Details





Titel:

4 JULI 2023. - Bijlage bij het Koninklijk besluit 5 september 2023 tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank van België van 4 juli 2023 tot vastlegging van het percentage van de contracyclische tier 1-kernkapitaalconserveringsbuffer en tot oplegging van een tier 1-kernkapitaalbuffer voor het systeemrisico dat verbonden is aan blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen ten aanzien van natuurlijke personen, die gedekt zijn door in België gelegen niet-zakelijk onroerend goed



Inhoudstafel:


Art. 1-4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. - Definities
  § 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de volgende definities:
  1° "de Bank": de Nationale Bank van België;
  2° "de wet van 25 april 2014": de wet van 25 april 2014 op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen;
  3° "de wet van 20 juli 2022": de wet van 20 juli 2022 op het statuut van en het toezicht op beursvennootschappen; en
  4° "Verordening 575/2013": Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen.

Artikel2. - Percentage van de contracyclische tier 1-kernkapitaalconserveringsbuffer
  Voor kredietinstellingen naar Belgisch recht als bedoeld in Boek II en in Boek III, Titel II van de wet van 25 april 2014, evenals voor beursvennootschappen naar Belgisch recht als bedoeld in Boek II van de wet van 20 juli 2022 die worden beschouwd als grote beursvennootschappen in de zin van artikel 3, 5° van de wet van 20 juli 2022, stelt de Bank, respectievelijk overeenkomstig artikel 5, § 2 van Bijlage IV bij de wet van 25 april 2014 en artikel 108 van de wet van 20 juli 2022, dat het voornoemde artikel 5, § 2 van toepassing verklaart op grote beursvennootschappen, het percentage van de contracyclische tier 1-kernkapitaalconserveringsbuffer voor de relevante blootstellingen aan kredietrisico op tegenpartijen die op het Belgische grondgebied gevestigd zijn, vast op:
  a) 0,5 procent, toe te passen vanaf 1 april 2024;
  b) 1 procent, toe te passen vanaf 1 oktober 2024.
  Het in b) bedoelde percentage van de conserveringsbuffer is van toepassing totdat een van de kwartaalbeoordelingen van de Bank aanleiding geeft tot het vaststellen van een nieuw percentage.
  De relevante blootstellingen aan kredietrisico worden bepaald op individuele en geconsolideerde basis, overeenkomstig de technische normen bedoeld in artikel 3, tweede lid van Bijlage IV bij de wet van 25 april 2014.

Artikel3. - Tier 1-kernkapitaalbuffer voor systeem- en macroprudentiële risico's
  § 1. De kredietinstellingen als bedoeld in Boek II van de wet van 25 april 2014 die gebruikmaken van de interneratingbenadering bedoeld in deel III (Kapitaalvereisten), titel II, hoofdstuk 3 van Verordening 575/2013, passen op individuele, gesubconsolideerde en geconsolideerde basis een tier 1-kernkapitaalbuffer toe voor systeem- en macroprudentiële risico's, waarvan het bedrag wordt berekend door het gewogen bedrag van de door in België gelegen niet-zakelijk onroerend goed gedekte blootstellingen met betrekking tot particulieren en kleine partijen ten aanzien van natuurlijke personen te vermenigvuldigen met 6 procent.
  Het gewogen bedrag van de in het eerste lid bedoelde blootstellingen wordt berekend overeenkomstig artikel 154 van Verordening 575/2013.
  § 2. De in paragraaf 1 bedoelde maatregel vervalt op 1 april 2026.

Artikel 4. - Inwerkingtreding
  § 1. Artikel 2 van dit reglement treedt in werking op 1 oktober 2023.
  § 2. Artikel 3 van dit reglement treedt in werking op 1 april 2024, op voorwaarde dat de Europese Commissie op die datum geen uitvoeringshandeling heeft vastgesteld waarmee zij zich verzet tegen de in artikel 3 bedoelde maatregel.