23 MEI 2023. - Ministerieel besluit tot toekenning of delegatie van bevoegdheden in sommige personeels- en administratieve aangelegenheden binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer
Art. 1-7
Artikel 1. Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt de voorzitter van het directiecomité gemachtigd om, namens de bevoegde minister, de eedaflegging te ontvangen van de houders van de management- en staffuncties;
Art.2. § 1. Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt de voorzitter van het directiecomité, namens de bevoegde minister, gemachtigd om, wat het personeel van deze overheidsdienst betreft, het Hoog Overlegcomité dat werd opgericht in het gebied van Sectorcomité VI, voor te zitten.
§ 2. In geval van verhindering van de voorzitter van het directiecomité is de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer gemachtigd om namens de bevoegde minister de in § 1 bedoelde bevoegdheden uit te oefenen.
Art.3. Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer zijn de voorzitter van het directiecomité of zijn gemachtigde bevoegd om:
1° de bevoegdheden uit te oefenen inzake de organisatie van vergelijkende selecties en werving, zonder afbreuk te doen aan de bevoegdheden van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Rekrutering en Ontwikkeling bij de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning;
2° de arbeidsovereenkomsten met de contractuele personeelsleden af te sluiten, te wijzigen, te schorsen en te verbreken;
3° opdrachten tot bekendmaking in het Belgisch Staatsblad te ondertekenen;
4° de bevoegdheden uit te oefenen inzake arbeidsongevallen of ongevallen op de weg naar en van het werk zoals vermeld in artikel 8bis en artikel 9 van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk;
5° de loopbaanonderbreking toe te kennen aan de contractuele personeelsleden;
6° het verlof om dwingende reden toe te kennen aan de contractuele personeelsleden;
7° de loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid toe te kennen aan de contractuele personeelsleden.
Art.4. Bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt de Stafdienst Personeel en Organisatie aangeduid als de dienst waarbij ieder ongeval dat als arbeidsongeval of als ongeval op de weg naar en van het werk kan worden beschouwd en waarbij elke ziekte die als beroepsziekte kan worden beschouwd moet worden aangegeven.
Art.5. Het ministerieel besluit van 30 augustus 2002 tot toekenning of delegatie van bevoegdheden in sommige administratieve aangelegenheden binnen de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt opgeheven.
Art.6. Het ministerieel besluit van 8 mei 2008 houdende delegatie van bevoegdheid inzake het syndicaal overleg voor de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer wordt opgeheven.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd.