19 JANUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen, het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag en het Besluit Ondersteuningstoeslag van 2022
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen
Art. 1-5
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag
Art. 6-11
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Besluit Ondersteuningstoeslag van 2022
Art. 12
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 13-14
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen
Artikel 1. In artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2018 tot vaststelling van de diverse hoedanigheden van het rechtgevend kind en betreffende de vrijstellingen van de toekenningsvoorwaarden voor de gezinsbijslagen, de startbedragen geboorte en adoptie en de universele participatietoeslagen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 en 11 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Er wordt bij de voormelde bevoegde dienst een aanvraag tot medische vaststelling van een specifieke ondersteuningsnood en van de onmogelijkheid om de lessen te volgen ingediend.";
2° in paragraaf 3 wordt de zin "Als het kind alleen in de onmogelijkheid verkeert om de lessen te volgen, heeft het recht op de gezinsbijslagen vanaf de erkenning van de onmogelijkheid om de lessen te volgen, voor maximaal een jaar." vervangen door de zin "Als het kind alleen in de onmogelijkheid verkeert om de lessen te volgen, heeft het recht op de gezinsbijslagen vanaf het begin van dat schooljaar tot het einde van dat schooljaar.";
3° aan paragraaf 4, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Er wordt bij de voormelde bevoegde dienst een aanvraag tot medische vaststelling van een specifieke ondersteuningsnood en van de onmogelijkheid om de lessen te volgen ingediend.".
Art.2. In artikel 23, 3°, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022, wordt de zinsnede "in een onderwijsinstelling die door de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap of de Duitstalige Gemeenschap georganiseerd, erkend of gesubsidieerd wordt conform artikel 24 van de Grondwet" opgeheven.
Art.3. In artikel 26 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 en 11 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Er wordt bij de voormelde bevoegde dienst een aanvraag tot medische vaststelling van een specifieke ondersteuningsnood en van de onmogelijkheid om de lessen te volgen ingediend.";
2° in paragraaf 3 wordt de zin "Als het kind alleen in de onmogelijkheid verkeert om de lessen te volgen, heeft het recht op de gezinsbijslagen vanaf de erkenning van de onmogelijkheid om de lessen te volgen, voor maximaal één jaar." vervangen door de zin "Als het kind alleen in de onmogelijkheid verkeert om de lessen te volgen, heeft het recht op de gezinsbijslagen vanaf het begin van dat academiejaar tot het einde van dat academiejaar.";
3° aan paragraaf 4, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Er wordt bij de voormelde bevoegde dienst een aanvraag tot medische vaststelling van een specifieke ondersteuningsnood en van de onmogelijkheid om de lessen te volgen ingediend.".
Art.4. In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 februari 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° aan paragraaf 1, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Er wordt bij de voormelde bevoegde dienst een aanvraag tot medische vaststelling van een specifieke ondersteuningsnood en van de onmogelijkheid om de lessen te volgen ingediend.";
2° in paragraaf 2 wordt de zin "Als het kind alleen in de onmogelijkheid verkeert om de lessen te volgen, heeft het recht op de gezinsbijslagen vanaf de erkenning van de onmogelijkheid om de lessen te volgen, voor maximaal één jaar." vervangen door de zin "Als het kind alleen in de onmogelijkheid verkeert om de lessen te volgen, heeft het recht op de gezinsbijslagen vanaf het begin van de nieuwe opleidingscyclus tot het einde van die opleidingscyclus.";
3° aan paragraaf 3, tweede lid, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Er wordt bij de voormelde bevoegde dienst een aanvraag tot medische vaststelling van een specifieke ondersteuningsnood en van de onmogelijkheid om de lessen te volgen ingediend.".
Art.5. In artikel 47, § 1, 7°, van hetzelfde besluit worden de woorden "de moeder" vervangen door de woorden "een van de ouders".
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag
Art.6. Artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 betreffende de nadere regels voor het verkrijgen van een zorgtoeslag, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022, wordt vervangen door wat volgt:
"Art. 13. § 1. Het agentschap Opgroeien regie verzamelt de nodige medische informatie of sociale en andere verslagen om de gevolgen vast te stellen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit.
Als de begunstigden de informatie en gegevens die het agentschap Opgroeien regie aan hen vraagt, niet bezorgen binnen vijfenveertig dagen nadat het agentschap Opgroeien regie het inlichtingenformulier heeft verzonden, stuurt het agentschap Opgroeien regie een herinnering. Als de begunstigden niet reageren op de voormelde herinnering binnen vijfenzeventig dagen nadat het agentschap Opgroeien regie de herinnering heeft verzonden, sluit het agentschap Opgroeien regie het dossier af. Het agentschap Opgroeien regie deelt de begunstigden en de uitbetalingsactor mee dat het dossier zonder gevolg is afgesloten.
§ 2. De evaluerend arts verricht de vaststelling, vermeld in artikel 10, op grond van de bezorgde informatie.
§ 3. In afwijking van paragraaf 2 baseert de evaluerend arts zich voor de vaststelling, vermeld in artikel 10, op de bezorgde informatie en een gesprek met het kind en de personen die de toestand van het kind kennen, als de begunstigden zich verzetten tegen de voormelde vaststelling alleen op grond van de bezorgde informatie.
Als de begunstigden zich conform het eerste lid verzetten, stuurt het agentschap Opgroeien regie aan de begunstigden een uitnodiging om de gevolgen van de aandoening waaruit de specifieke ondersteuningsbehoefte voortvloeit, te laten vaststellen door een evaluerend arts. Als geen gevolg gegeven wordt aan de voormelde uitnodiging, baseert de evaluerend arts zich voor de vaststelling, vermeld in artikel 10, alleen op de beschikbare informatie en gegevens.
Als het kind zich om medische redenen niet kan verplaatsen, kan het gesprek, vermeld in het eerste lid, ter plaatse worden gehouden.
De begunstigden voor het kind en het kind zelf kunnen zich bij het gesprek, vermeld in het eerste lid, laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, conform de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt.
§ 4. Als de evaluerend arts niet over voldoende elementen beschikt om een vaststelling vermeld in artikel 10, te kunnen doen, deelt hij dat mee aan het agentschap Opgroeien regie. Op basis van de voormelde mededeling deelt de uitbetalingsactor aan de begunstigden de beslissing mee dat ze geen recht hebben op de zorgtoeslag voor kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte.".
Art.7. Artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022 en 27 januari 2023, wordt opgeheven.
Art.8. In artikel 19, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 februari 2021, 12 maart 2021, 28 januari 2022 en 17 juni 2022, wordt het zevende lid opgeheven.
Art.9. In artikel 20, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 2022, worden tussen de woorden "op basis van nieuwe inlichtingen" en de woorden "een aanvraag tot herziening" de woorden "die effect hebben op de ondersteuningsbehoefte" ingevoegd.
Art.10. Aan artikel 22, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 maart 2021 en 28 januari 2022, wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt:
"Het agentschap Opgroeien regie bepaalt wanneer de mentorzittingen, vermeld in het eerste lid, georganiseerd worden.".
Art.11. In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2023, wordt een artikel 23/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Art. 23/1. Het agentschap Opgroeien regie maakt op basis van de ontvangen aanvragen, vermeld in artikel 11, bundels op van aanvragen die ter beschikking worden gesteld aan de evaluerend arts in de digitale toepassing waarin het agentschap Opgroeien regie voorziet.
De evaluerend arts kiest zelf welke volume hij opneemt. Indien meerdere beschikbare evaluerend artsen in aanmerking komen voor een bundel krijgt de evaluerend arts voorrang die:
1° regelmaat en continuïteit biedt;
2° over specifieke competenties beschikt;
3° geen indicaties heeft dat hij de erkenningsvoorschriften en -voorwaarden, vermeld in artikels 22 tot en met 24, niet naleeft, of die niet in een proces tot schorsing of opheffing van zijn erkenning zit als vermeld in artikel 34 tot en met 36.
De minister kan de nadere regels bepalen voor de toepassing van het tweede lid. Waaronder de invulling van de criteria die de rangorde bepalen en de procedure om tot de rangorde te komen.
Als er niet voldoende evaluerend artsen in aanmerking komen op basis van de rangorde uit het tweede lid, kan de minister de wijze bepalen waarop een rangorde wordt gemaakt tussen de erkende, niet-opgeleide evaluerend artsen.".
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het Besluit Ondersteuningstoeslag van 2022
Art.12. In artikel 8, eerste lid, 1°, van Besluit Ondersteuningstoeslag van 2022 worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° de woorden "een internaat of" worden opgeheven;
2° de woorden "het kind ingeschreven is in een internaat met permanente openstelling van een medisch pedagogisch instituut van het Gemeenschapsonderwijs" worden opgeheven.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art.13. Dit besluit treedt in werking op 1 mei 2024.
Artikel 2 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.
Artikel 12, 1°, heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023.
Artikel 12, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 september 2023.
Art. 14. De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.