Details





Titel:

12 JANUARI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering over de organisatie van de Vlaamse toetsen



Inhoudstafel:


Art. 1-9



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. De Vlaamse toetsen worden jaarlijks afgenomen in de maand april of mei. Elke school of centrum krijgt voor elke vestigingsplaats toetsmomenten toegewezen. De bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming communiceert de voormelde toetsmomenten en de periode van de oefentoetsen zo vroeg mogelijk en uiterlijk op 30 april van het voorafgaande schooljaar aan de scholen of centra.
  Scholen of centra waar een gepland toetsmoment om technische redenen of overmacht niet is kunnen doorgaan, nemen deel aan een inhaalmoment dat de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming bekendmaakt.

Art.2. Scholen of centra die deelnemen aan de Vlaamse toetsen, wijzen minstens één personeelslid aan dat als toetscoördinator zal optreden. De toetscoördinator coördineert en staat in voor de praktische organisatie van de toetsen op school. De toetscoördinator volgt de instructies die de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming ter beschikking stelt.
  Scholen of centra die deelnemen aan de Vlaamse toetsen, duiden personeelsleden aan om als toetsassistent toezicht te houden bij de toetsafname in de school of het centrum. Elke toetsassistent volgt de instructies voor de toetsafname die de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming ter beschikking stelt.

Art.3. De leerlingen leggen de Vlaamse toetsen af via het digitale toetsplatform in een lokaal van de school of het centrum waar de leerling is ingeschreven. Minstens een aantal toetsen zijn adaptief, waarbij de moeilijkheidsgraad van de vragen aangepast is aan het prestatieniveau van de leerling.

Art.4. Leerlingen die afwezig zijn op het moment van de toetsafname, krijgen vanaf het schooljaar 2025-2026 een tweede kans om de toets af te leggen. De school maakt zelf de afweging of ze inhaalmomenten voor afwezige leerlingen organiseert. Maar als afwezige leerlingen of hun ouders een inhaalmoment wensen, dient de school hierop in te gaan.

Art.5. De procedure voor de inzage van de Vlaamse toetsen voor leerlingen of hun ouders verloopt op de volgende wijze:
  1° de leerling of een ouder van de leerling vraagt toetsinzage aan bij de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, ten vroegste op de eerste maandag van de laatste volledige week van juni en uiterlijk op 1 september van het kalenderjaar van de toetsafname;
  2° na de aanvraag, vermeld in punt 1°, kan de leerling en/of ouder de toets komen inkijken bij de bevoegde dienst van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming uiterlijk op 15 september van het kalenderjaar van de toetsafname.

Art.6. De Vlaamse toetsen en de toetsinzage, vermeld in artikel 5, zijn gratis.

Art.7. In het kader van de Vlaamse toetsen worden de volgende leerlingengegevens verwerkt voor wetenschappelijk onderzoek door het bevoegde steunpunt:
  1° loggegevens over de toetsafname;
  2° gegevens over gebruik van hulpmiddelen bij de toetsafname;
  3° de antwoorden op de leerlingenvragenlijst.
  De gegevens die verzameld worden via de leerlingenvragenlijst worden verwerkt voor wetenschappelijke doeleinden.
  De leerlingenvragenlijst kan vragen bevatten over de volgende thema's:
  - thuissituatie van de leerling en werksituatie van de ouders
  - vrije tijd van de leerling
  - motivatie van de leerling
  - toetservaring
  - onderwijsverwachtingen van de leerling
  - onderwijsopvattingen van de leerling
  - taalachtergrond en migratie-achtergrond van de leerling
  - onderwijsaanbod
  Deelname aan de leerlingenvragenlijst is vrijwillig. Ouders of leerlingen kunnen ervoor kiezen om de leerlingenvragenlijst niet in te vullen. Indien ze ervoor kiezen om de vragenlijst niet in te vullen, wordt die keuze vooraf geregistreerd zodat bij de toetsafname de vragenlijst niet wordt voorgelegd.

Art.8. Dit besluit treedt in werking op 15 december 2023, met uitzondering van artikel 4, dat in werking treedt op 1 september 2025.

Art. 9. De Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.