gegeven, afhankelijk van wat als eerste plaatsvindt. De voormelde resultaten blijven op het internet beschikbaar gedurende ten minste vijf jaar vanaf de einddatum van het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.".

Art.5. In artikel 64 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2021, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt:
  "De centra die erkend zijn voor de winning en opslag van levende producten van runderen, schapen, geiten en paardachtigen conform artikel 40, bezorgen uiterlijk op 31 maart een activiteitenverslag van het voorgaande kalenderjaar aan de bevoegde entiteit. De minister kan de inhoud van het activiteitenverslag bepalen. De bevoegde entiteit bepaalt de vorm van het activiteitenverslag en de wijze waarop het wordt aangeleverd en kan om bijkomende informatie verzoeken.";
  2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
  "De centra die erkend zijn voor de winning en opslag van levende producten van varkens conform artikel 40, bezorgen maandelijks voor de vijftiende van elke maand een activiteitenverslag van de voorgaande maand aan de bevoegde entiteit. De minister kan de inhoud van het activiteitenverslag bepalen. De bevoegde entiteit bepaalt de vorm van het activiteitenverslag en de wijze waarop het wordt aangeleverd en kan om bijkomende informatie verzoeken.".

Art.6. In hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2021, wordt een hoofdstuk 12/1, dat bestaat uit artikel 64/1 en 64/2, ingevoegd, dat luidt als volgt:
  "Hoofdstuk 12/1. Gegevensverwerking
  Art. 64/1. De bevoegde entiteit is verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming).
  De persoonsgegevens van de volgende categorieën betrokkenen kunnen worden verwerkt:
  1° de personen die de erkende verenigingen, de gespecialiseerde pluimveebedrijven en centra vertegenwoordigen in het e-loket van de bevoegde entiteit;
  2° de werknemers van de erkende verenigingen;
  3° de fokkers die zijn aangesloten bij de erkende verenigingen.
  Voor de uitvoering van dit besluit kunnen de volgende categorieën van persoonsgegevens verwerkt worden:
  1° identificatiegegevens;
  2° financiële gegevens.
  De verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in het derde lid, is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang als vermeld in artikel 6, lid 1, e), van de voormelde verordening.
  Het doel voor de gegevensverwerking is enerzijds het verlenen van subsidies en alle activiteiten die daarmee verband houden en anderzijds het publiceren van de geaggregeerde en geanonimiseerde cijfers en kengetallen van de activiteiten van de erkende centra en van de erkende gespecialiseerde pluimveebedrijven.
  Art. 64/2.De bevoegde entiteit zorgt voor de bescherming en vertrouwelijkheid van de informatie die fokkers, verenigingen, centra en gespecialiseerde pluimveebedrijven aan de bevoegde entiteit bezorgen.".

Art.7. Het ministerieel besluit van 3 maart 2015 tot uitvoering van het Fokkerijbesluit van 19 maart 2010 met betrekking tot de fokkerij van honden wordt opgeheven.

Art.8. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2025, met uitzondering van artikel 1, 2 en 7, die in werking treden op de datum van inwerkingtreding van het besluit van de Vlaamse Regering over de fokkerij van honden en katten en de voorwaarden om stambomen af te leveren.

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.