18 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit tot regeling van de verdeling van de verkiezingskosten van de kieshoofdbureaus onder de gemeenten die deel uitmaken van hun ambtsgebied en tot regeling van de terbeschikkingstelling van personeel voor die bureaus
Art. 1-4
Artikel 1. § 1. De kosten van het hoofdbureau van een kieskring worden door de provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie, verdeeld onder de gemeenten die deel uitmaken van de kieskring naar verhouding van het aantal ingeschreven kiezers in elke gemeente van de kieskring ten opzichte van het totale aantal ingeschreven kiezers in de kieskring.
Om het aantal kiezers te bepalen, wordt rekening gehouden met de kiezers die ingeschreven zijn in een Belgische gemeente, alsook met de kiezers die in het buitenland verblijven en ingedeeld zijn bij een gemeente die deel uitmaakt van de kieskring.
§ 2. De kosten van het hoofdbureau van de kieskring Vlaams-Brabant met betrekking tot de stembiljetten, bedoeld in artikel 128, § 3, zesde en zevende lid, van het Kieswetboek, gebruikt in het kieskanton Sint-Genesius-Rode, worden door de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant verdeeld onder de gemeenten die deel uitmaken van het kieskanton Sint-Genesius-Rode.
§ 3. De kosten van het hoofdbureau van een kieskanton worden door de provinciegouverneur of de krachtens artikel 48 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen bevoegde overheid van de Brusselse Agglomeratie, verdeeld onder de gemeenten die deel uitmaken van het kieskanton naar verhouding van het aantal ingeschreven kiezers in elke gemeente van het kieskanton ten opzichte van het totale aantal ingeschreven kiezers in het kieskanton.
§ 4. De gemeenten die gebruik maken van het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk, bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, worden uitgesloten van de verdeling van de kosten voor het opmaken van de stembiljetten die gebruikt worden in de in België geïnstalleerde stembureaus en voor de werking van de bureaus die overgaan tot de opneming van de stemmen die uitgebracht werden in de in België geïnstalleerde stembureaus.
De gemeenten die gebruik maken van het elektronisch stemsysteem met papieren bewijsstuk, bedoeld in de wet van 7 februari 2014 tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, nemen deel aan de verdeling van de kosten voor het opmaken van de stembiljetten bedoeld in de artikelen 180quinquies tot 180septies van het Kieswetboek, en aan de verdeling van de kosten voor de werking van de stemopnemingsbureaus bedoeld in artikel 180septies van het Kieswetboek.
Art.2. § 1. Het aantal personeelsleden dat het college van burgemeester en schepenen van een gemeente, waarin een kieskringhoofdbureau is gevestigd, op verzoek van de voorzitter van dit bureau ter beschikking moet stellen voor de vervulling van de verkiezingstaken, bedraagt minimaal een voltijds equivalent en maximaal vijf voltijds equivalenten.
Niettegenstaande het eerste lid, kan het college van burgemeester en schepenen van de kieskringhoofdplaatsgemeente, op gemotiveerd verzoek van het hoofdbureau, beslissen om al dan niet meer personeel ter beschikking te stellen dan het aantal bedoeld in het eerste lid.
§ 2. Het aantal personeelsleden dat het college van burgemeester en schepenen van een gemeente, hoofdplaats van het kieskanton, op verzoek van de voorzitter van het kantonhoofdbureau ter beschikking moet stellen voor de vervulling van de verkiezingstaken, bedraagt minimaal een voltijds equivalent en maximaal vijf voltijds equivalenten.
Niettegenstaande het eerste lid, kan het college van burgemeester en schepenen van de kantonhoofdplaatsgemeente, op gemotiveerd verzoek van hoofdbureau, beslissen om al dan niet meer personeel ter beschikking te stellen dan het aantal bedoeld in het eerste lid.
§ 3. De kosten voor de terbeschikkingstelling van de in de paragrafen 1, eerste lid, en 2, eerste lid, bedoelde personen ten laste van de hoofdplaatsgemeente, worden vervolgens overeenkomstig de bepalingen van artikel 130, vijfde lid, van het Kieswetboek, verdeeld, op voorwaarde dat deze personen specifiek en tijdelijk werden ingezet in het kader van de organisatie van de verkiezingen.
De kosten voor de terbeschikkingstelling van het bijkomende personeel bedoeld in paragraaf 1, tweede lid, zijn exclusief ten laste van de kieskringhoofdplaatsgemeente. Niettemin kunnen deze kosten overeenkomstig de bepalingen van artikel 130, vijfde lid, van het Kieswetboek, worden verdeeld, op voorwaarde dat deze personen specifiek en tijdelijk werden ingezet in het kader van de organisatie van de verkiezingen en op voorwaarde dat alle andere gemeenten van de kieskring expliciet instemmen met de verdeling van deze kosten pro rata het aantal kiezers per gemeente.
De kosten voor de terbeschikkingstelling van het bijkomende personeel bedoeld in paragraaf 2, tweede lid, zijn exclusief ten laste van de kantonhoofdplaatsgemeente. Niettemin kunnen deze kosten overeenkomstig de bepalingen van artikel 130, vijfde lid, van het Kieswetboek, worden verdeeld, op voorwaarde dat deze personen specifiek en tijdelijk werden ingezet in het kader van de organisatie van de verkiezingen en op voorwaarde dat alle andere gemeenten van het kanton expliciet instemmen met de verdeling van deze kosten pro rata het aantal kiezers per gemeente.
Art.3. Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele, Hervormingen en Democratische Vernieuwing, is belast met de uitvoering van dit besluit.