10 JANUARI 2024. - Besluit van de administrateur-generaal tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Agentschap Landbouw en Zeevisserij
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Delegatie aan alle afdelingshoofden
Afdeling 1. - Delegatie inzake briefwisseling
Art. 8
Afdeling 2. - Delegatie inzake uitvoering van de begroting
Art. 9-10
Afdeling 3. - Delegatie inzake vertegenwoordiging
Art. 11
Afdeling 4. - Delegatie inzake personeelsmanagement
Art. 12
Afdeling 5. - Delegatie inzake overheidsopdrachten
Art. 13-15
Afdeling 6. - Delegatie inzake gegevensuitwisselingen
Art. 16
Afdeling 7. - Delegatie inzake subsidies
Art. 17
Afdeling 8. - Delegatie inzake handhaving
Art. 18
HOOFDSTUK 3. - Delegaties aan de dienst juridische beleidsondersteuning en de dienst beleidscoördinatie bij het secretariaat-generaal
Afdeling 1. - Delegatie inzake de briefwisseling
Art. 19
Afdeling 2. - Delegatie inzake uitvoering van de begroting
Art. 20
Afdeling 3. - Delegatie inzake subsidies
Art. 21
Afdeling 4. - Delegatie inzake personeelsmanagement
Art. 22
Afdeling 5. - Delegatie inzake overheidsopdrachten
Art. 23-25
Afdeling 6. - Delegatie inzake gegevensuitwisselingen
Art. 26
Afdeling 7. - Delegatie inzake rechtsgedingen
Art. 27
Afdeling 8. - Delegatie inzake handhaving
Art. 28
Afdeling 9. - Delegatie inzake Landbouwbureau en Coördinerende Instantie
Art. 29
Afdeling 10. - Delegatie inzake de taken van de bevoegde autoriteit
Art. 30
HOOFDSTUK 4. - Delegatie aan de directeur van het Vlaams betaalorgaan
Art. 31-40
HOOFDSTUK 5. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie
Art. 41
HOOFDSTUK 6. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen
Afdeling 1. - Delegatie inzake advisering over omgevingsdossiers
Art. 42
Afdeling 2. - Delegatie inzake handhaving
Art. 43
Afdeling 3. - Delegatie inzake geïntegreerde gewasbescherming
Art. 44
Afdeling 4. - Delegatie inzake het landbouwmonitoringsnetwerk
Art. 45-46
Afdeling 5. - Delegatie inzake visserij
Art. 47-50
Afdeling 6. - Delegatie inzake de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Art. 51
HOOFDSTUK 7. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit
Afdeling 1. - Delegatie inzake rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
Art. 52-53
Afdeling 2. - Delegatie inzake plattelandsontwikkeling en ecoregelingen
Art. 54
Afdeling 3. - Delegatie inzake de biologische productie
Art. 55-56
Afdeling 4. - Delegatie inzake bedrijfsadvisering in de biologische productie
Art. 57-58
Afdeling 5. - Delegatie inzake plantaardig teeltmateriaal en plantengezondheid
Art. 59-86
Afdeling 6. - Delegatie inzake kwaliteit dier
Art. 87-89
Afdeling 7. - Delegatie inzake kwaliteitslabels
Art. 90-92
Afdeling 8. - Delegatie inzake handelsnormen voor consumptie-eieren
Art. 93
HOOFDSTUK 8. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen
Afdeling 1. - Delegatie inzake VLIF
Art. 94-99
Afdeling 2. - Delegatie inzake de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Art. 100-103
Afdeling 3. - Delegatie inzake naschoolse vorming
Art. 104-105
Afdeling 4. - Delegatie inzake steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector
Art. 106-107
Afdeling 5. - Delegatie inzake zorgboerderijen
Art. 108
Afdeling 6. - Delegatie inzake landbouweducatie
Art. 109
Afdeling 7. - Delegatie inzake demo's
Art. 110-111
Afdeling 8. - Delegatie inzake invoer-, uitvoer en restitutiecertificaten
Art. 112
Afdeling 9. - Delegatie inzake operationele groepen in het kader van het Europees Innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw
Art. 113
HOOFDSTUK 9. - Aanwijzing van de vertegenwoordiging inzake wederzijdse bijstand bij de invordering van schuldvorderingen
Art. 114
HOOFDSTUK 10. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art. 115-116
HOOFDSTUK 11. - Regeling bij vervanging
Art. 117-118
HOOFDSTUK 12. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art. 119-122
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1. Dit besluit is van toepassing op het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, vermeld in artikel 29/1, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie, hierna het agentschap te noemen.
Art.2. In dit besluit wordt verstaan onder:
1° afdelingshoofd: het personeelslid dat belast is met de leiding van een afdeling van het agentschap;
2° besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015: het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen;
3° directeur van het Vlaams betaalorgaan: het personeelslid dat belast is met de leiding van het Vlaams betaalorgaan;
4° ELFPO: het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling;
5° ELGF: het Europees Landbouwgarantiefonds;
6° hoofd van het agentschap: het personeelslid dat belast is met de leiding van het agentschap;
7° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;
8° verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013: Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad;
9° Vlaams betaalorgaan: het Vlaams betaalorgaan, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2003 tot oprichting van een Vlaams betaalorgaan;
10° verordening (EU) 2021/2116: Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013.
Art.3. De bij dit besluit gedelegeerde bevoegdheden worden uitgeoefend binnen de perken en met inachtname van de voorwaarden en modaliteiten die zijn vastgelegd in de bepalingen van relevante verordeningen, richtlijnen, wetten, decreten, besluiten, omzendbrieven, dienstorders en andere vormen van reglementeringen, richtlijnen en beslissingen, en van het ondernemingsplan.
Art.4. Als in dit besluit de bevoegdheid voor bepaalde aangelegenheden expliciet gedelegeerd wordt, strekt de delegatie zich ook uit tot:
1° de beslissingen die moeten worden genomen in het kader van de voorbereiding en de uitvoering van de bedoelde aangelegenheden;
2° de beslissingen van ondergeschikt belang of aanvullende aard die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheid of er inherent deel van uitmaken;
3° het sluiten van overeenkomsten.
Art.5. De bij dit besluit verleende delegaties hebben zowel betrekking op de apparaatskredieten als op de beleidskredieten.
Art.6. Als het gebruik van de bij dit besluit verleende delegaties gepaard gaat met de gunning van een overheidsopdracht, gelden de bepalingen van artikel 13, 14, 15, 35, 36, en 37.
Art.7. De bedragen, vermeld in dit besluit, zijn exclusief de belasting over de toegevoegde waarde.
HOOFDSTUK 2. - Delegatie aan alle afdelingshoofden
Afdeling 1. - Delegatie inzake briefwisseling
Art.8. De afdelingshoofden hebben delegatie om:
1° de dagelijkse briefwisseling te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen, en met uitzondering van adviesaanvragen aan de Inspectie van Financiën;
2° uittreksels en afschriften van documenten eensluidend te verklaren en uit te reiken.
In het eerste lid, 1°, wordt verstaan onder dagelijkse briefwisseling: de briefwisseling van schriftelijke of elektronische aard die verband houdt met de opdracht van de afdeling en die geen beleidsimplicaties heeft en louter uitvoerend van aard is.
Afdeling 2. - Delegatie inzake uitvoering van de begroting
Art.9. De afdelingshoofden hebben delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, de opdrachten tot vastlegging en ordonnancering, de inkooporders en de facturen goed te keuren, tenzij die betrekking hebben op:
1° inschrijvingskosten voor vormingen binnenland van personeelsleden van hun afdeling;
2° kosten voor buitenlandse zendingen van personeelsleden van hun afdeling.
3° Het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie heeft delegatie om de inkooporders en de facturen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, van de personeelsleden van het agentschap goed te keuren.
Art.10. De afdelingshoofden hebben delegatie om conform de afspraken van de directieraad, de declaraties van de personeelsleden van hun afdeling goed te keuren, met uitzondering van de declaraties die betrekking hebben op:
1° inschrijvingskosten voor vormingen binnenland;
2° reis-, maaltijd- en hotelkosten voor binnenlandse dienstreizen;
3° kosten voor buitenlandse zendingen.
Het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie heeft delegatie om de declaraties, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° en 3°, van de personeelsleden van het agentschap goed te keuren.
Afdeling 3. - Delegatie inzake vertegenwoordiging
Art.11. De afdelingshoofden hebben inzake het landbouw- en visserijbeleid delegatie om binnen de perken van de uitvoerende opdracht de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest te vertegenwoordigen in federale, Europese en internationale instellingen en organen, alsook in technische comités en werkgroepen, zowel in binnen- als buitenland.
De afdelingshoofden worden gemachtigd om personeelsleden van hun afdeling aan te wijzen om in hun plaats de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest te vertegenwoordigen in de aangelegenheden en onder de voorwaarden, vermeld in het eerste lid.
De afdelingshoofden zorgen ervoor dat het hoofd van het agentschap altijd beschikt over een geactualiseerde lijst van personeelsleden die de taak, vermeld in het eerste lid, vervullen.
Afdeling 4. - Delegatie inzake personeelsmanagement
Art.12. De afdelingshoofden hebben delegatie om:
1° de bijzondere aanwervingsvoorwaarden vast te stellen conform artikel III 5 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006;
2° de eindselectie bij aanwerving uit te voeren conform artikel III 8 van het voormelde besluit;
3° de evaluatoren, vermeld in artikel IV 3 van het voormelde besluit, aan te wijzen;
4° vormingsaanvragen goed te keuren voor vormingen waarvan de inschrijvingskosten niet meer dan 1.000 euro bedragen;
5° de verloven en de dienstvrijstellingen, vermeld in deel X van het voormelde besluit, toe te staan en toe te kennen, met uitzondering van de verloven waarvoor het voormelde besluit bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan en met uitzondering van alle verloven die onder een gunstregime vallen;
6° andere niet in het voormelde besluit vermelde dienstvrijstellingen en dienstvrijstellingen die in de directieraad zijn beslist, toe te staan en toe te kennen;
7° te zorgen voor een correcte toepassing van de werktijdregeling, vermeld in het arbeidsreglement;
8° via het Agentschap Overheidspersoneel een ziektecontrole aan te vragen aan het geneeskundig controleorgaan;
9° toestemming voor zendingsopdrachten in het buitenland te verlenen;10°
telewerk toe te staan overeenkomstig de afspraken, goedgekeurd door de directieraad.
Afdeling 5. - Delegatie inzake overheidsopdrachten
Art.13. De afdelingshoofden hebben delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag van maximaal 30.000 euro.
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
b) de beslissing tot niet-plaatsing;
2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.
Art.14. Als het afdelingshoofd voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft die ook delegatie om de beslissingen te nemen inzake de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan.
Als het afdelingshoofd voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft die toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader zonder financiële impact.
Art.15. De afdelingshoofden hebben delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, tot een bedrag per opdracht van maximaal 30.000 euro.
Voor het plaatsten van opdrachten inzake openbare interventies in het kader van een raamovereenkomst, geldt de delegatie, vermeld in het eerste lid, tot een bedrag van maximaal 550.000 euro per opdracht.
Afdeling 6. - Delegatie inzake gegevensuitwisselingen
Art.16. De afdelingshoofden, de woordvoerder en dhr. Bart Merckaert hebben delegatie om beslissingen te nemen:
1° tot uitwisseling van gegevens conform hoofdstuk 3 en 4 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
2° tot uitwisseling van gegevens in het kader van vragen die gebaseerd zijn op een geprivilegieerde toegang, politionele toegang of belangentoegang.
Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft delegatie om beslissingen te nemen tot het uitwisselen van gegevens conform:
1° art 3/1 van het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
2° bijlage 1, punt 5.2.2., lid 4 van het ministerieel besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen;3°
bijlage, punt 5.2.2., lid 7 van het ministerieel besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen.
Afdeling 7. - Delegatie inzake subsidies
Art.17. De afdelingshoofden hebben delegatie om inzake subsidies in het kader van het landbouw- en visserijbeleid:
1° de begunstigden op de hoogte te brengen van de beslissingen over de aangevraagde steun;
2° in voorkomend geval beslissingen te nemen over de verlenging van de uitvoeringstermijn onder de volgende voorwaarden:
a) er is een gemotiveerde aanvraag op schriftelijke of elektronische wijze ingediend voor het verstrijken van de periode;
b) de wijziging brengt geen budgettaire meerkosten teweeg;
3° verschuivingen tussen de kostenrubrieken goed te keuren binnen het voorziene totale project- of werkingsbudget, tot maximaal 10% van dat totale budget;
4° de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of niet uit te betalen in de gevallen, vermeld in artikel 13 en 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, en in de gevallen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring en in het besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.
Aan de afdelingshoofden kunnen er bijkomende delegaties verleend worden inzake specifieke subsidies.
Afdeling 8. - Delegatie inzake handhaving
Art.18. De afdelingshoofden hebben delegatie om de waarschuwing, vermeld in artikel 55, eerste lid, van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, te geven.
HOOFDSTUK 3. - Delegaties aan de dienst juridische beleidsondersteuning en de dienst beleidscoördinatie bij het secretariaat-generaal
Afdeling 1. - Delegatie inzake de briefwisseling
Art.19. De diensthoofden hebben delegatie om:
1° de dagelijkse briefwisseling te ondertekenen, met behoud van de toepassing van de bijzondere regeling die geldt voor de antwoorden op brieven aan het Rekenhof over de door het Rekenhof geformuleerde opmerkingen, en met uitzondering van adviesaanvragen aan de Inspectie van Financiën;
2° uittreksels en afschriften van documenten eensluidend te verklaren en uit te reiken.
In het eerste lid, 1°, wordt verstaan onder dagelijkse briefwisseling: de briefwisseling van schriftelijke of elektronische aard die verband houdt met de opdracht van de dienst en die geen beleidsimplicaties heeft en louter uitvoerend van aard is.
Afdeling 2. - Delegatie inzake uitvoering van de begroting
Art.20. De diensthoofden hebben delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, de opdrachten tot vastlegging en ordonnancering, de inkooporders en de facturen goed te keuren, tenzij die betrekking hebben op:
1° inschrijvingskosten voor vormingen binnenland;
2° kosten voor buitenlandse zendingen.
Afdeling 3. - Delegatie inzake subsidies
Art.21. Mevr. Els Mestach, mevr. Els Soenen en dhr. Lieven Van Waes hebben delegatie om inzake subsidies in het kader van het landbouw- en visserijbeleid, die verband houden met de taken van het secretariaat-generaal:
1° de begunstigden op de hoogte te brengen van de beslissingen over de aangevraagde steun;
2° in voorkomend geval beslissingen te nemen over de verlenging van de uitvoeringstermijn onder de volgende voorwaarden:
a) er is een gemotiveerde aanvraag op schriftelijke of elektronische wijze ingediend voor het verstrijken van de periode;
b) de wijziging brengt geen budgettaire meerkosten teweeg;
3° verschuivingen tussen de kostenrubrieken goed te keuren binnen het voorziene totale project- of werkingsbudget, tot maximaal 10 % van dat totale budget;
4° de subsidie geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of niet uit te betalen in de gevallen, vermeld in artikel 13 en 14 van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, en in de gevallen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 betreffende de algemene regels inzake subsidiëring en in het besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.
Afdeling 4. - Delegatie inzake personeelsmanagement
Art.22. De evaluatoren hebben delegatie om:
1° de verloven zonder budgettaire weerslag en de dienstvrijstellingen, vermeld in deel X van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, toe te staan en toe te kennen, met uitzondering van de verloven waarvoor het voormelde besluit bepaalt dat ze door de minister worden toegestaan en met uitzondering van alle verloven die onder een gunstregime vallen;
2° andere niet in het voormelde besluit vermelde dienstvrijstellingen en dienstvrijstellingen die in de directieraad zijn beslist, toe te staan en toe te kennen;
3° telewerk toe te staan overeenkomstig de afspraken, goedgekeurd door de directieraad;
4° te zorgen voor een correcte toepassing van de werktijdregeling, vermeld in het arbeidsreglement.
Afdeling 5. - Delegatie inzake overheidsopdrachten
Art.23. De diensthoofden hebben delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot een bedrag van maximaal 8500 euro.
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
b) de beslissing tot niet-plaatsing;
2° het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.
Art.24. Als het diensthoofd voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft die ook delegatie om de beslissingen te nemen inzake de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan.
Als het diensthoofd voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft die toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader maar zonder financiële impact.
Art.25. De diensthoofden hebben delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, tot een bedrag per opdracht van maximaal 8.500 euro.
Afdeling 6. - Delegatie inzake gegevensuitwisselingen
Art.26. De diensthoofden hebben delegatie om beslissingen te nemen tot:
1° uitwisseling van gegevens conform hoofdstuk 3 en 4 van het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
2° uitwisseling van gegevens in het kader van vragen die gebaseerd zijn op een geprivilegieerde toegang of belangentoegang.
Het diensthoofd van de dienst Juridische Beleidsondersteuning heeft delegatie om beslissingen te nemen tot uitwisseling van gegevens in het kader van vragen die gebaseerd zijn op een politionele toegang.
Afdeling 7. - Delegatie inzake rechtsgedingen
Art.27. Het diensthoofd van de dienst Juridische Beleidsondersteuning en mevr. Claudia De Pooter hebben delegatie om alle noodzakelijke proceshandelingen te verrichten in de rechtsgedingen, vermeld in artikel 16, § 1, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2015 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen en van de intern verzelfstandigde agentschappen.
Afdeling 8. - Delegatie inzake handhaving
Art.28. Het diensthoofd van de dienst Juridische Beleidsondersteuning en mevr. Inse Jehaes hebben inzake de toepassing van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid delegatie om:
1° het voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie als vermeld in artikel 56 van het voormelde decreet, te formuleren;
2° een bestuurlijke sanctie als vermeld in artikel 56 van het voormelde decreet, op te leggen;
3° de exclusieve bestuurlijke geldboeten en de ten onrechte uitbetaalde steun en toebehoren inzake het Vlaams betaalorgaan in te vorderen, en bij gebrek aan voldoening ervan, dwangbevelen uit te vaardigen als vermeld in artikel 75 van het voormelde decreet.
Afdeling 9. - Delegatie inzake Landbouwbureau en Coördinerende Instantie
Art.29. Mevr. Frieda Blockx heeft delegatie om de briefwisseling van het Landbouwbureau en de Vlaamse cel van de Intergewestelijke Coördinerende Instantie te ondertekenen.
Afdeling 10. - Delegatie inzake de taken van de bevoegde autoriteit
Art.30. Mevr. Lieve Vleurick treedt op als de ondersteunende cel bevoegde autoriteit bij het secretariaat-generaal die het hoofd van het agentschap bijstaat bij de uitvoering van haar volgende taken:
1° het beheer van het accreditatiedossier van het Vlaams betaalorgaan;
2° het laten uitvoeren van de certificeringsaudit op de jaarrekeningen van het Vlaams betaalorgaan door een onafhankelijke auditorganisatie als vermeld in artikel 12 van verordening (EU) 2021/2116.
HOOFDSTUK 4. - Delegatie aan de directeur van het Vlaams betaalorgaan
Art.31. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft delegatie om het beheer en de controle van de uitgaven van het ELGF en het ELFPO te verzekeren. Deze delegatie omvat:
1° de autorisatie van de betalingen;
2° de uitvoering van de betalingen van het geautoriseerde bedrag;
3° de boekhoudkundige verantwoording;
4° de interne-auditfunctie, vermeld in bijlage I, 4, B, van gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 van de Commissie van 7 december 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro;
5° de uitvoering van de prestatieverslaglegging in het kader van het Strategisch Plan, vermeld in bijlage I, 1, A), iv), van gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 van de Commissie van 7 december 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro.
Art.32. Op het domein van de rechtstreekse betalingen aan landbouwers omvat de delegatie, vermeld in artikel 31, ook:
1° het nemen van beslissingen inzake het beheer van de identificatie- en referentiegegevens van de landbouwers en de bedrijven en van beslissingen inzake de rechtstreekse betalingen aan landbouwers;
2° het nemen van beslissingen tot ambtshalve samenvoeging op het vlak van identificatie in het GBCS als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 9 februari 2007 houdende bepalingen tot inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwers, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid;
3° het nemen van beslissingen inzake het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, vermeld in titel IV, hoofdstuk II, van verordening (EU) 2021/2116.
Op het domein van de maatregelen voor plattelandsontwikkeling omvat de delegatie, vermeld in artikel 31, ook:
1° de beoordeling en de rangschikking van de steunaanvragen;2°
het nemen van beslissingen om de subsidie voor de aanplant van boslandbouwsystemen te verminderen als vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen.
Op het domein van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten omvat de delegatie, vermeld in artikel 31, ook:
1° de inning van heffingen;
2° het nemen van beslissingen over de erkenning van begunstigden en van tussenpersonen.
Art.33. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft inzake het Vlaams betaalorgaan delegatie om:
1° de sancties, vermeld in Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013, en de uitvoeringsbepalingen ervan, te bepalen;
2° de nodige maatregelen te treffen, overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om:
a) zich ervan te vergewissen dat de door het ELGF en het ELFPO gefinancierde maatregelen daadwerkelijk en op regelmatige wijze zijn uitgevoerd, met inbegrip van de interne controle of een gelijkwaardige procedure en de externe audit die nodig is voor de certificering van de jaarrekeningen;
b) onregelmatigheden te voorkomen en te laten vervolgen;
3° ten onrechte uitbetaalde steun en toebehoren in te vorderen;
4° in voorkomend geval conform de regelgeving te besluiten om een terugvordering niet voor te zetten of conform de regelgeving in gemotiveerde gevallen te besluiten dat een terugvordering niet dient voortgezet te worden;
5° goedkeuring te verlenen voor een gespreide terugbetaling van de teruggevorderde bedragen;
6° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de getroffen maatregelen en met name van de stand van de administratieve en gerechtelijke procedures;
7° de administratieve sancties toe te passen die zijn vermeld in de Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 en in de gedelegeerde handelingen en de uitvoeringshandelingen ervan, en in de Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad en in de gedelegeerde handelingen en de uitvoeringshandelingen ervan;
8° de administratieve sancties toe te passen die zijn vermeld in Verordening (EU) 2021/2116 en in de gedelegeerde en de uitvoeringshandelingen ervan, en de besluiten van de Vlaamse Regering die worden genomen ter uitvoering van de voormelde verordening en het strategisch plan.
Art.34. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft delegatie om het beheer en de controle te verzekeren van de verrichtingen in verband met de interventiemaatregelen.
Art.35. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft voor het Vlaams betaalorgaan delegatie om overheidsopdrachten, prijsvragen en raamovereenkomsten te plaatsen tot het bedrag, vermeld in artikel 11, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, per opdracht.
Voor de toepassing van het eerste lid hebben de grensbedragen betrekking op:
1° de geraamde waarde van de opdracht voor:
a) alle voorbereidende beslissingen, waaronder minstens de principiële beslissing tot uitvoering van de opdracht, de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van de opdrachtdocumenten en de selectiebeslissing;
b) de beslissing tot niet-plaatsing;2°
het goed te keuren offertebedrag voor de gunningsbeslissing.
Art.36. Als de directeur van het Vlaams betaalorgaan voor het Vlaams betaalorgaan voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft deze ook delegatie om de beslissingen te nemen inzake de uitvoering van die overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst, ongeacht de financiële weerslag ervan.
Als de directeur van het Vlaams betaalorgaan voor het Vlaams betaalorgaan voor een bepaalde overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst geen delegatie heeft om de gunningsbeslissing te nemen, heeft deze toch delegatie om de beslissingen te nemen over de uitvoering van de overheidsopdracht, prijsvraag of raamovereenkomst binnen het wettelijke kader en zonder financiële gevolgen.
Art.37. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft voor het Vlaams betaalorgaan delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan, tot het bedrag, vermeld in artikel 11, eerste lid, 2°, van het koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, per opdracht.
Voor het plaatsten van opdrachten inzake openbare interventies in het kader van een raamovereenkomst, geldt de delegatie, vermeld in het eerste lid, tot een bedrag van maximaal 550.000 euro per opdracht.
Art.38. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft inzake het Vlaams betaalorgaan delegatie om:
1° bij het Vlaams betaalorgaan de bewijsstukken van de verrichte betalingen en de stukken over de uitvoering van de voorgeschreven administratieve en fysieke controles te bewaren, alsook de verslagen van de gedelegeerde instanties;
2° de Europese Commissie via de Vlaamse cel van de Coördinerende Instantie en het Landbouwbureau op gezette tijden de volgende gegevens over het Vlaams betaalorgaan en over de door het ELGF en het ELFPO gefinancierde maatregelen te verstrekken:
a) de aangiften van uitgaven en de ramingen van de financiële behoeften;
b) de jaarrekeningen, het jaarlijkse prestatieverslag, de jaarlijkse samenvatting van definitieve auditverslagen en van de uitgevoerde controles, en een beheersverklaring;
3° de Europese Commissie op haar verzoek via de Vlaamse cel van de Coördinerende Instantie en het Landbouwbureau op de hoogte te brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die voor de tenuitvoerlegging van de rechtshandelingen van de Unie inzake het gemeenschappelijke landbouwbeleid zijn vastgesteld, voor zover die besluiten financiële gevolgen voor het ELGF of het ELFPO hebben;
4° de toegankelijkheid te verzekeren van alle documenten en elektronische bestanden die nodig zijn voor de audits inzake de overeenstemming van de uitgaven met de communautaire voorschriften en de eventuele verificaties en inspecties door personeelsleden van de Europese Commissie;
5° de voortgangscontrole te verzekeren, met inbegrip van de onderhandeling en de eventuele uitvoering van financiële correcties, die moet worden verbonden aan de uitkomsten van de audits inzake de conformiteitsgoedkeuring van de uitgaven;
6° als taken aan andere instanties worden gedelegeerd of door een andere instantie worden verricht in het kader van haar reguliere taken op basis van nationale wetgeving, protocollen te sluiten met die instanties;7°
de begunstigden van het ELGF en het ELFPO bekend te maken conform Verordening (EU) 2021/2116.
Art.39. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft delegatie om het beheer en de administratieve controle van de uit te betalen uitvoerrestituties en de terugvordering van ten onterechte betaalde bedragen te verzekeren.
Art.40. De directeur van het Vlaams betaalorgaan heeft delegatie om gestelde zekerheden te aanvaarden, te annuleren, vrij te geven en te verbeuren.
HOOFDSTUK 5. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie
Art.41. Het afdelingshoofd van de afdeling Digitalisering en Organisatie heeft delegatie om op te treden als auditautoriteit voor het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij en Aquacultuur.
HOOFDSTUK 6. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen
Afdeling 1. - Delegatie inzake advisering over omgevingsdossiers
Art.42. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft delegatie om:
1° de adviezen over de aanvragen van een omgevingsvergunning, het voortzetten van de omgevingsvergunning op proef en het bijstellen van de omgevingsvergunning, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager of in het Omgevingsloket;
2° de adviezen over de beroepsdossiers die bij de aanvragen van een omgevingsvergunning, het voortzetten van de omgevingsvergunning op proef en het bijstellen van de omgevingsvergunning horen, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
3° de adviezen over de aanvragen van planologische attesten en over de ruimtelijke structuurplannen, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
4° de adviezen over een programma- en project-MER, een verzoek tot ontheffing project-MER, een omgevingsveiligheidsrapport en een ontwerp van milieubeleidsplan, op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
5° de adviezen over de startnota's, voorontwerpen van ruimtelijke uitvoeringsplannen, ontwerpen van planmilieueffectrapporten, verzoeken tot raadpleging plan-MER, ruimtelijke veiligheidsrapporten en ander verplicht voorgeschreven of gemaakte effectbeoordelingsrapporten, op te stellen, te ondertekenen in te dienen bij de adviesaanvrager;
6° opmerkingen en suggesties over projectstudies ter voorbereiding van een vergunningsaanvraag op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de bevoegde overheid en deel te nemen aan projectvergaderingen naar aanleiding hiervan;
7° het agentschap te vertegenwoordigen in de Provinciale en Gewestelijke Omgevingsvergunningscommissies;
8° het agentschap te vertegenwoordigen in de planteams in het kader van de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen;
9° de adviezen over de aanvragen van natuurbeheerplannen en natuurreservaten op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager;
10° de adviezen over de aanvragen van een stedenbouwkundig attest op te stellen, te ondertekenen en in te dienen bij de adviesaanvrager.
Afdeling 2. - Delegatie inzake handhaving
Art.43. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft inzake de toepassing van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid delegatie om de waarschuwing als vermeld in artikel 64, § 2 van het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid te geven.
Afdeling 3. - Delegatie inzake geïntegreerde gewasbescherming
Art.44. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2014 houdende de toepassing van geïntegreerde gewasbescherming door professionele gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen delegatie om:
1° gewas- of sectorspecifieke richtsnoeren op te stellen;
2° beslissingen te nemen over het aanvaarden van waarschuwingsdiensten.
Afdeling 4. - Delegatie inzake het landbouwmonitoringsnetwerk
Art.45. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft delegatie om namens het Vlaamse Gewest overeenkomsten over deelname aan het landbouwmonitoringsnetwerk met correspondenten te sluiten, te wijzigen en op te zeggen.
Art.46. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft delegatie om, in het kader van de uitvoering van de begroting en binnen de perken van de in de begroting vastgestelde kredieten, de opdrachten tot vastlegging en ordonnancering, de inkooporders en de facturen goed te keuren die betrekking hebben op het Fonds voor het Landbouwinformatienetwerk.
Afdeling 5. - Delegatie inzake visserij
Art.47. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft delegatie om de besluiten over aanvullende nationale quotamaatregelen rechtstreeks aan de minister, bevoegd voor de zeevisserij, voor te leggen.
Art.48. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, en voor de toepassing van de besluiten die uitvoering geven aan het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot de instelling van een visvergunning en houdende tijdelijke maatregelen voor de uitvoering van de communautaire regeling inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden, delegatie om:
1° visvergunningen uit te reiken;
1° te beslissen over de samenvoeging van motorvermogens;
3° een bijkomend motorvermogen toe te kennen;
4° te beslissen om een vissersvaartuig te laten opnemen in het kustvisserssegment;
5° te beslissen om de vangstrechtfactor aan te passen;
6° visvergunningen aan te passen;
7° visvergunningen uit te reiken en brutotonnenmaat toe te kennen;
8° te beslissen om vaartdagen te verminderen of in te ruilen;
9° visvergunningen in te trekken;
10° visvergunningen op vlak van toegewezen vangstmogelijkheden te verminderen in het volgende jaar.
Art.49. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2023 tot vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun vanuit FIVA en EFMZVA in aanmerking komen, delegatie om:
1° te beoordelen of de werkelijke en bewezen kosten van een project kunnen aanvaard worden;
2° te beoordelen bij opstartsteun voor jonge reders of een bedrijfsplan en financieel plan de leefbaarheid van de uitbating van een vissersvaartuig aantoont;
3° te beoordelen of een project of investeringen van algemeen belang zijn;
4° een aquacultuurconsulent, een adviesbureau of een auditbureau aan te wijzen in het kader van een steunaanvraag voor advies te verstrekken aan opstartende aquacultuurbedrijven en voorafgaand advies te verlenen aan potentiële ondernemers in de aquacultuursector, op technisch en op bedrijfseconomisch vlak;
5° te beoordelen bij een steunaanvraag voor een productie- en marketingplan of er rekening werd gehouden met de adviezen van overkoepelende organisaties van marktdeelnemers;
6° de strategie goed te keuren voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling vermeld in artikel 34, § 6 van het voormelde besluit;
7° de vastgelegde uitvoeringstermijn te verlengen waarin een project moet gerealiseerd worden;
8° te eisen dat een realistisch bedrijfsplan bij de steunaanvraag gevoegd wordt en dat de begunstigde de financiering van het project op basis van een realistisch financieel plan aantoont;
9° de termijn waarbinnen de laatste betalingsaanvraag moet ingediend worden, vast te leggen;
10° de steunaanvragen ingediend na afloop van een blokperiode of oproep te beoordelen op ontvankelijkheid en te rangschikken;
11° een beoordelingscomité van experten, een adviescommissie aquacultuur of een adviescommissie marien milieu op te richten voor de beoordeling van steunaanvragen;
12° een doelmatigheidsscore toe te kennen aan een steunaanvraag;
13° een maximumtermijn op te leggen waarbinnen een steunaanvrager zijn aanvraag kan vervolledigen.
Art.50. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 20 juni 2023 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2023 tot vaststelling van de werking en het beheer van het Financieringsinstrument voor de Vlaamse visserij- en aquacultuursector (FIVA) en de verrichtingen die voor steun vanuit FIVA en EFMZVA in aanmerking komen, delegatie om:
1° te beoordelen of de investeringen voor de verwerking van visserij- en aquacultuurproducten voldoen aan de steunvoorwaarden;
2° na raadpleging van het monitoringcomité, de intensiteit van de steun en het maximale steunbedrag op dossierniveau vast te leggen binnen de grenzen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juni 2023;
3° de eenheidskosten, vaste bedragen en vaste percentages vast te stellen conform artikel 15 van het voormelde ministerieel besluit van 20 juni 2023;
4° resultaatsindicatoren te bepalen per concrete actie waaraan na realisatie moet voldaan worden, hoe men hiervan een bewijs kan leveren, binnen welke termijn dit bewijs moet aangetoond worden en wat de gevolgen zijn als niet voldaan wordt aan de opgelegde resultaatsindicatoren.
Afdeling 6. - Delegatie inzake de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Art.51. Het afdelingshoofd van de afdeling Adviseren, Beleid, Creëren en Onderbouwen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2023 houdende maatregelen voor de verbetering van de productie en afzet van producten van de bijenteelt delegatie om:
1° te beslissen over de verlenging van de projectperiode;
2° te beslissen over de ontvankelijkheid van de steunaanvragen en de projectlijst;
3° de beoordelingscommissie voor de beoordeling van de ontvankelijke steunaanvragen samen te stellen;
4° de minimumscore vast te stellen.
HOOFDSTUK 7. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit
Afdeling 1. - Delegatie inzake rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid
Art.52. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 11 mei 2023 tot vaststelling van de verzamelaanvraag en de nadere regels voor de gemeenschappelijke identificatie van percelen, exploitaties en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en van het landbouwbeleid, voor wat de rechtstreekse betalingen betreft, delegatie om teelttoestemming voor de teelt van hennep te verlenen.
Art.53. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid delegatie om te beslissen over:
1° de aanvragen tot afwijking van de erosiebestrijdingsmaatregelen in het kader van educatieve demonstraties of wetenschappelijke proefnemingen;
2° de aanvragen tot afwijking van gewasrotatie in het kader van educatieve demonstraties of wetenschappelijke proefnemingen.
Afdeling 2. - Delegatie inzake plattelandsontwikkeling en ecoregelingen
Art.54. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2014 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieu- en klimaatmaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling voor de periode 2014-2020, het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de uitvoering van maatregelen met een gunstig effect op het milieu, het klimaat en de biodiversiteit, en het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot vaststelling van de voorschriften voor subsidies voor de aanplant en het onderhoud van boslandbouwsystemen, delegatie om te beslissen dat de verbintenis voor het jaar in kwestie helemaal niet of alleen gedeeltelijk hoeft te worden uitgevoerd in geval van overmacht of uitzonderlijke omstandigheden.
Afdeling 3. - Delegatie inzake de biologische productie
Art.55. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2021 over de biologische productie en de etikettering van biologische producten delegatie om:
1° beslissingen te nemen over ingediende dossiers van biologisch heterogeen materiaal;
2° een lijst van goedgekeurd biologisch heterogeen materiaal op te maken;
3° te beslissen om ondernemingen waarvan de bedrijfs-, handels- of een productnaam of de reclame misleidend is of kan zijn te verplichten om:
a) de etikettering en de begeleidende documenten of de reclame aan te passen door de zin "niet afkomstig van de biologische productiemethode" minstens even duidelijk leesbaar en in hetzelfde gezichtsveld als de bedrijfs-, handels- of productnaam te plaatsen;
b) de misleidende term in de etikettering, in de bedrijfs-, handels- of productnaam of in de reclame te verwijderen;
c) op een ondubbelzinnige manier aan de consument duidelijk te maken welke producten die onder het toepassingsgebied, vermeld in artikel 2 van verordening (EU) 2018/848, vallen, niet biologisch gecertificeerd zijn;
4° te beslissen over de correctieve acties die de controleorganen moeten uitvoeren en over de termijn waarin die uitgevoerd moeten worden;
5° een controleorgaan te horen in geval van voornemen om de erkenning te schorsen, op te heffen of in te trekken;
6° een controleorgaan of een exploitant of groep exploitanten te horen in een beroepsprocedure tegen een opgelegde maatregel;
7° te beslissen over een beroep ingediend door een exploitant of groep exploitanten tegen een opgelegde maatregel;
8° procedures vaststellen om ervoor te zorgen dat informatie over de resultaten van de controles wordt meegedeeld aan het betaalorgaan;
9° procedures vaststellen om de uitwisseling van informatie mogelijk te maken tussen de bevoegde entiteit en de controleorganen en tussen de controleorganen onderling;
10° een laboratorium of een referentielaboratorium te horen in geval van voornemen om de aanwijzing op te heffen of in te trekken;
11° te beslissen of zendingen voldoen aan de regels over de biologische productie en etikettering van biologische producten.
Art.56. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 8 november 2021 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 oktober 2021 over de biologische productie en de etikettering van biologische producten de delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de verkorte omschakeling;
2° beslissingen te nemen over de verlenging van de omschakelingsperiode;
3° een nieuwe omschakelingsperiode op te leggen;
4° beslissingen te nemen over de ingekorte omschakeling;
5° beslissingen te nemen over het gebruik van niet-biologische ingrediënten van agrarische oorsprong voor de productie van verwerkte biologische levensmiddelen;
6° beslissingen te nemen over het binnenbrengen van niet-biologisch gefokt pluimvee in een biologische productie-eenheid;
7° beslissingen te nemen over het binnenbrengen van niet-biologische dieren in een biologische productie-eenheid;
8° beslissingen te nemen over het verhogen van de percentages van niet-biologische dieren die op een biologisch bedrijf worden binnengebracht;
9° beslissingen te nemen over het aanbinden van dieren;
10° beslissingen te nemen over een ingreep als vermeld in punt 1.7.8 van deel II van bijlage II bij verordening (EU) 2018/848 en over de duur van de toestemming;
11° de scheiding vast te leggen tussen de biologische en niet-biologische productie-eenheden;
12° beslissingen te nemen over het binnenbrengen in een bedrijf van in het wild gevangen of niet-biologische aquacultuurdieren;
13° beslissingen te nemen over het gebruiken van niet-biologische juvenielen;
14° beslissingen te nemen over het gebruik van natriumnitriet of kaliumnitraat en over de duur van de toestemming;
15° in geval van rampzalige omstandigheden afwijkingen op de productievoorschriften toe te staan;
16° in te stemmen met het gebruik van niet-biologisch plantaardig teeltmateriaal voor gebruik in onderzoek, voor tests in kleinschalige veldproeven, voor de instandhouding van het ras of voor productinnovatie;
17° beslissingen te nemen over het gebruik van niet-biologisch plantaardig teeltmateriaal door de exploitant die plantaardig teeltmateriaal voor gebruik in de biologische productie produceert.
Afdeling 4. - Delegatie inzake bedrijfsadvisering in de biologische productie
Art.57. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 houdende de subsidiëring van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw delegatie om:
1° toestemming te verlenen om af te wijken van de kennisgevingstermijn van bedrijfsbezoeken;
2° een voorstel over de erkenning van een centrum en een bedrijfsadviseur te doen aan de minister;
3° het centrum en de bedrijfsadviseur te horen bij een mogelijke opheffing van hun erkenning.
Art.58. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 22 november 2013 betreffende de voorwaarden tot het subsidiëren van bedrijfsadvisering in de biologische landbouw delegatie om te beslissen over de toekenning van subsidies voor bedrijfsadvisering in de biologische landbouw.
Afdeling 5. - Delegatie inzake plantaardig teeltmateriaal en plantengezondheid
Art.59. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art.60. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal delegatie om:
1° een technisch controlereglement voor te stellen aan de minister;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art.61. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken delegatie om:
1° een technisch controlereglement voor te stellen aan de minister;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art.62. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad, delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de erkenningen;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
3° passende maatregelen te nemen en in te trekken;
4° communicatie te voeren met de Europese Commissie en de andere lidstaten en gewesten;
5° instemming te verlenen met het controlereglement als de technische controle gedelegeerd wordt.
Art.63. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art.64. Het afdelingshoofd van afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art.65. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art.66. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van zaden tot de handel.
Art.67. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006 betreffende de loontriage van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen die bestemd zijn om te worden ingezaaid, delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de erkenning van loontrieerders en de toekenning van het registratienummer;
2° loontrieerders die erkend zijn door andere instanties, te registeren;
3° een model voor de aanvraag van de erkenning en een model van het begeleidende document op te stellen;
4° documentnummers en zelfklevende etiketten toe te kennen.
Art.68. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen delegatie om:
1° een keurings- en certificeringsreglement voor te stellen aan de minister;
2° erkenningen te verlenen;
3° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
4° beslissingen te nemen over het toelaten van pootgoed tot de handel.
Art.69. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 september 2008 betreffende de toelating van de rassen van landbouwgewassen en groentegewassen tot en het behoud ervan op de rassenlijsten van landbouwgewassen en groentegewassen delegatie om:
1° de rassenlijsten officieel bekend te maken;
2° alle kennisgevingen te doen met betrekking tot de rassenlijsten;
3° het Comité voor het beheer van de rassenlijsten voor landbouwgewassen en groentegewassen voor te zitten.
Art.70. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 januari 2010 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt, delegatie om:
1° machtigingen te verlenen of maatregelen te nemen om teeltmateriaal en fruitgewassen tot de handel toe te laten;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
3° passende maatregelen te nemen;
4° beslissingen te nemen over de gelijkwaardigheid van teelmateriaal en fruitgewassen die in derde landen geproduceerd zijn;
5° taken aan derden te delegeren en de Europe Commissie daarvan op de hoogte te brengen.
Art.71. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2010 houdende de vaststelling van algemene maatregelen voor de co-existentie van genetisch gemodificeerde gewassen met conventionele gewassen en biologische gewassen delegatie om:
1° de wijziging te verifiëren en de opdracht te geven tot terugbetaling van het betaalde bedrag;
2° een elektronisch register van de teelt van genetisch gemodificeerde gewassen bij te houden.
Art.72. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 december 2010 betreffende de certificering van hop en hopproducten delegatie om:
1° certificeringscentra te erkennen;
2° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art.73. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2018 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen, delegatie om:
1° officiële examens en bijscholingen te organiseren voor het personeel van de controleorganen voor wat betreft de erkenning van controleorganen;
2° het algemene controlereglement siergewassen op te maken;
3° instructies op te leggen aan het controleorgaan wat betreft het voorleggen van de lijst van de gecontroleerde leveranciers met de resultaten van de uitgevoerde controles;
4° toezicht uit te oefenen op de controleorganen en hen eventuele correctieve maatregelen op te leggen en de termijn en laatste uitvoertermijn te bepalen waarin deze door de controleorganen uitgevoerd moeten worden;
5° te oordelen dat leveranciers die reeds uit hoofde van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005 zijn geregistreerd, voor dit besluit zijn geregistreerd;
6° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
7° maatregelen aan de leverancier op te stellen als een organisme wordt aangetroffen dat is opgenomen in de kwaliteitsvoorschriften;
8° ten aanzien van de leverancier passende maatregelen te nemen en in te trekken;
9° passende corrigerende maatregelen te nemen en als dat niet mogelijk is, teeltmateriaal te verbieden in de handel te brengen in de Europese Unie.
Art.74. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal en plantgoed van groenten, met uitzondering van zaad, moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, en van de erkenning van de laboratoria delegatie om:
1° technische reglementen voor de kwaliteitscontrole op te stellen;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen van laboratoria;
3° een overeenkomst te sluiten met de referentielaboratoria voor het bepalen van de opsporingsmethoden en methoden van monstername, en om aanvragen voor vergelijkende ontledingen te doen bij de referentielaboratoria;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art.75. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal delegatie om:
1° passende instructies op te maken;
2° het model van de documenten en de vormen van informatieoverdracht aan te passen;
3° beslissingen te nemen over erkenningen;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° tussen te komen als het teeltmateriaal bestemd is voor derde landen, en een basiscertificaat op te maken en af te leveren voor bosbouwkundig teeltmateriaal uit derde landen.
Art.76. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 2 juni 2009 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen in de landbouw die zich op natuurlijke wijze hebben aangepast aan de lokale en regionale omstandigheden en die door genetische erosie worden bedreigd, en voor het in de handel brengen van zaaizaad en pootaardappelen van die landrassen en rassen delegatie om:
1° afwijkingen toe te staan voor de benamingen van de instandhoudingsrassen;
2° het aangewezen gebied mee te delen aan de Europese Commissie;
3° de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen van de aanvullende gebieden die hij voor zaadteelt wil goedkeuren, en de aanvullende zaadteeltgebieden die hij gemeld heeft, goed te keuren en na de goedkeuring opnieuw de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° hoeveelheden zaaizaad toe te wijzen aan elke betrokken producent dat in de handel gebracht mag worden;
6° verslag uit te brengen aan de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten;
7° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de erkende organisaties.
Art.77. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 20 januari 2010 tot vaststelling van de procedures voor de rassenlijsten van landbouw- en groentegewassen delegatie om:
1° per gewas de termijnen bepalen, als vermeld in artikel 2, vijfde lid, van hetzelfde besluit;
2° gegevens bekend te maken.
Art.78. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement van zaaizaden van landbouw- en groentegewassen delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de erkenning en de intrekking van de erkenning van repelaars-stockeerders, handelaars-bereiders in zaaizaden, bereiders van mengsels, verdelers van zaaizaad in kleine verpakkingen, en verantwoordelijken voor standaardzaad;
2° nadere instructies te geven aan repelaars-stockeerders, handelaars-bereiders van zaaizaden, bereiders van mengsels, verdelers van zaaizaad in kleine verpakkingen, verantwoordelijken voor de productie van standaardzaad, en eigenaars van een zaadpartij die onder dekking van OESO-certificaten is ingevoerd;
3° de hoeveelheden bekend te maken waarvoor per ras in de procedure van inschrijving voor opname in een rassenlijst toestemming wordt gegeven om in de handel te brengen;
4° het gebruik op het gehele grondgebied van het Vlaamse Gewest of een deel daarvan verbieden van een ras in procedure van inschrijving voor opname op een nationale rassenlijst van een andere lidstaat, waarvoor die lidstaat toestemming heeft gegeven om te gebruiken in het Vlaamse Gewest, of passende voorwaarden bepalen voor de teelt van het ras en voor het gebruik van de producten uit die teelt;
5° toestemming te verlenen aan een kweker of zijn mandataris om een ras in de procedure van inschrijving voor opname in een rassenlijst in de handel te brengen om van het gebruik van het ras gegevens te verzamelen in het Vlaams Gewest, in een ander gewest of in een andere lidstaat;
6° beslissingen te nemen over de erkenning van bedrijfskeurmeesters voor de veldkeuring, bedrijfsstaalnemers voor automatische en manuele zaadbemonstering onder officieel toezicht, bedrijfslaboratoria van handelaar-bereiders voor zaadontledingen onder officieel toezicht, bedrijfslaboratoriumverantwoordelijken en bedrijfszaadanalisten;
7° officiële examens en studiedagen te organiseren;
8° een akkoord te sluiten met het zaadbedrijf en degene die de keuring heeft aangevraagd voor de percelen waarop de veldkeuringen uitgevoerd moeten worden;
9° opdracht te geven om een controleveld aan te leggen;
10° een vermeerderingsperceelnummer toe te kennen;
11° het gedeelte controlekeuringen, dat minimaal 5% bedraagt, vast te stellen op het totaal aan onder officieel toezicht uitgevoerde veldkeuringen;
12° de richtlijnen uit te schrijven waaraan erkende bedrijfslaboratoria moeten aan voldoen;
13° een audit uit te voeren ter controle van de staalname onder officieel toezicht en de zaadontleding onder officieel toezicht;
14° beslissingen te nemen over de erkenning van een controleveld onder officieel toezicht;
15° het officieel te aanvaarden van de uitslagen van controlevelden uit andere lidstaten;
16° afwijkingen van indieningsdata en -termijnen toe te staan;
17° beslissingen te nemen in verband met officiële certificaten;
18° een einde te maken aan een verbintenis in geval van herhaalde overtreding;
19° voor sommige soorten aanwijzingen te geven voor de vermeerderingscontracten;
20° nadere instructies te geven over de uitvoering van de nieuwe sluiting;
21° het formaat van certificaten vast te leggen;22°
kenmerken van vezelvlas te bepalen;
23° afwijkingen toe te staan op de uiterste datum waarop strovlas moet opgeraapt zijn op basis van de weersomstandigheden;
24° aanduidingen te geven over het magazijnboek van de repelaar-stockeerder.
Art.79. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 2 december 2010 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor de toelating van landrassen en rassen van groenten die van oudsher op bepaalde plaatsen en in bepaalde gebieden worden gekweekt en die door genetische erosie worden bedreigd, en van groenterassen die geen intrinsieke waarde hebben voor de commerciële productie van gewassen, maar die ontwikkeld zijn voor teelt onder bijzondere omstandigheden, en voor het in de handel brengen van zaaizaad van die landrassen en rassen delegatie om:
1° afwijkingen toe te staan voor de benaming van de instandhoudingsrassen en voor de voor teelt onder bijzondere omstandigheden ontwikkelde rassen;
2° het aangewezen gebied van oorsprong mee te delen aan de Europese Commissie;
3° de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen van de aanvullende gebieden die hij voor zaadteelt wil goedkeuren, en de aanvullende zaadteeltgebieden die hij gemeld heeft, goed te keuren en na de goedkeuring opnieuw de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten op de hoogte te brengen;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° hoeveelheden zaaizaad toe te wijzen aan elke betrokken producent dat in de handel gebracht mag worden;
6° verslag uit te brengen aan de Europese Commissie, de andere lidstaten en de gewesten;
7° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de erkende organisaties.
Art.80. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 20 oktober 2011 tot vaststelling van bepaalde afwijkingen voor het in de handel brengen van zaaizaadmengsels van groenvoedergewassen die bestemd zijn voor gebruik bij het behoud van de natuurlijke omgeving, delegatie om:
1° vergunningen te verlenen voor het in de handel brengen van instandhoudingsmengsels;
2° de regio van oorsprong van de instandhoudingsmengsels vast te stellen;
3° de hoeveelheid instandhoudingmengsels toe te wijzen aan elke betrokken producent die in de handel gebracht mag worden;
4° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten van de Europese Unie en op het in de handel brengen op de nationale markten;
5° verslag uit te brengen aan de Europese Commissie en aan de andere lidstaten en gewesten;
6° de Europese Commissie op de hoogte te brengen van de erkende organisaties.
Art.81. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 8 juli 2016 betreffende de voorschriften voor het etiketteren, plomberen en verpakken van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsook van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt delegatie om keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten en op het in de handel brengen op de nationale markten.
Art.82. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 25 juli 2016 betreffende de registratie van leveranciers en van rassen delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de opname en het schrappen van natuurlijke of rechtspersonen uit het leveranciersregister;
2° een rassenregister bij te houden en bekend te maken;
3° beslissingen te nemen over de opname of het schrappen van rassen in het rassenregister;
4° opdracht te geven om een ras te laten onderzoeken;
5° beslissingen te nemen over de verlenging van de registratie van een ras.
Art.83. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 25 augustus 2016 betreffende de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de voorschriften voor fruitgewassen, de specifieke voorschriften waaraan leveranciers moeten voldoen, en de nadere voorschriften voor officiële inspecties delegatie om:
1° keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten en op het in de handel brengen op de nationale markten;
2° beslissingen te nemen over de meest geschikte periode waarin de vruchtdragende planten visueel geïnspecteerd worden;
3° beslissingen te nemen over de erkenning van laboratoria;
4° de risico's op basis van de officiële inspecties te bepalen.
Art.84. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 23 februari 2018 tot vaststelling van de schema's met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal van siergewassen moet voldoen, van de voorschriften voor het door de leverancier op te maken etiket of ander document en van de aanvullende uitvoeringsbepalingen voor de door de leverancier bij te houden lijsten van siergewassen, delegatie om:
1° de keurings- en certificeringsactiviteiten uit te voeren die van toepassing zijn op de handel tussen de lidstaten en op het in de handel brengen op de nationale markten;
2° het registratienummer van de leverancier toe te kennen.
Art.85. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen delegatie om:
1° officiële laboratoria te erkennen;
2° beslissingen te nemen over de erkenningen;
3° toestemming te geven om partijen van rassen waarvoor de procedure van inschrijving tot opname in de nationale rassenlijst van landbouwgewassen loopt, in de handel te brengen.
Art.86. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2022 tot uitvoering van de Europese plantengezondheidsregels voor het plantaardige teeltmateriaal, delegatie om:
1° beslissingen te nemen in verband met de registraties;
2° beslissingen te nemen in verband met de erkenning van geregistreerde marktdeelnemers;
3° beslissingen te nemen in verband met de erkenning voor de afgifte van plantenpaspoorten;
4° de aanwijzing, (het voornemen van de) opheffing of intrekking als officiële laboratoria mee te delen aan de aanvrager;
5° audits van de officiële laboratoria organiseren en kan naar aanleiding van de resultaten van die audits corrigerende maatregelen opleggen en termijnen waarin die corrigerende maatregelen uitgevoerd moeten worden;
6° het controleorgaan op te roepen om zich te verantwoorden als het de correctieve acties niet of niet binnen de opgelegde termijn uitvoert;
7° een ontvangstbevestiging te bezorgen aan de controleorganen;
8° een lijst van erkende controleorganen bekend te maken op de website van het agentschap;
9° toezicht te houden op de controleorganen en eventuele tekortkomingen of punten die vatbaar zijn voor verbetering mee te delen aan de controleorganen;
10° correctieve acties op te leggen aan controleorganen, evenals de termijn waarbinnen deze moeten worden uitgevoerd;
11° beslissingen te nemen in verband met de geldigheid van de plantenpaspoorten in geval van opheffing of intrekking van de erkenning van het controleorgaan en de communicatie hierover;
12° een lastenboek vaststellen aan de hand waarvan de officiële controles en andere officiële activiteiten moeten worden uitgevoerd;
13° de communicatie te voeren bij wijziging van controleorgaan in verband met de corrigerende maatregelen opgelegd aan het vorige controleorgaan;
14° bijkomende passende maatregelen met fytosanitair doel op te leggen of te nemen;
15° zelf de plantenpaspoorten uit te reiken voor de gereglementeerde niet-quarantaineorganismen als dat plantenpaspoort gecombineerd wordt met een certificeringsetiket conform artikel 83, lid 5, en bijlage VII, deel C en D, van verordening (EU) 2016/2031 en het grondig onderzoek dat hieraan voorafgaat;
16° om bij invoer in de aangewezen grenscontroleposten, inspectiecentra en controlepunten documentencontroles, overeenstemmingscontroles en materiële controles uit te voeren, vermeld in artikel 49 van de verordening officiële controles;
17° afwijkingen te verlenen waarbij de geregistreerde marktdeelnemer aan de bevoegde entiteit geen kopie van de relevante geldende reglementering van het derde land van invoer moet bezorgen;
18° voor de afgifte van het fytosanitaire certificaat voor uitvoer uit de Europese Unie en het fytosanitaire certificaat voor wederuitvoer voor de gereglementeerde niet-quarantaineorganismen en de kwaliteitsorganismen te zorgen als na onderzoek is gebleken dat aan alle voorwaarden, vermeld in respectievelijk artikel 100 en 101 van verordening (EU) 2016/2031, is voldaan;
19° de uitvoer van plantaardig teeltmateriaal te ondersteunen door voor welbepaalde perioden risicogebaseerde onderzoeken uit te voeren om na te gaan of bepaalde gereglementeerde niet-quarantaineorganismen of andere kwaliteitsorganismen aanwezig zijn op het grondgebied van het Vlaamse Gewest;
21° het pre-uitvoercertificaat voor de gereglementeerde niet-quarantaineorganismen en kwaliteitsorganismen af te leveren op verzoek van een geregistreerde marktdeelnemer zolang het plantaardige teeltmateriaal in kwestie zich in de bedrijfsruimten van de betrokken geregistreerde marktdeelnemer bevindt;
22° de controle uit te voeren op de productie en de handel van het plantaardige teeltmateriaal;
23° te verbieden dat plantaardig teeltmateriaal in de handel wordt gebracht nadat corrigerende maatregelen niet uitgevoerd werden of niet het gewenste resultaat opleverden of als een andere inbreuk werd gepleegd.
Afdeling 6. - Delegatie inzake kwaliteit dier
Art.87. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het Fokkerijbesluit van 17 mei 2019 delegatie om:
1° om bijkomende informatie verzoeken met betrekking tot het toezicht op de verenigingen die erkend zijn conform artikel 4 van verordening (EU) nr. 2016/1012 en artikel 11, 25 en 30 van het Fokkerijbesluit;
2° de fokprogramma's te beoordelen en goed te keuren en te reageren binnen 90 dagen na kennisgeving van wijzigingen aan reeds goedgekeurde fokprogramma's;
3° coördinerende taken van een vereniging goed te keuren en te reageren binnen 90 dagen na kennisgeving van wijzigingen aan reeds goedgekeurde coördinerende taken;
4° een model van document, vermeld in artikel 45, derde lid, van hetzelfde besluit, vast te leggen;
5° de vorm en formulering van de gegevens vermeld in artikel 47, eerste lid, van hetzelfde besluit, vast te leggen;
6° andere lidstaten en het publiek van elke voorgenomen wedstrijd van paardachtigen en de redenen daarvoor op de hoogte brengen;
7° het bekendmaken van genomen beslissingen van de bevoegde autoriteit aan de betrokken actoren.
Art.88. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte runderen en van geslachte varkens delegatie om:
1° externe erkende classificeerders en onafhankelijke indelingsbureaus aan te wijzen;
2° het formaat, de vorm en de codes van gegevens te bepalen en goed te keuren;
3° de procedure voor het meedelen van gegevens aan producenten goed te keuren;
4° een voorlopige erkenning te verlenen aan classificeerders;
5° de elementen van de rapportering van een erkende classificeerder vast te stellen;
6° de certificeringsproef uit te voeren;
7° de conformiteit en betrouwbaarheid van de geïnstalleerde erkende indelingsmethode te testen, op basis daarvan te beslissen over de betrouwbaarheid en conformiteit van de geïnstalleerde erkende indelingsmethode en de beslissing mee te delen;
8° de testprocedure uit te voeren;
9° akkoord te verlenen aan de IVB voor het bezorgen van overzichten van de kwaliteitsklassen;
10° de procedures voor de activiteiten van IVB goed te keuren;
11° de procedure voor de vorming, de begeleiding, de evaluatie en de beoordeling van de controleurs, en de procedures voor het verrichten van vaststellingen door de IVB goed te keuren;
12° de uitvoering van de activiteiten door de CBKc en de IVB te evalueren;
13° de overeenkomsten tussen de inrichtingen en de CBKc, respectievelijk de IVB, en iedere wijziging daaraan, te beoordelen, goed te keuren en de beslissing mee te delen;
14° de CBKc te belasten met de opmaak van een evaluatierapport van een erkende classificeerder over een andere periode;
15° de CBKc te belasten met bijkomende vormingen, adviesverlening en bijstand;
16° het aanvraagdossier voor de erkenning van een indelingsmethode te beoordelen en de beslissing mee te delen;
17° de kalibratie van het indelingstoestel en de software die gebruikt wordt bij de indelingsmethode, en iedere wijziging daaraan, te beoordelen, goed te keuren en de beslissing mee te delen;
18° het rapport op te stellen over de erkenning van een indelingsmethode;
19° het bekendmaken van genomen beslissingen van de bevoegde autoriteit aan de betrokken actoren, inrichtingen, CBKc en IVB.
Art.89. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 23 december 2015 tot uitvoering van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2013 houdende vaststelling en organisatie van de indeling van geslachte runderen en van geslachte varkens delegatie om aanvullende voorwaarden van het indelingssysteem en de testprocedure te bepalen.
Afdeling 7. - Delegatie inzake kwaliteitslabels
Art.90. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2022 over de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen, en de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen delegatie om:
1° de aanvragen tot registratie van geografische aanduidingen, oorsprongsbenamingen en gegarandeerde traditionele specialiteiten en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
2° de bezwaren die zijn ingediend bij het agentschap tegen een registratieaanvraag, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
3° de aanvragen tot wijziging op Unieniveau en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
4° de bezwaren die zijn ingediend bij het agentschap tegen een wijziging op Unieniveau, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
5° de goedgekeurde standaardwijzigingen en tijdelijke wijzigingen mee te delen aan de Europese Commissie;
6° de aanvragen tot annulering en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
7° de bezwaren die zijn ingediend bij het agentschap tegen een aanvraag tot annulering, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
8° de controles op de naleving van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2022 over de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen, en de gegarandeerde traditionele specialiteiten voor landbouwproducten en levensmiddelen uit te voeren;
9° de producent te verbieden om de beschermde oorsprongsbenaming of de beschermde geografische aanduiding, of de gegarandeerde traditionele specialiteit te gebruiken, zolang niet voldaan is aan de bepalingen van het goedgekeurde productdossier.
Art.91. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2022 over de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken delegatie om:
1° de registratieaanvragen en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
2° de aankondigingen van een bezwaar, die zijn ingediend bij het agentschap tegen een registratieaanvraag, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
3° de aanvragen tot wijziging op Unieniveau en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
4° de aankondigingen van bezwaar, die zijn ingediend bij het agentschap tegen een wijziging op Unieniveau, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
5° de goedgekeurde standaardwijzigingen en tijdelijke wijzigingen mee te delen aan de Europese Commissie;
6° de aanvragen tot annulering en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
7° de aankondigingen van bezwaar, die zijn ingediend bij het agentschap tegen een aanvraag tot annulering, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
8° de controles op de naleving van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2022 over de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken uit te voeren;
9° de producent te verbieden om de beschermde geografische aanduiding te gebruiken, zolang niet voldaan is aan de bepalingen van het goedgekeurde productdossier.
Art.92. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2022 over de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van wijnbouwproducten delegatie om:
1° de beschermingsaanvragen en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
2° de bezwaren die zijn ingediend bij het agentschap tegen een beschermingsaanvraag, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
3° de aanvragen tot wijziging op Unieniveau en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
4° de bezwaren die zijn ingediend bij het agentschap tegen een wijziging op Unieniveau, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
5° de goedgekeurde standaardwijzigingen en tijdelijke wijzigingen mee te delen aan de Europese Commissie;
6° de aanvragen tot annulering en de bezwaren die zijn ingediend tijdens de nationale bezwaarperiode, in te dienen bij de Europese Commissie;
7° )de bezwaren die zijn ingediend bij het agentschap tegen een aanvraag tot annulering, die door de Europese Commissie bekendgemaakt is, over te maken aan de Europese Commissie;
8° de controles op de naleving van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2022 over de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van wijnbouwproducten uit te voeren;
9° de producent te verbieden om de beschermde oorsprongsbenaming of de beschermde geografische aanduiding te gebruiken, zolang niet voldaan is aan de bepalingen van het goedgekeurde productdossier.
Afdeling 8. - Delegatie inzake handelsnormen voor consumptie-eieren
Art.93. Het afdelingshoofd van de afdeling Landbouwsteun en Productkwaliteit heeft voor het besluit van de Vlaamse Regering van 6 mei 2022 over de handelsnormen voor consumptie-eieren en tot invoering van een erkenningsplicht voor leghennenbedrijven en een registratieplicht voor pakstations delegatie om:
1° de controles op de naleving van het voormelde besluit uit te voeren;
2° te verbieden om, indien naar aanleiding van een controle wordt vastgesteld dat een of meer van de verplichtingen, vermeld in artikel 9 tot en met 11 van het voormelde besluit, niet worden nageleefd, een volledige partij, waartoe de controleerde eieren behoren, in de handel te brengen of in te voeren als die partij afkomstig is uit een derde land en niet bewezen is dat die partij voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 9 tot en met 11 van hetzelfde besluit.
HOOFDSTUK 8. - Delegatie aan het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen
Afdeling 1. - Delegatie inzake VLIF
Art.94. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft inzake VLIF-steun voor dossiers die zijn ingediend tot en met 31 december 2022 delegatie om:
1° beslissingen te nemen over de toekenning van VLIF-steun tot een verbintenis van 75.000 euro per dossier, met uitzondering van dossiers voor afzetcoöperaties en dossiers waarbij overheidswaarborg wordt toegekend;
2° de steunaanvragen te beoordelen en te rangschikken;
3° alle beslissingen tot toekenning van VLIF-steun te herzien als de nieuwe totale toegekende steun niet meer bedraagt dan 75.000 euro en als de toegekende waarborg niet stijgt;
4° alle beslissingen te nemen die noodzakelijk zijn in het kader van de voortgangscontrole van de VLIF-dossiers;
5° beslissingen te nemen over de onderhandse verkoop van onroerende goederen die als zekerheid zijn ingebracht voor kredieten met VLIF-waarborg, waarbij de prijs niet lager mag zijn dan de schatting door het Comité tot Aankoop van Onroerende Goederen;
6° goedkeuring te verlenen voor een gespreide terugbetaling van de teruggevorderde steun, met een maximum van 50.000 euro tot uiterlijk zestig maanden na de terugvorderingsdatum;
7° goedkeuring te verlenen voor de uitbetaling van verwijlinteresten op de VLIF-waarborg, uitbetalingen waarvoor de initiële afrekening al eerder is goedgekeurd door de minister.
Art.95. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 over steun voor productieve investeringen en opstartverrichtingen in de landbouw delegatie om:
1° per categorie te bepalen welke investeringen in aanmerking komen voor steun;
2° de eerste en laatste dag van elke blokperiode te bepalen;
3° beslissingen te nemen over de eenheidskosten voor investeringen;
4° beslissingen te nemen over het scoren van de aanvragen, het vaststellen van de rangschikking, de minimumscore en de selectiedrempel;
5° beslissingen te nemen over welke steunaanvragen in aanmerking komen voor steun;
6° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en het toekennen van steun.
Art.96. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 over steun aan niet-productieve investeringen voor milieu- en klimaatdoelen delegatie om:
1° te bepalen welke types investeringen in aanmerking komen voor steun;
2° de eerste en laatste dag van elke blokperiode te bepalen;
3° beslissingen te nemen over welke vergunningen een gelijkwaardige verantwoording bieden;
4° beslissingen te nemen over de elementen van en de vormelijke regels voor het technisch verantwoordingsadvies;
5° beslissingen te nemen over het te gebruiken plantgoed voor een haag, heg, houtkant, bomenrij, landschappelijke integratie of gevelbegroeiing;
6° beslissingen te nemen over bijkomende technische voorwaarden per investering;
7° beslissingen te nemen over de eenheidskosten voor investeringen;
8° beslissingen te nemen over het scoren van de aanvragen, het vaststellen van de rangschikking;
9° beslissingen te nemen over welke investeringen in aanmerking komen voor steun;
10° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en het toekennen van steun.
Art.97. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 over steun voor innovatieve investeringen in de landbouw delegatie om:
1° de ontvankelijkheid van steunaanvragen te beoordelen;
2° de beoordelingscommissie voor de beoordeling van de ontvankelijke steunaanvragen samen te stellen;
3° beslissingen te nemen over de wijziging van goedgekeurde projecten, in zover de wijziging geen betrekking heeft op meer dan 10% van het totale budget;
4° beslissingen te nemen over de verlenging van de indieningstermijn van betalingsaanvragen;
5° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en de uitbetaling van de steun.
Art.98. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023 over de steun voor de opstart van of de omschakeling naar een toekomstgerichte duurzame ondernemingsstrategie op een landbouwbedrijf delegatie om:
1° de eerste en de laatste dag van elke blokperiode te bepalen;
2° beslissingen te nemen over het ter beschikking te stellen opstart- of overnameplan;
3° beslissingen te nemen over het scoren van de aanvragen, het vaststellen van de rangschikking, de totale minimumscore, de minimumscores per selectiecriterium en de selectiedrempel;
4° beslissingen te nemen over wijzigingen van opstart- en omschakelingsplannen;
5° beslissingen te nemen over welke steunaanvragen in aanmerking komen voor steun;
6° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en het toekennen van steun.
Art.99. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023 over steun voor investeringen voor duurzame verwerking en afzet van landbouwproducten delegatie om:
1° de ontvankelijkheid van steunaanvragen te beoordelen;
2° de beoordelingscommissie voor de beoordeling van de ontvankelijke steunaanvragen samen te stellen;
3° beslissingen te nemen over de wijziging van goedgekeurde projecten, in zover de wijziging geen betrekking heeft op meer dan 10% van het totale budget;
4° beslissingen te nemen over de verlenging van de indieningstermijn van betalingsaanvragen;
5° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en de uitbetaling van de steun.
Afdeling 2. - Delegatie inzake de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten
Art.100. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft inzake de toepassing van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten delegatie om:
1° in te staan voor de mededelingen aan de Europese Commissie via het Landbouwbureau;
2° te onderzoeken of de aanvragen tot erkenning van een producentenorganisatie, een brancheorganisatie of een unie van producentenorganisaties ontvankelijk zijn en deze aanvragen voor te leggen aan de minister.
Art.101. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 november 2022 over de gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector groenten en fruit delegatie om:
1° het gebruik van eigen middelen van de producentenorganisatie en van gedifferentieerde bijdragen van de telers voor de samenstelling van het actiefonds toe te staan;
2° de uitbesteding van de kerntaken toe te staan;
3° de uitbesteding van de uitvoering van acties uit het operationele programma aan leden van de producentenorganisatie toe te staan;
4° de termijn te verlengen voor het indienen van de wijze van financiering van het actiefonds, de geraamde bedragen van het actiefonds en het operationeel programma;
5° de voorwaarden te bepalen voor de betaling uit het actiefonds van de uit de markt genomen producten, groen geoogste of niet-geoogste producten.
Art.102. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2017 betreffende de ondersteuning van de verstrekking van groenten, fruit en melk aan leerlingen in onderwijsinstellingen delegatie om :
1° erkenningsaanvragen van onderwijsinstellingen te beoordelen en onderwijsinstellingen te erkennen;
2° steun toe te kennen;
3° erkenningsaanvragen van andere steunaanvragers te beoordelen en andere steunaanvragers te erkennen.
Art.103. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 juli 2023 houdende maatregelen voor de verbetering van de productie en afzet van producten van de bijenteelt delegatie om beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en de uitbetaling van de steun.
Afdeling 3. - Delegatie inzake naschoolse vorming
Art.104. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector delegatie om:
1° de ingediende vormingsactiviteiten te beoordelen en te rangschikken;
2° binnen de door de minister, bevoegd voor de land- en tuinbouwvorming, jaarlijks goedgekeurde jaarprogramma's te beslissen over de toekenning van de subsidies naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;
3° een voorstel over de erkenning van een centrum te verlenen aan de minister, bevoegd voor de land- en tuinbouwvorming;
4° getuigschriften te viseren;
5° installatieproeven te organiseren;
6° te beslissen over de door de centra voorgestelde systemen om de vormingsactiviteiten vanaf afstand via het internet aan te bieden.
Art.105. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 26 november 2007 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector delegatie om:
1° te beslissen over de validatie van de aanvullende opleiding fyto;
2° te beslissen over de principiële goedkeuring van de vormingsactiviteiten.
Afdeling 4. - Delegatie inzake steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector
Art.106. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023 tot toekenning van steun voor de uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector delegatie om:
1° in het kader van subsidies via een kennisportefeuille:
a) te beslissen over het toestaan aan een vormingscentrum van een afwijking van de voorwaarde, vermeld in artikel 6, eerste lid, 5°, van het voormelde besluit;
b) te beslissen over het goedkeuren van advies- en vormingsvoorstellen;
c) te beslissen over de toekenning van een subsidie aan actieve landbouwers voor vorming of advies;
2° in het kader van subsidies via een vormingsprogramma:
a) te beslissen over het toestaan van een afwijking van de voorwaarde, vermeld in artikel 47, eerste lid, 5°, van het voormelde besluit;
b) deelnemerslijsten van de aanvullende opleidingen over de fytolicentie te valideren;
c) te beslissen inzake ontvankelijkheid vormingsplannen;
d) de beoordelingscommissie voor de beoordeling van vormingsplannen samen te stellen;
e) te beslissen over het toevoegen van een stagebedrijf in de loop van het jaar op de lijst van vaste stagebedrijven;
3° in het kader van installatieproeven en fytolicentieproeven:
a) een huishoudelijk reglement op te stellen over de praktische organisatie van de schriftelijke cursustest;
b) de jury bij installatieproeven samen te stellen;
4° in het kader van een waarnemings- en waarschuwingsdienst:
a) de ontvankelijkheid van steunaanvragen te beoordelen;
b) de beoordelingscommissie voor de beoordeling van de ontvankelijke steunaanvragen samen te stellen;
c) beslissingen te nemen over de wijziging van goedgekeurde projecten, in zover de wijziging geen betrekking heeft op meer dan 10% van het totale budget;
5° te beslissen inzake het verlenen, weigeren, schorsen, opheffen en uitsluiten van registratie van adviesdienst, vormingscentrum, algemeen vormingscentrum, vormingscentrum voor bijenteelt of promotor;6°
te bepalen onder welke voorwaarden de dienstverlener de toestemming krijgt om de lopende dienstverlening verder uit te voeren ingeval van schorsing, opheffing of uitsluiting van de registratie;
7° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en de uitbetaling van de subsidies.
Art.107. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het ministerieel besluit van 31 oktober 2023 tot uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 oktober 2023 tot toekenning van steun voor uitwisseling van kennis en verspreiding van informatie in de landbouwsector delegatie om:
1° te beslissen aangaande de basisopleidingen over de fytolicentie en de aanvullende opleidingen over de fytolicentie via de kennisportefeuille inzake het opnemen van specifieke onderwerpen, inzake het bepalen van doelgroepen, en inzake het valideren van ingediende opleidingen;
2° te beslissen over het goedkeuren van het systeem dat vormingen op afstand gebruiken;
3° te beslissen of het aanwezigheidsregister bij online vormingen moet aangevuld worden met een tussentijdse aanwezigheidscontrole;
4° voorschriften vast te leggen om een vrijstelling te verlenen voor bepaalde modules van een starterscursus type A en type B;
5° voorschriften vast te leggen om een vrijstelling te verlenen voor het volgen van een stage;
6° te beslissen aangaande de aanvullende opleidingen over de fytolicentie via een vormingsprogramma inzake het opnemen van specifieke onderwerpen, inzake het bepalen van doelgroepen, en inzake het valideren van ingediende opleidingen;
7° te beslissen over het principieel goedkeuren van de vormingsactiviteit en een vormingsnummer toe te kennen;
8° te bepalen voor welke diploma's een vrijstelling van de toelatingsvoorwaarden bij de installatieproeven verleend kan worden voor bepaalde modules van een starterscursus van type A of type B;
9° plaats en tijdstip te bepalen van de mondelinge cursustest bij de installatieproeven;
10° een examenreglement op te stellen bij de installatieproeven.
Afdeling 5. - Delegatie inzake zorgboerderijen
Art.108. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 tot toekenning van subsidies aan land- of tuinbouwers voor de diversificatie naar zorgboerderijactiviteiten en de uitvoeringsbepalingen ervan delegatie om te beslissen of de aanvrager voldoet aan de subsidievoorwaarden.
Afdeling 6. - Delegatie inzake landbouweducatie
Art.109. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2008 betreffende het erkennen van centra voor landbouweducatie en het subsidiëren van landbouweducatieve activiteiten delegatie om:
1° de actieplannen te beoordelen en te rangschikken;
2° de projecten te beoordelen en te rangschikken.
Afdeling 7. - Delegatie inzake demo's
Art.110. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2004 betreffende het erkennen van centra en subsidiëren van sensibiliseringsacties ter bevordering van een duurzame landbouw delegatie om beslissingen te nemen over de wijziging van goedgekeurde demonstratieprojecten, in zover de wijziging geen betrekking heeft op meer dan 10% van het totale budget.
Art.111. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 tot toekenning van subsidies voor sensibiliseringsacties om duurzame landbouw te bevorderen delegatie om:
1° de ontvankelijkheid van steunaanvragen te beoordelen;
2° de beoordelingscommissie voor de beoordeling van de ontvankelijke steunaanvragen samen te stellen;
3° beslissingen te nemen over de wijziging van goedgekeurde demonstratieprojecten, in zover de wijziging geen betrekking heeft op meer dan 10% van het totale budget;
4° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en de uitbetaling van de steun.
Afdeling 8. - Delegatie inzake invoer-, uitvoer en restitutiecertificaten
Art.112. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft delegatie om het beheer en de administratieve controle van de invoer-, uitvoer en restitutiecertificaten te verzekeren.
Afdeling 9. - Delegatie inzake operationele groepen in het kader van het Europees Innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw
Art.113. Het afdelingshoofd van de afdeling Ondernemen en Ontwikkelen heeft voor de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 april 2023 over de subsidiëring van operationele groepen in het kader van het Europees Innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw delegatie om:
1° de ontvankelijkheid van steunaanvragen te beoordelen;
2° de beoordelingscommissie voor de beoordeling van de ontvankelijke steunaanvragen samen te stellen;
3° beslissingen te nemen over de wijziging van goedgekeurde projecten, in zover de wijziging geen betrekking heeft op meer dan 10% van het totale budget;
4° beslissingen te nemen over de subsidiabele bedragen en de uitbetaling van de steun.
HOOFDSTUK 9. - Aanwijzing van de vertegenwoordiging inzake wederzijdse bijstand bij de invordering van schuldvorderingen
Art.114. De administrateur-generaal van het agentschap Vlaamse Belastingdienst of zijn gemachtigde is gemachtigd om het agentschap te vertegenwoordigen in het overlegorgaan, vermeld in artikel 11 van het samenwerkingsakkoord van 26 februari 2014 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest in het kader van de Richtlijn 2010/42/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen en in het kader van de gemengde bilaterale en multilaterale verdragen tussen het Koninkrijk België en een andere Staat of andere Staten die voorzien in een wederzijdse bijstand inzake de invordering van belastingvorderingen. Afhankelijk van de agenda zal de vertegenwoordiger zich laten bijstaan door een deskundige van het agentschap.
HOOFDSTUK 10. - Mogelijkheid tot subdelegatie
Art.115. Met het oog op een efficiënte en resultaatgerichte interne organisatie kunnen de afdelingshoofden na akkoord van het hoofd van het agentschap een deel van de gedelegeerde aangelegenheden verder delegeren aan personeelsleden die onder hun hiërarchische gezag staan, tot op het meest functionele niveau.
De delegaties worden vastgelegd in een besluit van het afdelingshoofd. Dat besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en een afschrift ervan wordt bezorgd aan het hoofd van het agentschap.
Art.116. Conform artikel 2, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2003 tot oprichting van een Vlaams betaalorgaan kan de directeur van het Vlaams betaalorgaan de gedelegeerde bevoegdheden verder delegeren aan personeelsleden van het Vlaams betaalorgaan, tot op het meest functionele niveau.
De delegaties worden vastgelegd in een besluit van de directeur van het Vlaams betaalorgaan. Dat besluit wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en een afschrift ervan wordt bezorgd aan het hoofd van het agentschap.
HOOFDSTUK 11. - Regeling bij vervanging
Art.117. Het personeelslid dat door het hoofd van het agentschap tijdelijk wordt aangewezen als waarnemend afdelingshoofd of als afdelingshoofd ad interim, beschikt over dezelfde delegaties als het betrokken afdelingshoofd.
Art.118. De bij dit besluit verleende delegaties worden ook verleend aan het personeelslid dat met de waarneming van het ambt van titularis is belast of dat hem vervangt bij tijdelijke afwezigheid of verhindering. In geval van tijdelijke afwezigheid of verhindering plaatst het betrokken personeelslid boven de vermelding van zijn graad en zijn handtekening de formule " Voor (graad van de titularis), afwezig, ".
HOOFDSTUK 12. - Gebruik van de delegaties en verantwoording
Art.119. De titularissen van de delegaties nemen de nodige zorgvuldigheid in acht bij het gebruik van de verleende delegaties.
De titularissen van de delegaties organiseren het systeem van interne controle en functiescheiding op zodanige wijze dat de verleende delegaties op een doeltreffende en doelmatige wijze worden gebruikt en misbruiken worden vermeden.
Art.120. Over het gebruik van de bevoegdheden, vermeld in dit besluit, wordt periodiek verantwoording afgelegd aan het hoofd van het agentschap door middel van rapporteringen.
Het hoofd van het agentschap kan nadere instructies geven over de inhoud en de periodiciteit van die rapporteringen.
Het hoofd van het agentschap kan bovendien op ieder ogenblik verantwoording vragen over het gebruik van de delegatie in een bepaalde aangelegenheid.
Art.121. Het besluit van de secretaris-generaal van 24 maart 2017 tot delegatie van sommige bevoegdheden aan personeelsleden van het Departement Landbouw en Visserij, het laatst gewijzigd bij het besluit van de secretaris-generaal van 12 juli 2023, wordt opgeheven.
Art. 122. Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2024.