8 FEBRUARI 2024. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de inventaris van het onroerend erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Art. 1
HOOFDSTUK II. - Opstellen van de inventaris: vorm en methodologie
Afdeling I. - Vorm van de inventaris
Art. 2-3
Afdeling II. - Methodologie
Art. 4-7
HOOFDSTUK III. - Goedkeuring en wettelijke publicatie
Art. 8
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 9
HOOFDSTUK I. - Algemeenheden
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder :
1° BWRO : het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening ;
2° Bestuur : het bestuur belast met Monumenten en Landschappen ;
3° Inventaris : de inventaris van het onroerend erfgoed van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zoals bedoeld in artikel 207 van het BWRO ;
HOOFDSTUK II. - Opstellen van de inventaris: vorm en methodologie
Afdeling I. - Vorm van de inventaris
Art.2. De inventaris wordt opgesteld en bijgehouden in digitale vorm door de administratie.
De inventaris is een algemene topografische inventaris die het hele gewest omvat, die onder meer thematische inventarissen integreert.
Art.3. De lijst van de onroerende goederen die in de inventaris zijn opgenomen en de bijwerkingen ervan worden toegankelijk gemaakt voor het publiek via een of meer websites die voor elk onroerend goed ten minste de volgende informatie bevatten:
1° een eventuele benaming van het goed en de identificatie van het goed verwijzend naar zijn adres, kadastrale referentie of georeferentie;
2° een korte beschrijving van het goed en/of een foto met bijschrift;
3° zijn erfgoedwaarde;
4° de effectieve datum van de wettelijke inschrijving, overeenkomstig artikel 207, § 4.
Afdeling II. - Methodologie
Art.4. De goederen die in de inventaris kunnen worden opgenomen, worden geïdentificeerd en geselecteerd op basis van een wetenschappelijke methodologie, die hieronder wordt beschreven in de artikelen 5 tot 7 en die het mogelijk maakt hun erfgoedwaarde te beoordelen.
Art.5. De goederen worden geïnventariseerd door systematisch veldonderzoek, voornamelijk in openbare ruimten, aangevuld met archief-, bibliografisch en iconografisch onderzoek, waaronder luchtfoto's.
De inventarisatie wordt gemeente per gemeente of wijk per wijk uitgevoerd en gaat gepaard met onderzoek dat met name betrekking heeft op de meer algemene studie van de geschiedenis van de wijk en de verstedelijking ervan.
Art.6. De selectie van de onroerende goederen gebeurt op basis van de erfgoedwaarde van een goed, bepaald door de identificatie van de waarden bedoeld in artikel 206, § 1, 1° van de CoBAT gemoduleerd met verschillende gemeenschappelijke selectiecriteria, waaronder :
1° Zeldzaamheid: de zeldzaamheid van een goed wordt zowel kwalitatief ("uitzonderlijk" karakter) als kwantitatief (uniek karakter) bepaald, afhankelijk van de geografische, chronologische en historische context; de zeldzaamheid van een goed wordt beoordeeld in vergelijking met andere goederen die tot dezelfde categorie behoren.
2° authenticiteit: de authenticiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van de overeenstemming van de huidige staat met de oorspronkelijke staat. De huidige staat (vorm, plan, functie, technieken, materialen, enz.) komt dus overeen met een significante of karakteristieke staat; een goed dat een natuurlijke achteruitgang of transformatie heeft ondergaan, kan niettemin als authentiek worden beschouwd.
3° integriteit: Integriteit verwijst naar het concept van "integraliteit", d.w.z. fysieke volledigheid (staat van instandhouding van het goed). Het gaat erom te beoordelen of het object zijn homogeniteit, leesbaarheid en samenhang behoudt.
4° representativiteit: een goed wordt als representatief beschouwd als het één of meer significante kenmerken heeft in vergelijking met andere goederen in dezelfde categorie (typologie, plantensoorten, enz.). De representativiteit van een goed wordt beoordeeld op basis van zijn geografische, chronologische en historische context.
5° ensemble waarde: de algemene waarde van een goed hangt af van de kwaliteit van zijn interactie met andere goederen, die een geheel (of groep) vormt dat opvalt in zijn context door zijn coherentie of homogeniteit; het kan een significante of bepalende visuele impact hebben.
6° contextuele waarde: de contextuele waarde van een goed hangt af van de manier waarop het zich verhoudt tot zijn omgeving vanuit stedenbouwkundig, landschappelijk, esthetisch, sociaal en/of historisch oogpunt.
Art.7. De in de voorgaande artikelen beschreven methodologie en selectiecriteria kunnen waar nodig worden gespecificeerd en toegelicht volgens het type erfgoedobject, zoals het architecturaal erfgoed (monumenten en gehelen) of natuurlijk (landschappen of bomen).
HOOFDSTUK III. - Goedkeuring en wettelijke publicatie
Art.8. De Regering keurt de lijsten goed van de voorwerpen die opgenomen zijn in de inventaris, geselecteerd volgens de methodologie beschreven in de artikelen 4 tot 7 van dit besluit, desgevallend in afzonderlijke lijsten volgens types van erfgoedvoorwerpen, zoals bedoeld in artikel 7, evenals hun regelmatige updates.
Voor elk individueel ingeschreven goed, voorzien de lijsten gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad een minimum aan informatie zoals bedoeld in artikel 3, 1°.
HOOFDSTUK IV. - Slotbepaling
Art. 9. De Minister bevoegd voor Monumenten en Landschappen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.