Details





Titel:

6 OKTOBER 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'



Inhoudstafel:

HOOFDSTUK 1. - Vaststelling van het landinrichtingsplan en algemene bepalingen
Art. 1-4
HOOFDSTUK 2. - Instanties en personen die belast zijn met de uitvoering van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'
Afdeling 1. - Belasting van departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid conform artikel 3.3.7 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art. 5-9
Afdeling 2. - Belasting van provincies, gemeenten en publiekrechtelijke rechtspersonen conform artikel 3.3.8 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art. 10-11
Afdeling 3. - Belasting van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen conform artikel 3.3.9 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art. 12-13
HOOFDSTUK 3. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `inrichtingswerken uit kracht van wet'
Art. 14
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `herverkaveling uit kracht van wet'
Art. 15
HOOFDSTUK 5. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `recht van voorkoop'
Art. 16
HOOFDSTUK 6. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `beheerovereenkomsten'
Art. 17
HOOFDSTUK 7. - Slotbepaling
Art. 18
BIJLAGEN.
Art. N1-N4



Deze tekst heeft de volgende tekst(en) gewijzigd:



Uitvoeringsbesluit(en):



Artikels:

HOOFDSTUK 1. - Vaststelling van het landinrichtingsplan en algemene bepalingen
Artikel 1. Het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht', opgenomen in bijlage 1 die bij dit besluit is gevoegd, wordt vastgesteld.

Art.2. Het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht' kan worden ingezien bij elke gemeente waarop het landinrichtingsplan betrekking heeft, namelijk in de gemeente Maasmechelen.

Art.3. Het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht' is verenigbaar met de doelstellingen, vermeld in artikel 1.2.2 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 en de beginselen vermeld in artikel 1.2.3 van hetzelfde decreet.

Art.4. De bedragen ten laste van de basisallocatie QB0 QC187 4140 van artikel QB0-1QCE2NY-IS van de uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap en ten laste van de basisallocatie QBX QC057 5210 van artikel QBX-3QCE2NJ-WT van het Minafonds zullen worden aangerekend bij de toekenningen van de subsidies, die zullen gebeuren op grond van de bepalingen van Deel 3, Titel 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juni 2014 betreffende de landinrichting.

HOOFDSTUK 2. - Instanties en personen die belast zijn met de uitvoering van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'
Afdeling 1. - Belasting van departementen en agentschappen van de Vlaamse overheid conform artikel 3.3.7 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art.5. De Vlaamse Landmaatschappij wordt belast met de uitvoering van maatregel 1.1.a, 1.1.b, 1.3.a, 1.3.b, 1.6.a, 1.6.b, 2.4, 2.5 en 3.2 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'.
  De maatregelen, vermeld in het eerste lid, zijn inrichtingswerken die worden uitgevoerd op gronden van de gemeente Maasmechelen, die beheerd worden door de gemeente Maasmechelen.

Art.6. De Vlaamse Landmaatschappij wordt belast met de uitvoering van maatregel 2.2.2 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'.
  Maatregel 2.2.2 omvat het sluiten van beheerovereenkomsten.

Art.7. Maatregel 2.2.4 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht' is een inrichtingswerk dat zal worden uitgevoerd op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen die beheerd zullen worden door de betrokken private personen. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, belast de Vlaamse Landmaatschappij met de uitvoering van maatregel 2.2.4.

Art.8. De Vlaamse Landmaatschappij wordt belast met de uitvoering van maatregel 4.2 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'.
  Maatregel 4.2 is een herverkaveling uit kracht van wet.

Art.9. Toerisme Vlaanderen wordt belast met de uitvoering van maatregel 4.1 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'.
  Maatregel 4.1 is de opmaak van een masterplan voor het kasteel van Leut en het omliggende landschap.

Afdeling 2. - Belasting van provincies, gemeenten en publiekrechtelijke rechtspersonen conform artikel 3.3.8 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art.10. De gemeente Maasmechelen wordt belast met de uitvoering van maatregel 1.2, 1.4, 1.7, 3.1, 3.3 en 3.4 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'.
  Maatregel 1.2, 1.7, 3.3 en 3.4 zijn inrichtingswerken op gronden van de gemeente Maasmechelen, die beheerd worden door de gemeente Maasmechelen.
  Maatregel 1.4 is de opmaak van een beheerplan.
  Maatregel 3.1 is een wijziging van het mobiliteitsplan, met name onderzoek en aanvulling, van de gemeente Maasmechelen.

Art.11. De gemeente Maasmechelen wordt belast met de uitvoering van maatregel 1.8, 1.9, 2.6.a, 2.6.b, 2.7.a en 2.7.b van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'.
  Maatregel 1.8 is de uitbreiding van een gemeentelijk subsidiereglement.
  Maatregel 1.9 is een sensibiliseringsactie.
  Maatregel 2.6.a en 2.7.a zijn inrichtingswerken uit kracht van wet op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen, die zullen worden beheerd worden door de gemeente Maasmechelen.
  Maatregel 2.6.b en 2.7.b zijn vergoedingen voor waardeverlies van gronden.

Afdeling 3. - Belasting van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen conform artikel 3.3.9 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting
Art.12. Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw wordt belast met de uitvoering van maatregel 4.4 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht'.
  Maatregel 4.4 is de opmaak van een beheerplan.

Art.13. Maatregel 2.3 van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht' is een inrichtingswerk dat zal worden uitgevoerd op gronden van privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen die beheerd zullen worden door de betrokken private personen. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, belast Bosgroep Limburg vzw met de uitvoering van maatregel 2.3.

HOOFDSTUK 3. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `inrichtingswerken uit kracht van wet'
Art.14. De kadastrale gegevens van de percelen waarop inrichtingswerken uit kracht van wet worden uitgevoerd met de beschrijving van uit te voeren inrichtingswerken uit kracht van wet zijn opgenomen in bijlage 2 en 3, die bij dit besluit zijn gevoegd.

HOOFDSTUK 4. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `herverkaveling uit kracht van wet'
Art.15. Conform artikel 2.1.36 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting wordt de duur van de jachtovereenkomsten die gesloten zijn vanaf de vaststelling van het landinrichtingsplan `Heerlyck Meeswijk, Leut en Vucht' in de onderzoeksperimeter van de herverkaveling uit kracht van wet, vermeld in artikel 8, van rechtswege beperkt tot de overschrijving van de herverkavelingsakte op het hypotheekkantoor. De onderzoeksperimeter en de lijst van kadastrale percelen waar deze bepaling geldt, zijn opgenomen in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd.

HOOFDSTUK 5. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `recht van voorkoop'
Art.16. Een recht van voorkoop is van toepassing binnen de volgende kadastrale secties:
  1° Maasmechelen, 5e afdeling (Leut), sectie B1, B2 en B3;
  2° Maasmechelen, 6e afdeling (Meeswijk), secties B2 en C1.
  Binnen het gebied, vermeld in het eerste lid, geldt het recht van voorkoop, vermeld in artikel 2.1.13 en 2.1.14 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting.
  Het recht van voorkoop geldt voor een termijn van tien jaar die ingaat veertien dagen na de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Het recht van voorkoop wordt aangeboden aan de Vlaamse Grondenbank.

HOOFDSTUK 6. - Bepalingen bij de inzet van het instrument `beheerovereenkomsten'
Art.17. De beheerovereenkomsten, vermeld in artikel 6, worden gesloten tussen de gebruiker van een grond en de Vlaamse Landmaatschappij.

HOOFDSTUK 7. - Slotbepaling
Art.18. De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.


BIJLAGEN.
Art. N1.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2023, p. 119761)

Art. N2.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2023, p. 119762)

Art. N3.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2023, p. 119763)

Art. N4.
  (Beeld niet opgenomen om technische redenen, zie B.St. van 19-12-2023, p. 119765)