14 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit wijziging tot het koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van klinisch psychologen, alsmede van stagemeesters en stagediensten
Art. 1-15
Artikel 1. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 26 april 2019 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van klinisch psychologen, alsmede van stagemeesters en stagediensten, wordt vervangen als volgt:
"Overeenkomstig artikel 68/1, § 4, derde lid, van de WUG, zijn de erkenningscriteria zoals bepaald in de artikelen 6 tot en met 11, enkel van toepassing op de studenten klinische psychologie die afstuderen in de klinische psychologie in de loop van het academiejaar 2023-2024 of de daaropvolgende academiejaren. Studenten klinische psychologie die hun studies klinische psychologie op 1 september 2016 of ten laatste in de loop van het academiejaar 2016-2017 zijn begonnen, zijn vrijgesteld van de professionele stage ongeacht het academiejaar in de loop waarvan zij afstuderen in de klinische psychologie.".
Art.2. Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"De professionele stage, hierna "stage" genoemd, heeft betrekking op de uitoefening van de praktijk onder leiding van de klinisch psycholoog die de kandidaat-klinisch psycholoog alle vaardigheden, vakkundigheden en competenties wenst bij te brengen die nodig zijn om een praktijk als klinisch psycholoog autonoom uit te oefenen.
Ze is erop gericht de kandidaat vertrouwd te maken met een zo breed mogelijk spectrum aan klinisch psychologische handelingen.
De kandidaat-klinisch psycholoog verricht zijn stage in een erkende stagedienst waar hij wordt betaald"."
Art.3. In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 3 wordt het woord "achtereenvolgens" opgeheven;
2° in paragraaf 4 worden de woorden "of desgevallend coördinerend stagemeester" opgeheven;
3° in paragraaf 5, tweede lid wordt vervangen als volgt: "Zij geeft, zo snel mogelijk, haar stagemeester alsook desgevallend de bevoegde arbeidsgeneeskundige dienst kennis van haar zwangerschap.";
4° in paragraaf 5, vijfde lid wordt vervangen als volgt: "Zo nodig transfereert de stagemeester, desgevallend in overleg met de arbeidsgeneeskundige dienst, de zwangere kandidaat klinisch psycholoog uit een risicovolle omgeving naar een veilige omgeving waar zij haar stage kan voortzetten.".
Art.4. Artikel 15, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "5 jaar" vervangen door de woorden "3 jaar".
Art.5. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"De stagemeester beschikt over didactische, klinische en organisatorische eigenschappen en houdt zijn kennis op peil door middel van permanente vorming.
De stagemeester houdt een portfolio bij zoals vermeld in artikel 8, tweede lid, van de wet van 22 april 2019 betreffende de kwaliteit van de zorgpraktijk, waaruit zijn bekwaamheid van stagemeester blijkt.".
Art.6. Artikel 21 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt:
"Het maximale aantal kandidaat-klinisch psychologen dat tegelijkertijd door een stagemeester kan worden begeleid, wordt beperkt tot 5. Het aantal kandidaat-klinisch psychologen dat in een stagedienst kan worden begeleid, mag hoger zijn dan 5 op basis van het aantal erkende stagemeesters in de stagedienst.".
Art.7. Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Indien de kandidaat-klinisch psycholoog de professionele stage uitoefent in meerdere stagediensten onder leiding van meerdere stagemeesters, treedt één van hen op als coördinerend stagemeester. De coördinerend stagemeester is verantwoordelijk voor de coördinatie van de volledige stage van de kandidaat-klinisch psycholoog.".
Art.8. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:
"Elke stagemeester sluit met de stagedienst en de kandidaat-klinisch psycholoog een overeenkomst waarin minstens de wederzijdse verplichtingen zijn opgenomen alsook de vergoeding die aan de kandidaat-klinisch psycholoog wordt toegekend.".
Art.9. In artikel 24, eerste en tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de opleiding" vervangen door de worden "de stage".
Art.10. In artikel 33 van hetzelfde besluit, worden de woorden "bestaat op het moment van de erkenningsaanvraag reeds minstens 3 jaar en" opgeheven.
Art.11. In artikel 38 van hetzelfde besluit, wordt het woord "coördinerende" opgeheven.
Art.12. In artikel 40 van hetzelfde besluit, wordt het woord "coördinerende" opgeheven.
Art.13. De stagemeesters die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit zijn erkend, kunnen een vereenvoudigde aanvraag indienen om hun erkenning bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu te wijzigen, overeenkomstig de modaliteiten die door deze administratie zijn vastgesteld. Die vereenvoudigde aanvraag moet uiterlijk 3 maanden na de inwerkingtreding van dit besluit worden ingediend en de stagemeester moet daarin aangeven op welke manier hij de kwaliteit van de stage kan blijven waarborgen. Die wijziging van de erkenning is slechts geldig voor de resterende periode waarvoor de stagemeester reeds is erkend.
Art.14. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 15. De minister bevoegd voor Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.