Details





Titel:

17 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het jaar 2024 van tegemoetkomingen aan de federale gezondheidszorgsectoren in de kost voor de opleidingsprojecten tot verpleegkundigen of zorgkundigen, "§Kiesvoordezorg" en "Instroom B", in de kost voor ondersteuning van het zorgpersoneel en in de kost voor pilootprojecten "(Op)Nieuw aan Boord"



Inhoudstafel:


Art. 1-8



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :
  1° RIZIV : het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering zoals bedoeld in artikel 10 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
  2° Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector : het Fonds Sociale Maribel bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2°, a) van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, ingesteld bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid;
  3° Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten : het FondsSociale Maribel zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
  4° Opleidingsproject tot verpleegkundige of zorgkundige : het opleidingsproject zoals bedoeld in het protocolraamakkoord van 28 oktober 2009 in het Comité A betreffende het opleidingsproject tot verpleegkundige in de federale gezondheidssector of het opleidingsproject zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2022 met betrekking tot het vormingsproject tot verpleegkundigen;
  5° Project "#Kiesvoordezorg" : het opleidingsproject zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 januari 2022 met betrekking tot het vormingsproject #kiesvoordezorg;
  6° Project "Instroom B" : het opleidingsproject zoals bedoeld in het protocolakkoord nr. 231/3 gesloten op 24 februari 2022 in het gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten betreffende het proefproject opleiding tot zorgkundige of verpleegkundige voor werknemers buiten de zorgsector, genaamd "Instroom B" (2022F80750.003);
  7° federale gezondheidssectoren : hieronder worden de volgende werkgevers bedoeld die vallen onder de toepassing van de Sociale Maribel :
  a) De centra waarmee het Verzekeringscomité van het RIZIV op voorstel van het College van artsen-directeurs, in uitvoering van artikel 22, 6° van de wet, gecoördineerd op 14 juli 1994, een overeenkomst heeft afgesloten, met uitsluiting van de centra binnen de ziekenhuizen;
  b) de diensten voor thuisverpleging;
  c) de medische huizen;
  d) de diensten voor het bloed van het Rode Kruis van België;
  e) de ziekenhuizen;
  f) de forensisch psychiatrische centra.

Art.2. Het RIZIV kent de volgende tegemoetkoming toe in de kosten voor het ondersteunen van zorgpersoneel voor administratieve en/of logistieke taken in 2024 :
  Een bedrag van 5.577.785,41 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector bij de RSZ ten bate van werkgevers binnen de openbare federale gezondheidssectoren die administratief en/of logistiek personeel ter beschikking stellen ter ondersteuning van zorgpersoneel;
  Een bedrag van 15.422.214,59 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330 ten bate van de werkgevers binnen de private federale gezondheidssectoren die administratief en/of logistiek personeel ter beschikking stellen ter ondersteuning van het zorgpersoneel.

Art.3. Het RIZIV kent de volgende tegemoetkoming toe in de kosten van de maatregelen die betrekking hebben op het opleidingsproject tot verpleegkundige en zorgkundige", het project "#Kiesvoordezorg" en het project "instroom B" in 2024 :
  Een bedrag van 6.109.003,07 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector bij de RSZ ten bate van personen die in het kader van het Opleidingsproject tot verpleegkundige en zorgkundige of het project "instroom B", een opleiding volgen en tewerkgesteld zijn bij een openbare werkgever die valt onder de federale gezondheidssectoren;
  Een bedrag van 16.890.996,93 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330 ten bate van personen die in het kader van het Opleidingsproject tot verpleegkundige of zorgkundige of het project "#Kiesvoordezorg", een opleiding volgen en tewerkgesteld zijn bij een private werkgever die valt onder de federale gezondheidssectoren.

Art.4. Het RIZIV kent de volgende tegemoetkoming toe in de kosten van pilootprojecten "(Op)Nieuw aan Boord" in 2024 :
  Een bedrag van 1.859.261,80 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector bij de RSZ;
  Een bedrag van 5.140.738,20 euro te storten aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330.
  Deze tegemoetkoming moet worden aangewend voor de financiering van pilootprojecten die tot doel hebben om nieuwe medewerkers of personen die na een lange afwezigheid terug aan de slag willen in een federale gezondheidssector, te begeleiden op de werkvloer in een vlotte integratie en overgang naar de praktijk.
  Instellingen binnen de federale gezondheidssectoren kunnen zich daartoe kandidaat stellen bij de fondsen zoals bedoeld in artikel 1, 2° en 3°.
  De toewijzing van een pilootproject, het beheer, de aansturing, organisatie en evaluatie van de projecten gebeurt door de sociale partners in de schoot van de fondsen zoals bedoeld in artikel 1, 2° en 3°. De evaluatie gebeurt na 1 jaar en hiervoor wordt door deze fondsen een rapport overgemaakt aan de minister van Sociale Zaken en de minister van Werk.

Art.5. De bedragen zoals bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 worden door het RIZIV onmiddellijk gestort na inwerkingtreding van dit besluit. Zij worden ten laste gelegd van de begroting van de geneeskundige verzorging van 2023.

Art.6. De Fondsen zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3 maken tegen uiterlijk 31 december 2025 aan het RIZIV een rapport over waaruit de aanwending blijkt van de tegemoetkomingen . Indien daaruit blijkt dat middelen niet zijn aangewend, worden ze binnen de maand na mededeling van het verslag teruggestort aan het RIZIV.

Art.7. Dit besluit treedt in werking de dag volgend op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.

Art. 8. De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.