17 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, wat betreft het bedrag van de tijdelijke werkloosheidsuitkering
Art. 1-4
Artikel 1. Artikel 114, § 6, eerste lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 december 2014, wordt vervangen als volgt:
"Het dagbedrag van de werkloosheidsuitkering van de tijdelijk werkloze wordt vastgesteld op:
1° 65 pct. van het gemiddeld dagloon indien de arbeidsovereenkomst van de werknemer wordt geschorst omwille van overmacht in de zin van artikel 26 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
2° 60 pct. van het gemiddeld dagloon indien de arbeidsovereenkomst van de werknemer wordt geschorst omwille van een andere reden.".
Art.2. Artikel 115, § 4, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 2019, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 juni 2019 en gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 14 juli 2021 en 29 januari 2023, wordt vervangen als volgt:
"In afwijking van de vorige paragrafen wordt het minimum dagbedrag van de werkloosheidsuitkering van de tijdelijk werkloze bedoeld in artikel 114, § 6, ongeacht zijn gezinssituatie, vastgesteld op:
1° 38,72 euro indien de arbeidsovereenkomst van de werknemer wordt geschorst omwille van overmacht in de zin van artikel 26 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten;
2° 35,74 euro indien de arbeidsovereenkomst van de werknemer wordt geschorst omwille van een andere reden.".
Art.3. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.
Art. 4. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.