16 JANUARI 2023. - Programma van het examen bedoeld in artikel XI.66, § 2, 3°, van het Wetboek van economisch recht en van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 30 september 2020 betreffende de vertegenwoordiging inzake octrooien
Art. 1-3
Artikel 1. Het programma van het examen bedoeld in artikel XI.66, § 2, 3° van het Wetboek van economisch recht en van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 30 september 2020 wordt voor het jaar 2023 als volgt vastgesteld:
1°. het internationale en Europese recht zoals het onder meer voortvloeit uit volgende instrumenten:
a) het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, opgemaakt te Washington op 19 juni 1970 en goedgekeurd door de wet van 8 juli 1977;
b) het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, opgemaakt te München op 5 oktober 1973, goedgekeurd bij de wet van 8 juli 1977, zoals gewijzigd door de Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, tot stand gekomen te München op 29 november 2000 en goedgekeurd bij wet van 21 april 2007;
c) de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIP's), opgemaakt te Marrakech op 15 april 1994 (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 336/213 van 23 december 1994) en goedgekeurd bij de wet van 23 december 1994;
d) Verordening (EG) nr. 469/2009 van 6 mei 2009 betreffende het aanvullende beschermingscertificaat voor geneesmiddelen;
e) Verordening (EG) nr. 1610/96 van 23 juli 1996 betreffende de invoering van een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen;
2°. het Belgische recht inzake uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten zoals het onder meer voortvloeit uit volgende wetten:
a) de wet van 10 januari 1955 betreffende de bekendmaking en de toepassing der uitvindingen en fabrieksgeheimen die de verdediging van het grondgebied of de veiligheid van de Staat aangaan;
b) de wet van 8 juli 1977 houdende goedkeuring van volgende internationale akten:
i. Verdrag betreffende de eenmaking van enige beginselen van het octrooirecht, opgemaakt te Straatsburg op 27 november 1963;
ii. Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Washington op 19 juni 1970;
iii. Verdrag betreffende de verlening van Europese octrooien (Europees Octrooiverdrag), Uitvoeringsreglement en vier Protocollen, opgemaakt te München op 5 oktober 1973;
iv. Verdrag betreffende het Europees octrooi voor de Gemeenschappelijke Markt (Gemeenschapsoctrooiverdrag), en Uitvoeringsreglement, opgemaakt te Luxemburg op 15 december 1975;
c) de wet van 21 april 2007 houdende diverse bepalingen betreffende de procedure inzake indiening van Europese octrooiaanvragen en de gevolgen van deze aanvragen en van de Europese octrooien in België;
d) de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI "Intellectuele eigendom" van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft;
e) de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek;
f) de wet van 29 juni 2016 houdende diverse bepalingen inzake Economie (artikelen 21 tot 24, 47 tot 50, 60 tot 62, 85 tot 88, 94 tot 98);
g) de wet van 19 december 2017 houdende wijziging van diverse bepalingen betreffende de uitvindingsoctrooien in verband met de implementering van het eenheidsoctrooi en het eengemaakt octrooigerecht;
h) de wet van 8 juli 2018 houdende bepalingen ter bescherming van de titel van octrooigemachtigde;
i) de wet van 23 maart 2019 houdende instemming met volgende Internationale akten inzake intellectuele eigendom:
i. het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten van 2 december 1961, zoals herzien te Genève op 10 november 1972, 23 oktober 1978 en 19 maart 1991;
ii. het Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien, gedaan te Londen op 17 oktober 2000;
j) de wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen inzake economie (artikelen 15 tot 23 en 116);
k) de wet van 25 september 2022 houdende invoeging in boek XI van het Wetboek van economisch recht en in het Gerechtelijk Wetboek van diverse bepalingen betreffende intellectuele eigendom.
3°. het Belgische recht inzake uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten zoals het onder meer voortvloeit uit volgende besluiten:
a) het koninklijk besluit van 27 februari 1981 betreffende het indienen van een Europese octrooiaanvraag, het omzetten ervan in een nationale aanvraag en het registreren van Europese octrooien met rechtsgevolgen in België;
b) het koninklijk besluit van 21 augustus 1981 betreffende het indienen van een internationale octrooiaanvraag in België;
c) het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien;
d) het koninklijk besluit van 18 december 1986 betreffende de taksen en bijkomende taksen inzake uitvindingsoctrooien en inzake aanvullende beschermingscertificaten;
e) het besluit 13 januari 2006 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid. (aangehaald als : Vlaams personeelsstatuut);
f) het koninklijk besluit van 5 december 2007 betreffende het indienen van een Europese octrooiaanvraag, het omzetten ervan in een Belgische aanvraag en het registreren van Europese octrooien met rechtsgevolgen in België;
g) de codificatie van 11 oktober 2013 van de decretale bepalingen betreffende het hoger onderwijs (aangehaald als : Codex Hoger Onderwijs);
h) het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek, en van de wet van 10 april 2014 houdende invoeging van de bepalingen die een aangelegenheid regelen als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet, in boek XI "Intellectuele eigendom" van het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van een bepaling eigen aan boek XI in boek XVII van hetzelfde Wetboek, en tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek wat de organisatie van de hoven en rechtbanken betreffende vorderingen inzake intellectuele eigendomsrechten en inzake transparantie van het auteursrecht en de naburige rechten betreft;
i) het koninklijk besluit van 31 augustus 2014 betreffende de uitvoering, wat de elektronische handtekening betreft, van artikel I.14, 11°, van het Wetboek van economisch recht;
j) het koninklijk besluit van 4 september 2014 ter uitvoering van de bepalingen betreffende de uitvindingsoctrooien van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek;
k) het koninklijk besluit van 4 september 2014 ter uitvoering van de bepalingen betreffende de aanvullende beschermingscertificaten van de wet van 19 april 2014 houdende de invoeging van boek XI, "Intellectuele eigendom" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van bepalingen eigen aan boek XI in de boeken I, XV en XVII van hetzelfde Wetboek;
l) het koninklijk besluit van 12 mei 2015 ter uitvoering van de artikelen XI.82 tot XI.90 van boek XI van het Wetboek van economisch recht, betreffende het indienen van een Europese octrooiaanvraag, het omzetten ervan in een Belgische aanvraag en het registreren van Europese octrooien met rechtsgevolgen in België;
m) het koninklijk besluit van 9 november 2015 betreffende de taksen en toeslagen inzake uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten;
n) het ministerieel besluit van 18 maart 2016 houdende toekenning van een speciale delegatie van handtekening voor bepaalde stukken in verband met uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten voor geneesmiddelen en gewasbeschermingsmiddelen;
o) het koninklijk besluit van 12 juli 2019 houdende wijziging van diverse reglementaire bepalingen betreffende uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten;
p) het koninklijk besluit van 21 september 2020 houdende wijziging van diverse reglementaire bepalingen betreffende uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten;
q) het koninklijk besluit van 21 september 2020 betreffende het verstrekken, door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom, van documenten en informatie inzake industriële eigendom;
r) het koninklijk besluit van 30 september 2020 betreffende de vertegenwoordiging inzake octrooien;
s) het koninklijk besluit van 30 september 2020 houdende het tuchtreglement van toepassing op de octrooigemachtigden;
t) het koninklijk besluit van 30 september 2021 tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het Rijkspersoneel;
u) het koninklijk besluit van 17 november 2021 tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2020 betreffende het verstrekken, door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom, van documenten en informatie inzake industriële eigendom;
v) het koninklijk besluit van 19 december 2021 houdende goedkeuring van het reglement betreffende de gedragsregels van het Instituut voor Octrooigemachtigden;
w) het ministerieel besluit van 27 januari 2022 houdende goedkeuring van het reglement houdende de organisatie van een permanente vorming van de leden van het Instituut voor Octrooigemachtigden;
x) het Koninklijk besluit van 30 juli 2022 houdende wijziging van diverse bepalingen betreffende uitvindingsoctrooien;
y) het ministerieel besluit van 22 augustus 2022 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Instituut voor Octrooigemachtigden.
4°. het Belgische recht inzake gerechtelijke en administratieve procedures die van toepassing zijn op uitvindingsoctrooien en aanvullende beschermingscertificaten zoals het onder meer voortvloeit uit volgende wetten:
a) het Gerechtelijk Wetboek van 10 oktober 1967;
b) de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken van 18 juli 1966.
Art.2. Het programma van het examen bedoeld in artikel XI.66, § 2, 3°, van het Wetboek van economisch recht en van de bekwaamheidsproef bedoeld in artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 30 september 2020, voor het jaar 2023 slaat niet op de wettelijke bepalingen die na de datum van de inwerkingtreding van dit besluit in werking zijn getreden.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.