22 DECEMBER 2022. - Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 19 juli 2012 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap
Art. 1-7
Artikel 1. In artikel 20, § 1, van het besluit van de Regering van 19 juli 2012 houdende delegatie van bepaalde bevoegdheden aan personeelsleden van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap worden de woorden "artikelen 56" vervangen door de woorden "artikelen 57".
Art.2. Artikel 22 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van 21 februari 2017 en 19 december 2019, wordt aangevuld met § § 6, 7 en 8, luidende:
" § 6 - Wat de vastleggingen, juridische verbintenissen en de betaalbaarstelling van de uitgaven overeenkomstig artikel 24, § § 2 tot 4, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap betreft, wordt hetzelfde departementshoofd in het kader van de uitvoering van het decreet van 27 juni 2022 betreffende het zorgbudget voor ouderen aangewezen als gedelegeerde ordonnateur voor de in de uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap bepaalde uitgaven voor de basisallocaties 34.31 van het programma 17 van de organisatieafdeling 50.
§ 7 - Hetzelfde departementshoofd wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 19 van het decreet van 27 juni 2022 betreffende het zorgbudget voor ouderen te beslissen over het recht op zorgbudget voor ouderen.
§ 8 - Hetzelfde departementshoofd wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 28 van het decreet van 27 juni 2022 betreffende het zorgbudget voor ouderen vast te stellen dat er ernstige en eensluidende aanwijzingen zijn dat arglist, bedrog, bedrieglijke handelingen of valse informatie tot de uitbetaling van het zorgbudget voor ouderen geleid hebben."
Art.3. Artikel 28 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Regering van 21 februari 2017, wordt aangevuld met § § 5 en 6, luidende:
" § 5 - Hetzelfde departementshoofd wordt gemachtigd om te beslissen over de afwijkingen en vrijstellingen in het kader van artikel 56 van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs.
§ 6 - Hetzelfde departementshoofd wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 25 juni 1996 betreffende de organisatie van een onderwijs met beperkt leerplan in het gewoon beroepssecundair onderwijs af te wijken van de inschrijvingstermijn bepaald in artikel 6 van hetzelfde decreet."
Art.4. Artikel 29, § § 19, 20 en 21, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 december 2019, wordt opgeheven.
Art.5. In hetzelfde besluit wordt een artikel 30.4 ingevoegd, luidende:
"Art. 30.4 - Departement Ruimtelijke Ordening - Huisvesting en Energie
" § 1 - Wat de vastleggingen, juridische verbintenissen en de betaalbaarstelling van de uitgaven overeenkomstig artikel 24, § § 2 tot 4, van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap betreft, wordt het departementshoofd bevoegd voor het departement Ruimtelijke Ordening, in het kader van de uitvoering van titel II, hoofdstuk II, van het Wetboek van duurzaam wonen en hoofdstuk II, afdeling II, van het decreet van het Waals Gewest van 9 december 1993 betreffende de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën, aangewezen als gedelegeerde ordonnateur voor de in de uitgavenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap bepaalde uitgaven voor de basisallocaties 32.00, 33.00, 34.00, 34.01, 43.21 en 81.11 van het programma 21 van de organisatieafdeling 50 en, naargelang van het geval, basisallocaties 53.11 van het programma 28 van de organisatieafdeling 70.
§ 2 - Hetzelfde departementshoofd wordt gemachtigd om overeenkomstig titel II, hoofdstuk II, van het Wetboek van duurzaam wonen en hoofdstuk II, afdeling II, van het decreet van het Waals Gewest van 9 december 1993 betreffende de bevordering van rationeel energiegebruik, energiebesparingen en hernieuwbare energieën te beslissen over het recht op tegemoetkomingen aan natuurlijke personen.
§ 3 - Hetzelfde departementshoofd wordt gemachtigd om te beslissen over de toepassing van de waarborgen voor honorering voor de terugbetaling van hypotheekleningen vermeld in artikel 14, § 4, 5°, van het Wetboek van duurzaam wonen."
Art.6. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Art. 7. De ministers zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.