5 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bedragen van de retributies die verschuldigd zijn ter uitvoering van artikel 22octies van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten, veiligheidsadviezen en de publiek gereguleerde dienst
HOOFDSTUK 1. - De retributies die verschuldigd zijn voor het afgeven van veiligheidsmachtigingen en goedkeuringen door de Nationale Veiligheidsoverheid
Art. 1-7
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art. 8-10
HOOFDSTUK 1. - De retributies die verschuldigd zijn voor het afgeven van veiligheidsmachtigingen en goedkeuringen door de Nationale Veiligheidsoverheid
Artikel 1. De door de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie "Nationale Veiligheidsoverheid" te innen retributie bedraagt voor natuurlijke personen:
1° 200 euro, voor de veiligheidsmachtigingen op het niveau "Vertrouwelijk";
2° 250 euro, voor de veiligheidsmachtigingen op het niveau "Geheim";
3° 300 euro, voor de veiligheidsmachtigingen op het niveau "Zeer geheim".
Art.2. De door de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie "Nationale Veiligheidsoverheid" te innen retributie bedraagt voor rechtspersonen:
1° 1.500 euro, voor de veiligheidsmachtigingen op het niveau "Vertrouwelijk";
2° 2.000 euro, voor de veiligheidsmachtigingen op het niveau "Geheim";
3° 2.500 euro, voor de veiligheidsmachtigingen op het niveau "Zeer geheim".
Art.3. De door de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie "Nationale Veiligheidsoverheid" te innen retributie bedraagt voor goedkeuringen van fysieke installaties 500 euro.
Art.4. De door de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie "Nationale Veiligheidsoverheid" te innen retributie bedraagt voor goedkeuringen van communicatie- en informatiesystemen:
1° 250 euro voor de goedkeuring van een niet- geïnterconnecteerd communicatie- en informatiesysteem van het classificatieniveau "Vertrouwelijk", "Geheim" of "Zeer Geheim";
2° 1000 euro, voor de goedkeuring van een geïnterconnecteerd communicatie- en informatiesysteem.
Art.5. De door de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie "Nationale Veiligheidsoverheid" te innen retributie bedraagt voor goedkeuringen van cryptografische producten:
1° 1000 euro, voor de goedkeuring van een cryptografisch product `software' voor het classificatieniveau "Beperkt";
2° 2000 euro, voor de goedkeuring van een cryptografisch product `hardware' voor het classificatieniveau "Beperkt";
3° 1000 euro, voor de goedkeuring van een cryptografisch product `software' voor het classificatieniveau "Vertrouwelijk", "Geheim" of "Zeer geheim";
4° 2000 euro, voor de goedkeuring van een cryptografisch product `hardware' voor het classificatieniveau "Vertrouwelijk", "Geheim" of "Zeer geheim".
Art.6. De door de administratieve dienst met boekhoudkundige autonomie "Nationale Veiligheidsoverheid" te innen retributie bedraagt voor de verdeling van cryptografische producten:
1° 250 euro, voor de verdeling van cryptografisch sleutelmateriaal.
2° 500 euro, voor de verdeling van cryptografische producten `software'.
3° 500 euro, voor de verdeling van cryptografische producten `hardware'.
Art.7. De retributies bedoeld in de artikelen 1 tot 6 worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex van de maand september van het voorgaande jaar. Het aanvangsindexcijfer is dat van de maand september 2023. De aldus bekomen bedragen zullen worden afgerond naar het lagere tiental.
HOOFDSTUK 2. - Slotbepalingen
Art.8. Het koninklijk besluit van 8 mei 2018 tot vaststelling van de bedragen van de retributies die verschuldigd zijn voor de veiligheidsmachtigingen, voor de veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen afgegeven door de Nationale Veiligheidsoverheid en voor de veiligheidsattesten afgegeven door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle alsook van de verdeelsleutels bedoeld in artikel 22septies, zesde en achtste lid, van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, wordt opgeheven.
Art.9. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.
Art. 10. De minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Defensie, de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister bevoegd voor Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris bevoegd voor Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.