Details





Titel:

11 JUNI 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk, wat de gebruiksvoorwaarden van de werkkledij betreft



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:

2017A10461 



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. - In artikel I.1-4 van de codex over het welzijn op het werk, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 2 mei 2019 en 14 mei 2019, wordt de bepaling onder 26° vervangen als volgt:
  "26° werkkledij: elke kledij die bedoeld is om te vermijden dat de werknemer zich vuil maakt door de aard van zijn activiteiten, maar die niet beschouwd wordt als een PBM, omdat zij niet bedoeld is om de werknemer te beschermen tegen risico's die zijn veiligheid of gezondheid op het werk kunnen bedreigen. Het betreft inzonderheid een overall, een pak bestaande uit een broek, een T-shirt en jas, een stofjas, een voorschoot;".

Art.2. - Artikel IX.3-1 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. IX.3-1.- § 1. De werknemers dragen tijdens hun normale activiteiten werkkledij, indien de aard van de activiteiten bevuilend is en deze activiteiten geen risico's inhouden die het dragen van beschermende kledij noodzakelijk maken.
  De kledij die bedoeld is om de werknemer te beschermen tegen risico's, ongeacht of ze ook tegen bevuiling beschermt, is een PBM waarop de bepalingen van titel 2 van dit boek van toepassing zijn.
  § 2. Indien de werknemers, hetzij wegens de uitoefening van een overheidsfunctie, hetzij wegens gebruiken die eigen zijn aan het beroep en die toegelaten zijn door het bevoegd paritair comité, verplicht zijn een uniform of gestandaardiseerde kledij te dragen die voorgeschreven is door een koninklijk besluit of een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, wordt dit uniform of deze gestandaardiseerde kledij niet beschouwd als werkkledij, tenzij dit uniform of deze gestandaardiseerde kledij eveneens bedoeld is om te vermijden dat de werknemer zich vuil maakt door de aard van zijn activiteiten.".

Art.3. - Artikel IX.3-2, § 1, eerste lid, 2° van dezelfde codex, wordt vervangen als volgt:
  "2° aangepast zijn zodat zij zelf geen risico invoert of bestaande risico's verhoogt;".

Art.4. - Artikel IX.3-3 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. IX.3-3.- Onverminderd de toepassing van artikel I.2-14, tweede lid, stelt de werkgever, zonder kosten voor de werknemers, werkkledij ter beschikking van de werknemers vanaf het begin van hun werkzaamheden en zorgt ten gepaste tijde voor de hernieuwing ervan. Hij blijft eigenaar van die werkkledij.
  Rekening houdend met de criteria vastgelegd in artikel IX.3-2, § 1, betrekt de werkgever de bevoegde preventieadviseur alsook het Comité bij de keuze van de werkkledij.
  Zonder afbreuk te doen aan dit artikel, kan een collectieve arbeidsovereenkomst nadere regels bepalen betreffende de aard van de werkkledij en de frequentie voor de hernieuwing ervan, of een premie of vergoeding vaststellen voor het aanschaffen of hernieuwen van deze werkkledij.".

Art.5. - Artikel IX.3-4 van dezelfde codex wordt vervangen als volgt:
  "Art. IX.3-4.- § 1. De werkgever zorgt, of laat op zijn kosten zorgen, voor de reiniging van de werkkledij door middel van producten die zo weinig mogelijk allergeen zijn en voor de herstelling en het onderhoud in de normale staat van gebruik.
  § 2. Het is verboden de werknemer zelf te laten instaan voor de reiniging, de herstelling en het onderhoud van zijn werkkledij, zelfs tegen de betaling van een premie of vergoeding.
  § 3. In afwijking van § 2, kan een collectieve arbeidsovereenkomst toelaten dat de werknemers zelf instaan voor de reiniging, de herstelling en het onderhoud van hun werkkledij tegen betaling van een premie of vergoeding, indien de volgende voorwaarden worden vervuld:
  1° uit de resultaten van de risicoanalyse blijkt dat de stoffen waaraan de werknemer tijdens het werk wordt blootgesteld en die ook aanwezig kunnen zijn op de werkkledij van deze werknemer, geen risico kunnen vormen voor de werknemer, andere personen of het milieu, indien de werknemer deze werkkledij mee naar huis neemt;
  2° de bevoegde preventieadviseur en het Comité geven een voorafgaand advies over de toelating voor de werknemer om zelf in te staan voor de reiniging, de herstelling of het onderhoud van de werkkledij;
  3° de werknemers hebben de nodige instructies ontvangen om de reiniging, de herstelling en het onderhoud van de werkkledij adequaat te verrichten.
  De bepalingen betreffende de reiniging, de herstelling en het onderhoud van de werkkledij door de werknemers zelf die zijn opgenomen in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst die werd gesloten vóór 1 augustus 2023, blijven van toepassing na die datum, voor zover de werkgever de bepalingen van deze paragraaf toepast.".

Art.6. - In artikel IX.3-5, § 2 van dezelfde codex worden de volgende wijzigingen aangebracht:
  1° in het eerste lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt:
  "3° uit de resultaten van een risicoanalyse zoals bedoeld in artikel IX.3-4, § 3, eerste lid, 1° blijkt dat de werkkledij geen risico vormt voor de werknemer, andere personen of het leefmilieu;".
  2° het tweede lid wordt vervangen als volgt:
  "Bovendien mag de werknemer, in afwijking van § 1, de werkkledij mee naar huis nemen ingeval een collectieve arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in artikel IX.3-4, § 3, van toepassing is.".

Art.7. - Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2023.

Art. 8. - De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.