13 JULI 2023. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het besluit van de Waalse regering van 13 juli 2023 betreffende de controles, administratieve sancties en terugvordering die van toepassing zijn op interventies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en in het kader van de conditionaliteit(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 22-02-2024 en tekstbijwerking tot 12-03-2025)
HOOFDSTUK 1. - Controles
Art. 1-8
HOOFDSTUK 2. - Administratieve sancties
Afdeling 1. - Gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden
Art. 9
Afdeling 1/1. [1 Gemeenschappelijke bepalingen voor administratieve sancties die van toepassing zijn op interventies aan het areaal dat onder het GBCS vallen]1
Art. 9/1
Afdeling 2. - Specifieke bepalingen betreffende de steun voor de eco-regelingen
Art. 10-12
Afdeling 3. - Specifieke bepalingen betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen en de steun voor de biologische landbouw
Art. 13-16, 16/1
Afdeling 4. - Specifieke bepalingen inzake conditionaliteit
Art. 17-18
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art. 19
BIJLAGE.
Art. N, N1/1, N2
HOOFDSTUK 1. - Controles
Artikel 1.[1 Overeenkomstig artikel 19, § 1, derde lid, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 betreffende de controles, administratieve sancties en terugvordering die van toepassing zijn op interventies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en in het kader van de conditionaliteit, kunnen de voorafgaande kruiscontroles betrekking hebben op :
1° de verificatie van te hoge of te lage aangifte van de aangegeven oppervlakten ;
2° de verificatie van de aangegeven gewassen.]1
Krachtens artikel 19, § 2, van het besluit van de Waalse regering van 13 juli 2023 betreffende de controles, administratieve sancties en terugvordering die van toepassing zijn op interventies in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en in het kader van de conditionaliteit, hierna het "besluit van de Waalse regering van 13 juli 2023" genoemd, is de uiterste datum voor de mededeling van de resultaten van de voorafgaande kruiscontroles 15 juni van elk jaar.
[1 In afwijking van lid 2 wordt de uiterste datum voor de mededeling van de resultaten van de voorafgaande kruiscontroles vastgesteld op 15 september voor de resultaten van de in lid 1 bedoelde controles.]1
----------
(1)<MB 2025-02-06/09, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.2. Overeenkomstig artikel 22 van het besluit van de Waalse regering van 13 juli 2023 bedraagt de meettolerantie 1,25 meter maal de omtrek van het referentieperceel gedeeld door tienduizend, met een maximum van één hectare.
Art.3.[1 Overeenkomstig artikel 23, § 1, lid 3, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 zijn de interventies die onderworpen zijn aan het areaalmonitoringsysteem interventies op basis van het areaal, met uitzondering van de bosbouwvergoedingen waarin het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen voor Natura 2000-locaties voorziet. ]1
[1 Overeenkomstig artikel 23, § 1, lid 5, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023, is de lijst van eisen en normen met betrekking tot de conditionaliteit die gecontroleerd kunnen worden door middel van het areaalmonitoringsysteem, de eisen en normen van titel 2, hoofdstuk 1, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023.
Het betaalorgaan bepaalt voor elk van de in lid 2 vastgestelde eisen en normen welke relevante voorwaarden kunnen worden gecontroleerd. ]1
Overeenkomstig artikel 23, § 2, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 is de uiterste datum voor het meedelen van de [1 voorlopige]1 resultaten aan de begunstigden elk jaar 15 september.
----------
(1)<MB 2025-02-06/09, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.4. Overeenkomstig artikel 27, § 1, lid 1, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023, worden het minimumpercentage controles ter plaatse vastgelegd als volgt :
1° 5% van alle begunstigden die een van de subsidiabele eiwithoudende gewassen bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen hebben aangegeven;
2° 5% van alle begunstigden die vrouwelijke vleesrunderen houden, zoals bedoeld in artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen
3° 5 % van alle begunstigden die gemengde koeien houden zoals bedoeld in artikel 16 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
4° 5 % van alle begunstigden die melkkoeien houden zoals bedoeld in artikel 19 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
5° 5 % van alle begunstigden die schapen houden zoals bedoeld in artikel 22 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de gekoppelde steun aan de landbouwers voor eiwithoudende gewassen, vrouwelijke vleesrunderen, gemengde koeien, melkkoeien en schapen;
6° Minstens 3 % van de begunstigden bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor de ecoregelingen;
7° 5 % van de begunstigden bedoeld in artikel 2 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen;
8° 5 % van de begunstigden bedoeld in artikel 16, § 1, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor de biologische landbouw.
9° 5 % van de begunstigden bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor de biologische landbouw
10° 5% van de begunstigden bedoeld in artikel 3 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen voor Natura 2000-locaties;
11° 5% van de begunstigden bedoeld in artikel 7 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de agrarische vergoedingen en de bosbouwvergoedingen voor Natura 2000-locaties, op voorwaarde dat de steun minstens zestig euro bedraagt;
12° 30% van de arealen bestemd voor hennepproductie.
Voor de toepassing van lid 1, 2° tot 5°, bedragen de gecontroleerde dieren ten minste 5% van de kudde subsidiabele dieren die door alle begunstigden worden gehouden.
Art.5. Overeenkomstig artikel 28, § 1, lid 3, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 ligt het percentage aselect geselecteerde begunstigden of elementen tussen 20% en 25% en het percentage op basis van het risico geselecteerde begunstigden of elementen tussen 75% en 80%.
Art.6. Overeenkomstig artikel 41, § 1, lid 2, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 is het minimumpercentage van de uitgaven met betrekking tot installaties en investeringen dat ex post gecontroleerd moet worden, vastgesteld op 1%.
Overeenkomstig artikel 41, § 2, lid 3, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 ligt het percentage aselect geselecteerde uitgaven tussen 20% en 25% en het percentage op basis van het risico geselecteerde uitgaven tussen 75% en 80%.
Art.7. Overeenkomstig artikel 51, § 1, lid 1, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023, moet het minimumpercentage controles ter plaatse betrekking hebben op minstens 1% van het totale aantal begunstigden of gerichte elementen.
Art.8. Overeenkomstig artikel 52, § 1, lid 3, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 ligt het percentage aselect geselecteerde begunstigden of elementen tussen 20% en 25% en het percentage op basis van het risico geselecteerde begunstigden of elementen tussen 75% en 80%.
HOOFDSTUK 2. - Administratieve sancties
Afdeling 1. - Gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden
Art.9.Overeenkomstig artikel 69, § 3, tweede lid, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 kunnen werken van algemeen belang worden erkend als gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden.
[1 Wanneer het in lid 1 bedoelde geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden zich over meerdere jaren uitstrekt, is artikel 7, lid 2, van het besluit van de Waalse regering van 23 februari 2023 betreffende de basisinkomenssteun voor duurzame ontwikkeling, de aanvullende herverdelende inkomenssteun voor duurzame ontwikkeling en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers niet van toepassing. ]1
----------
(1)<MB 2025-02-06/09, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Afdeling 1/1. [1 Gemeenschappelijke bepalingen voor administratieve sancties die van toepassing zijn op interventies aan het areaal dat onder het GBCS vallen]1
----------
(1)
Art. 9/1. [1 Overeenkomstig artikel 78, § 3, lid 4, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 worden vijvers en akkerranden die deel uitmaken van de milieuareaal uitgesloten van de berekening die het verschil bepaalt tussen de bepaalde oppervlakte en de aangegeven oppervlakte. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2025-02-06/09, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Afdeling 2. - Specifieke bepalingen betreffende de steun voor de eco-regelingen
Art.10. Overeenkomstig artikel 81, § 2, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 worden gevallen van niet-naleving van de voorschriften inzake ecoregelingen bestraft overeenkomstig de artikelen 11 en 12.
Art.11. Wanneer een geval van niet-naleving betrekking heeft op een basisvereiste, overeenkomstig artikel 5, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor de ecoregelingen, als zijnde relevant voor de betrokken eco-regeling, wordt een verlaging toegepast van een percentage dat overeenstemt met de helft van het overeenkomstig bijlage 2 vastgestelde percentage op basis van de IDR-codes bedoeld in artikel 18, § 1.
Wanneer dezelfde basisvereiste in meerdere gevallen niet wordt nageleefd, komt de sanctie overeen met het ernstigste geval van niet-naleving.
Wanneer in het kader van een bepaalde verbintenis aan meerdere relevante eisen van het basisniveau niet wordt voldaan, worden de voor elke eis toegepaste verminderingen bij elkaar opgeteld, rekening houdend met de regels van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 2022/1172 van de Commissie van 4 mei 2022.
Art.12.§ 1. Wanneer op een landbouwperceel waarvoor een verbintenis is aangegaan of op bedrijfsniveau een geval van niet-naleving van een eis in de specificaties van de betrokken ecoregeling wordt geconstateerd, wordt een van de volgende sancties toegepast:
1° [1 1:]1 waarschuwing met de verplichting om het voorwerp waarvoor de verbintenis wordt aangegaan binnen de in de waarschuwing door het betaalorgaan gestelde termijn te herstellen;
2° [1 2:]1 een korting van 10% op de jaarlijkse betaling voor het betrokken perceel of voor het landbouwbedrijf;
3° [1 3:]1 een korting van 50% op de jaarlijkse betaling voor het betrokken perceel of voor het landbouwbedrijf;
4° [1 4:]1 een korting van 100% op de jaarlijkse betaling voor het betrokken perceel of voor het landbouwbedrijf;
Wanneer meerdere gevallen van niet-naleving worden geconstateerd voor hetzelfde landbouwperceel of op bedrijfsniveau, wordt de sanctie toegepast die overeenkomt met het ernstigste geval van niet-naleving.
Voor de toepassing van de leden 1 en 2, in het kader van de ecoregeling "ecologische vermazing" bedoeld in artikel 3, 3°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor de ecoregelingen, worden de verlagingen toegepast op het niveau van de betaling voor het element van de vermazing waarop het geval of de gevallen van niet-naleving betrekking heeft, of op het niveau van het bedrijf.
§ 2. Wanneer de globale evaluatie van een geval van niet-naleving op basis van de criteria bedoeld in artikel 81, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 een ernstig geval van niet-naleving aan het licht brengt, wordt de sanctie bedoeld in paragraaf 1, 4°, toegepast op het niveau van het landbouwbedrijf. De begunstigde wordt ook uitgesloten van de betrokken ecoregeling voor het kalenderjaar in kwestie en het daaropvolgende jaar.
§ 3. [1 De sanctie die wordt toegepast overeenkomstig de paragrafen 1 en 2 is bepaald in bijlage 1er/1 volgens de criteria van artikel 81, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023. ]1
----------
(1)<MB 2025-02-06/09, art. 5, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Afdeling 3. - Specifieke bepalingen betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen en de steun voor de biologische landbouw
Art.13. Overeenkomstig artikel 81, § 2, eerste lid, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 zijn de administratieve sanctieregelingen van de artikelen 14 tot en met 16 van toepassing in het kader van de interventies waarin het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen en het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor biologische landbouw voorzien.
Art.14. In geval van een vermindering van de oppervlakte landbouwarealen of van het aantal dieren waarvoor de verbintenis is aangegaan, wordt de jaarlijkse betaling voor de betrokken verbintenis als volgt verlaagd:
1° bij een vermindering van minder dan 3%, minder dan tien are of minder dan drie dieren wordt geen sanctie toegepast;
2° in geval van een vermindering tussen 3 % inclusief en 10 % exclusief, wordt de betaling verminderd met 10 %;
3° in geval van een vermindering tussen 10% inclusief en 30% exclusief, wordt de betaling verminderd met 50%;
4° bij een vermindering van 30% of meer wordt de betaling met 100% verminderd.
Onverminderd de toepassing van lid 1, 4°, in geval van een vermindering met 75 % of meer, betaalt de begunstigde alle steun terug die hij sedert het begin van de verbintenis heeft ontvangen.
In elk geval van vermindering van verbintenis, blijft deze verdergaan voor de resterende duur van de oorspronkelijke verbintenis en wordt hij aangepast aan het resterende aantal hectaren, of dieren.
Art.15. § 1. Indien een geval van niet-naleving wordt vastgesteld op een onder de verbintenis vallend perceel landbouwgrond, wordt op het betrokken perceel een van de volgende sancties toegepast:
1° waarschuwing met de verplichting om het voorwerp waarvoor de verbintenis wordt aangegaan binnen de in de waarschuwing door het betaalorgaan gestelde termijn te herstellen;
2° 10 % vermindering van de jaarlijks betaling;
3° 50 % vermindering van de jaarlijks betaling;
4° 100 % vermindering van de jaarlijks betaling;
5° 100% vermindering van de jaarlijkse betaling en terugvordering van de bedragen die sinds het begin van de verbintenis zijn ontvangen.
Wanneer meerdere gevallen van niet-naleving worden vastgesteld voor hetzelfde landbouwperceel, wordt de sanctie toegepast die overeenkomt met het ernstigste geval van niet-naleving.
Bij herhaling van een geval van dezelfde niet-naleving, wordt de sanctie verhoogd binnen de grenzen van dit artikel.
§ 2. Wanneer het deel van de oppervlakte waarvoor de sanctie bedoeld in lid 1, 5°, wordt toegepast, groter is dan 20%, worden de volgende sancties toegepast op het niveau van de betrokken verbintenis:
1° als het deel groter is dan 20% en kleiner dan of gelijk aan 50%, wordt de jaarlijkse betaling verminderd met 100%;
2° als het deel groter is dan 50%, wordt de jaarlijkse betaling met 100% verminderd, wordt de verbintenis beëindigd en worden alle bedragen teruggevorderd die in het kader van de verbintenis werden ontvangen sinds de aanvang ervan.
§ 3. Wanneer de globale evaluatie van een geval van niet-naleving op basis van de criteria bedoeld in artikel 81, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023 een ernstig geval van niet-naleving aan het licht brengt, wordt de sanctie bedoeld in paragraaf 2, 2°, toegepast. De begunstigde wordt ook uitgesloten van de betreffende maatregel, submaatregel of interventie voor het betreffende kalenderjaar en het daaropvolgende kalenderjaar.
§ 4. Het betaalorgaan bepaalt de overeenkomstig de paragrafen 1 tot en met 3 toe te passen sanctie op basis van de criteria van artikel 81, § 2, van het besluit van de Waalse Regering van 13 juli 2023.
Art.16. De sancties die van toepassing zijn in geval van niet-naleving van de veebezetting waarvoor een verbintenis is aangegaan in het kader van de agromilieu- en klimaatmaatregel n° 13 "voederautonomie" bedoeld in artikel 3, lid 1, 8°, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen, worden bepaald op basis van de in bijlage 1 vastgestelde verlagingsroosters.
Art. 16/1.[1 Wanneer een geval van niet-naleving betrekking heeft op een eis van de basislijn die als relevant is geïdentificeerd overeenkomstig artikel 6, § 3, van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor agromilieu- en klimaatmaatregelen en overeenkomstig artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 23 februari 2023 betreffende de steun voor de biologische landbouw, wordt een verlaging toegepast van een percentage dat overeenstemt met de helft van het overeenkomstig bijlage 2 vastgestelde percentage op basis van de "IDR"-codes bedoeld in artikel 18, § 1.
Wanneer dezelfde eis van de basislijn in meerdere gevallen niet wordt nageleefd, komt de sanctie overeen met het ernstigste geval van niet-naleving.
Wanneer in het kader van een bepaalde verbintenis aan meerdere relevante eisen van de basislijn niet wordt voldaan, worden de voor elke eis toegepaste kortingen bij elkaar opgeteld, rekening houdend met de regels van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 2022/1172 van de Commissie van 4 mei 2022. ]1
----------
(1)<Ingevoegd bij MB 2025-02-06/09, art. 6, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Afdeling 4. - Specifieke bepalingen inzake conditionaliteit
Art.17. § 1. Overeenkomstig artikel 94, lid 2, van het besluit van de Waalse regering van 13 juli 2023 worden in het kader van de conditionaliteit de individuele verlagingspercentages voor elk geval van niet-naleving en de berekeningswijze daarvan vastgesteld in bijlage 2 en op basis van de paragrafen 2 tot en met 4.
§ 2. De individuele verlagingspercentages houden rekening met het opzettelijk karakter van de niet-naleving, volgens een schaal van 1 tot 2 :
1° 1: niet-opzettelijke niet-naleving, overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 2022/1172 van 4 mei 2022 ;
2° 2: opzettelijke niet-naleving, overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EU) nr. 2022/1172 van 4 mei 2022 ;
De bijlage 2 bepaalt het al dan niet opzettelijk karakter voor elke norm en eis.
§ 3. De individuele verlagingspercentages houden rekening met de mate van niet-naleving volgens een schaal van 0 tot 4 :
1° 0: waarschuwing ;
2° 1: lage niet-naleving;
3° 2: gemiddelde niet-naleving;
4° 3: hoge niet-naleving;
5° 4: ernstige niet-naleving
Voor de toepassing van lid 1 wordt de mate van niet-naleving beoordeeld aan de hand van de omvang, de ernst en de hardnekkigheid van de niet-naleving, bepaald overeenkomstig respectievelijk artikel 7, § 2 tot en met 4, van Verordening (EU) nr. 2022/1172 van 4 mei 2022.
De bijlage 2 bepaalt de elementen van ernst, omvang en het permanent karakter voor elke norm en eis.
§ 4. De individuele verlagingspercentages houden rekening met de herhaling van de niet-naleving in de zin van artikel 83, lid 5, onder c), van Verordening (EU) nr. 2021/2116 van 2 december 2021, op een schaal van 0 tot en met 9 :
1° 0 : eerste vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
2° 1 : tweede vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
3° 2 : derde vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
4° 3 : vierde vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
5° 4 : vijfde vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
6° 5 : zesde vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
7° 6 : zevende vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
8° 7 : achtste vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
9° 8 : negende vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm;
10° 9 : zesde vaststelling van niet-naleving met een eis of een bepaalde norm en elke daaropvolgende vaststelling van niet-naleving van dezelfde eis of norm.
Art.18. Wanneer niet-naleving van een eis of norm in het kader van de conditionaliteit wordt vastgesteld, wordt als volgt een "IDR"-code gevormd uit de drie cijfers die overeenkomstig artikel 17, § 2 tot en met 4, zijn bepaald:
1° eerste cijfer : schaalniveau betreffende het al dan niet opzettelijke karakter ("I");
2° tweede cijfer : schaalniveau betreffende de mate van niet-naleving ("D");
3° derde cijfer : schaalniveau betreffende de terugkerende aard ("R").
Elke "IDR"-code komt overeen met een individueel verlagingspercentage bepaald met behulp van de tabellen van de verlagingspercentages betreffende de conditionaliteit in bijlage 2.
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen
Art.19. Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2023.
BIJLAGE.
Art. N.
(Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 22-02-2024, p. 26475)
Art. N1/1. [1 - Tabel van de sancties met de kortingen die worden toegepast als onderdeel van de eisen die zijn gekoppeld aan de specificaties van de ecoregelingen.
Eisen gekoppeld aan de specificaties van de ecoregelingen | ER "milieuvriendelijke gewassen"; | ER "ecologische vermazing" | ER "blijvend grasland" | ER "vermindering van de productiemiddelen" |
Ervoor zorgen dat het bedrijfsregister goed wordt bijgehouden | 2 | 2 | 2 | 2 |
Naleven van de maaivoorwaarden | 3 (Variant 1) | |||
Naleving van het verbod op het gebruik van insecticiden | 4 | |||
Inachtneming van de afwezigheid van oogsten | 4 (Variant 3A en 3B) | |||
Inachtneming van de zaaiperiode | 4 (Variant 2A) | |||
Naleving van het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen | 4 (struiken en geïsoleerde struiken, veldrand, braakland met drachtplanten, braakland, heggen, bomen, bosje, graanresten en vijvers) | 4 | ||
Naleving van het verbod op bemesting of verbetering | 4 (akkerranden, braakland met drachtplanten, braakland) | |||
Naleving van het verbod op het gebruik van meststoffen | 4 (vijvers) | |||
De afstand tussen elementen naleven | 4 (vijvers) | |||
Naleving van braaklegging | 4 (vijvers) | |||
Naleving van de voorwaarden voor toegang tot vee | 3 (vijvers) | |||
Respect voor het onderhoud | 4 (vijvers) | |||
Naleving van het verbod op het storten van afval en materialen | 4 (vijvers) | |||
Naleving van het verbod op het binnenbrengen van vissen en palmachtigen voor het toepassingsjaar 2024 | 4 (vijvers) | |||
Naleving van het verbod op maaien, begrazen en teelt | 4 (vijvers) | |||
De instandhoudingsperiode van het gewas respecteren | 4 (akkerranden, braakland met drachtplanten, braakland) | |||
Naleving van het verbod op gebruik voor landbouwproductiedoeleinden | 4 (braakland, braakland met drachtplanten, akkerranden, weiland UG5) | |||
Naleving van het verbod op het versnipperen, maaien van vegetatie en begrazing | 4 (akkerranden, braakland met drachtplanten, braakland, UG5) | |||
Naleving van data van inzaaiing | 4 (braakland met drachtplanten) | |||
Respect voor conforme dekking | 4 (akkerranden, braakland) | |||
Geen aanplant of herbeplanting zonder voorafgaande kennisgeving | 3, (UG5) | |||
Naleving van de perceellocatievoorwaarden: minimaal 100 m tussen 2 percelen | 4 (nog staande graangewassen) | |||
Naleving van de voorwaarden voor de ligging van het perceel: minimaal 50 m van een bos | 2 (nog staande graangewassen) | |||
De instandhoudingsperiode van het gewas respecteren | 3 (nog staande graangewassen) | |||
Naleving van toegestane soorten en mengsels | 4 (nog staande graangewassen) | |||
Naleving van de jaarlijkse inzaaiverplichting | 4 (nog staande graangewassen) | |||
Respect voor de installatie van veldleeuwerikvensters of zitstokken voor roofvogels | 2 (nog staande graangewassen) | |||
Naleving van het verbod op het gebruik van insecticiden en groeiregelaars | 4 (nog staande graangewassen) | |||
Naleving van het behoud van 80% grasland | 4 | |||
Naleving van het verbod op het gebruik van organische meststoffen of andere organische toevoegingen die niet door de dieren van de boerderij zijn geproduceerd. | 4 (ER PP extra hulp) | |||
Respect voor de afwezigheid van dieren die geen familie zijn van de producent | 4 (ER PP extra hulp) | |||
Naleving van het verbod op de toepassing van producten op de lijst die is opgesteld voor ER RI | 4 (Variant pesticidenreductie) | |||
Naleving van het mechanisch wieden | 4 (mechanische onkruidverdelgingsvariant) |