2 MAART 2023. - Besluit van de Regering houdende organisatie van de dienst met afzonderlijk beheer Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap. (Opschrift vervangen door BDG2023-12-21/41, art. 1, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024)(NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf 15-05-2023 en tekstbijwerking tot 13-05-2024)
Art. 1-5
Artikel 1.Binnen het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap wordt een dienst genaamd Dienst voor arbeidsbemiddeling van de Duitstalige Gemeenschap opgericht, hierna: Dienst voor arbeidsbemiddeling.
[1 De Dienst voor arbeidsbemiddeling is een dienst met afzonderlijk beheer in de zin van artikel 74 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap.]1
----------
(1)<BDG 2023-12-21/41, art. 2, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.2.[1 De Dienst voor arbeidsbemiddeling is bevoegd voor de toepassing van de wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen inzake bevordering van de werkgelegenheid en inzake arbeidsbemiddeling, in het bijzonder in de zin van het decreet van 13 november 2023 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en inzake arbeidsbemiddeling.
De Dienst voor arbeidsbemiddeling zorgt voor het secretariaat van het beheerscomité dat bevoegd is voor de bevordering van de werkgelegenheid en voor arbeidsbemiddeling.]1
----------
(1)<BDG 2023-12-21/41, art. 3, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.3.[1 § 1 - Een door de Regering aangewezen directeur zorgt voor de algemene leiding, het beheer en de vertegenwoordiging van de Dienst voor arbeidsbemiddeling.
Onder voorbehoud van de toepasselijke rechtspositionele bepalingen is de directeur bevoegd om over de interne organisatie van de Dienst voor arbeidsbemiddeling te beslissen en de personeelsleden van de Dienst voor arbeidsbemiddeling alle aanwijzingen te geven die de goede werking van de dienst waarborgen.
De directeur stelt de organen die advies geven inzake bevordering van de werkgelegenheid en inzake arbeidsbemiddeling op de hoogte van alle informatie en legt alle voorstellen die nuttig zijn voor maatregelen inzake bevordering van de werkgelegenheid en inzake arbeidsbemiddeling, aan hen voor.
De directeur geldt ambtshalve als vertegenwoordiger van de door de Regering bepaalde dienst in het beheerscomité dat bevoegd is voor de bevordering van de werkgelegenheid en voor arbeidsbemiddeling in de zin van artikel 13, derde lid, 2°, van het decreet van 13 november 2023 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en inzake arbeidsbemiddeling.
De directeur stelt het in artikel 84.1 van het decreet van 25 mei 2009 houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap bedoelde jaarverslag op en voegt daar een actieplan bij.
§ 2 - De directeur is niet alleen belast met de leiding van het personeel, maar beheert ook, onder de inhoudelijke verantwoordelijkheid van de bevoegde minister en in het kader van de volmachten die de Regering hem heeft toegekend, de kernprocessen en ondersteunende processen van de Dienst voor arbeidsbemiddeling.
De in het eerste lid genoemde kernprocessen omvatten in het bijzonder de volgende bevoegdheden:
1° de uitwerking van vakgebonden concepten;
2° de algehele strategische oriëntatie van de Dienst;
3° de verdere ontwikkeling van de regelgeving;
4° de gunning van opdrachten voor leveringen en diensten;
5° de organisatie van en het toezicht op de eigen dienstverlening;
6° het klachtenbeheer.
De in het eerste lid genoemde ondersteunende processen omvatten, in samenwerking met de bevoegde departementen van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap of door de oprichting van gemeenschappelijke diensten, in het bijzonder de volgende bevoegdheden:
1° de financiële en begrotingsboekhouding;
2° de dienstverlening inzake communicatie;
3° de dienstverlening inzake personeel;
4° de dienstverlening inzake infrastructuur;
5° de dienstverlening inzake externe betrekkingen;
6° de juridische dienstverlening;
7° de dienstverlening inzake statistiek en audit;
8° het beheer van de gebouwen en de technische dienst - gebouwen.]1
----------
(1)<BDG 2023-12-21/41, art. 4, 002; Inwerkingtreding : 01-01-2024>
Art.4. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2023.
Art. 5.De minister bevoegd voor Personeel en de minister bevoegd voor Gezondheid en Sociale Aangelegenheden zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.